In 1935 vond in Aalst een opmerkelijke rechtszaak plaats die vandaag nauwelijks nog denkbaar is. Een jongeman stond terecht voor het hof van assisen van Oost-Vlaanderen. Zijn misdaad? Geen brute moord of gewelddadige verkrachting, maar een zogenaamd ‘drukpersmisdrijf’. Zijn wapen? Geen mes of pistool, maar brochures waarin hij zich uitsprak tegen oorlog en fascisme. Hij riep soldaten op om de dienst te weigeren en arbeiders om de oorlogsbedrijven stil te leggen. Waarom ‘drukpersmisdrijven’ tegenwoordig niet meer voor het assisenhof komen, blijkt uit een studie over de ontwikkeling van de persvrijheid in België in rechtshistorisch perspectief.
Persvrijheid, maar met mate
In België heeft iedereen het recht om te zeggen wat hij of zij denkt. Dat recht wordt gewaarborgd door de vrijheid van meningsuiting en de (druk)persvrijheid. Uitzonderingen – omwille van de bescherming van de fundamentele rechten van anderen – zijn strikt wettelijk bepaald. Wanneer bijvoorbeeld iemand de pers misbruikt om een strafbare mening te verkondigen, dan kan de schrijver wel na publicatie veroordeeld worden. In dat geval spreken we van een ‘(druk)persmisdrijf’.
Voor moordenaars was assisen niet bedoeld
Hoewel de hedendaagse praktijk anders doet vermoeden, werd de volksjury in België niet zozeer ingevoerd om zware misdadigers te berechten. Integendeel, de jury werd in de eerste plaats ingevoerd om zaken als die van de jongeman uit Aalst te beoordelen. De achterliggende gedachte rond 1830 was dat het volk, vertegenwoordigd door een assisenjury, het best geplaatst is om te bepalen wat een misdrijf vormt op het vlak van de vrijheid van meningsuiting. In een tijd waarin argwaan bestond ten aanzien van beroepsrechters, werd de volksjury de ultieme beschermer van het vrije woord.
Het was pas aan het einde van het debat dat een lid van de grondwetgevende vergadering – Alexandre de Robaulx – het voorstel deed om ook moordenaars en verkrachters voor de jury te brengen. Als daders van persdelicten, vaak bestraft met een boete of korte gevangenisstraf, recht hebben op juryrechtspraak, dan moeten ook diegenen die ernstigere misdaden begaan – waarbij langdurige vrijheidsbeneming of zelfs de doodstraf dreigt – dezelfde garantie op een volksjury krijgen.
De lange schaduw van de grondwetgever
In tegenstelling tot wat vandaag het geval is, zijn er in de loop van de negentiende eeuw heel wat persprocessen voor de jury gekomen. Wat de periode 1831-1914 betreft, zijn er meer dan tweehonderd persdossiers gedocumenteerd. Daaruit blijkt dat de jury effectief vaak een zegen voor de pers was: in bijna de helft van de gevallen volgde vrijspraak.
Het aantal persprocessen voor het hof van assisen nam na de Eerste Wereldoorlog drastisch af. Zo toonde een recente studie aan dat er sinds die tijd in Oost-Vlaanderen slechts drie persprocessen hebben plaatsgevonden. Alle speelden ze zich af in de jaren 1930. Sterker nog, in heel België zijn sinds de Tweede Wereldoorlog slechts drie gevallen van drukpersmisdrijven voor een assisenjury behandeld. Dat was in 1994 in Bergen (racistische pamfletten), in 2011 in Brussel (schandaalboek) en in 2021 in Luik (online haatberichten).
Assisen: slachtoffer van het eigen succes?
De redenen voor de afname van persprocessen zijn divers. Een belangrijke oorzaak is de kostprijs van het assisenproces en de publieke aandacht die het genereert. Autoriteiten willen vaak liever geen ruchtbaarheid geven aan zaken waarin een strafbare mening aan bod komt. Bovendien leidde de procedure in de ogen van het Openbaar Ministerie te vaak tot vrijspraak, wat voor terughoudendheid zorgt om zulke zaken naar assisen te brengen. Dit alles was weliswaar de bedoeling geweest van de grondwetgever, maar het werd in de praktijk door sommigen aangevoeld als onwenselijk of zelfs onpraktisch. Het resultaat? De jurywaarborg voor persmisdrijven werd langzaam maar zeker uitgehold.
Op zoek naar alternatieven
Toch halen heel wat ‘persprocessen’ vandaag de dag de nieuwsmedia. Een interview in de krant waarin een viroloog een activist een ‘virusontkenner’ en ‘oplichter’ noemt, een YouTube-video waarin enkele voormalige leden van een studentenclub worden ‘geëxposed’ in de nasleep van een fatale studentendoop of een artikel waarin de ene partijvoorzitter de andere een racist noemt …de recente geschiedenis biedt alleszins tal van voorbeelden. Het gaat hier echter telkens over zaken voor een burgerlijke rechtbank en dus voor een professionele rechter, geen lekenjury. Waarom het risico lopen op een strafrechtelijke vrijspraak, als je als benadeelde ook gewoon schadevergoeding kunt eisen?
Ook de grondwetgever droeg zijn steentje bij aan de erosie van de juryrechtspraak. Zo werd in 1999, toen extreem rechts furore maakte, de rol van de volksjury verder ingeperkt. Racistische persmisdrijven worden sindsdien voor de correctionele rechtbank gebracht; een zogenaamde ‘correctionalisering’. Goedbedoeld, maar wat intussen met andere strafbare haatboodschappen, zoals op grond van geloof, seksuele oriëntatie, gender of handicap? Paradoxaal genoeg blijft dergelijke haatspraak nog steeds onder de bevoegdheid van het hof van assisen.
Grondwettelijke waarborg of gerechtelijk fossiel?
Vandaag is de volksjury in perszaken vrijwel verdwenen. Wat ooit een revolutionair instrument was om de persvrijheid te beschermen, is gereduceerd tot een zeldzaamheid. Dat een assisenjury vandaag jaarlijks alleen nog oordeelt over enkele tientallen moordzaken is vanuit historisch oogpunt ronduit ironisch. Wat in de ogen van de grondwetgever bijzaak was, is tot de essentie van de assisenrechtspraak uitgegroeid. Vandaag lijkt de tijd dan ook rijp om het huidige assisensysteem te herzien.
Het moge duidelijk zijn dat het persmisdrijf een gerechtelijk fossiel vormt uit een grondwet die dringend eens afgestoft dient te worden. De Aalsterse perszaak uit 1935, bijvoorbeeld, blijft, bijna 90 jaar later, het laatste persproces dat in Oost-Vlaanderen heeft plaatsgevonden. De jongeman in kwestie werd trouwens door de twaalf gezworenen vrijgesproken.
ANDERSON, W., A Dictionary of Law consisting of Judicial Definitions and Explanations of Words, Phrases and Maxims and an Exposition of the Principles of Law: comprising a Dictionary and Compendium of American and English Jurisprudence, Chicago, T.H. Flood, 1893, 1140 p.
BAEKELAND, C., “De hervorming van de juryrechtspraak van het hof van assisen en artikel 150 Gw.: een zinvolle stap voorwaarts of een slag in het water?”, CDPK 2009, 393-418.
BALTHAZAR, H., “De Gentse brandhaard. Orangisme en vrijmetselarij” in TYSSENS, J. (ed.), Van wijsheid met vreugd gepaard. Twee eeuwen vrijmetselarij in Gent en Antwerpen, Gent, Tijdsbeeld, 2003, 71-90.
BLIN, H., CHAVANNE, A. en DRAGO, R., Traité du droit de la presse: ancien code de la presse de Babier, Parijs, Librairies Techniques, 1969, 671 p.
BOLAND, A., Le procès de la révolution belge: Adolphe Bartels (1802-1862), Namen, PUN, 1977, 316 p.
BRUIJNS, R., Liever revolutie dan oorlog: De Internationale Socialistische Anti-Oorlogsliga (1931-1939), Antwerpen, Uitgeverij Vrijdag, 333 p.
BUYSSE, L., De persprocessen van de orangistische krant “Le Messager de Gand” (10 december 1830 – 13 december 1856”, Licentiaatsverhandeling UGent, 1968, 138 p., https://lib.ugent.be/catalog/rug01:000518009.
CANNIE, H., “Getrapte verantwoordelijkheid in perszaken: een stand van zaken”, AM 2009, 192-201.
CEULEERS, J., “De begrippen ‘pers’ en ‘persmisdrijf’” (noot onder Brussel 19 februari 1985), RW 1985-1986, kol. 810-812.
CEULEERS, J., “Hoogst wenselijk: een herkeuring van het Belgisch persrecht”, AM 2006, 407-410.
CLAESSENS, Leven en liefdes van Leopold I, Tielt, Lannoo, 2002, 433 p.
CONSTANT, B., De la liberté des brochures, des pamphlets et des journaux considérée sous le rapport de l'intérêt du gouvernement, Parijs, A. Belin, 1814, 48 p.
CONSTANT, J., Traité élémentaire de Droit Pénal. Principes généraux de droit pénal positif belge, I, Luik, Imprimeries Nationales, 1965, 606 p.
CRAMER, N., Parlement en pers in verhouding tot de overheid, Leiden, Stenfert Kroese, 1958, 264 p.
DEBAENST, B. en DELBECKE B., Vangnet of springplank? Het buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht in een moderne samenleving (1804-heden), Brugge, Die Keure, 2014, 201 p.
DEBEUCKELAERE, H., “Youtuber Acid gedagvaard wegens video over Reuzegommers”, De Standaard 22 juni 2023, https://www.standaard.be/cnt/dmf20230622_96473311.
DE KEERSMAECKER, R., RUTTEN, J. en PICCU-VAN SPEYBROUCK, P., “Misbruik elektronisch communicatienetwerk is geen drukpersmisdrijf", Juristenkrant 2018, afl. 370, 12-13.
DELATTRE, A., Alfred Defuisseaux. Un homme une periode, Brussel, EIV, 1959, 191 p.
DELBECKE, B., “Ambitieuze verdedigers van het eigen vrije woord. Advocaten en de ijver voor persvrijheid in de Belgische grondwet (1814-1830)”, PM 2009, 137-158.
DELBECKE, B., De lange schaduw van de grondwetgever. Perswetgeving en persmisdrijven in België (1831-1914), Gent, Academia Press, 2012, 531 p.
DELBECKE, B., “Justitie en pers. Voor altijd les freres ennemis?”, in DE KOSTER, M., HE1RBAUT, D. en ROUSSEAUX, X. (eds.), Tweehonderd jaar justitie. Historische encyclopedie van de Belgische justitie, Brugge, Die Keure, 2015, 454-476.
DELBECKE, B., “Verlekkerd op geitenmelk en een kalkoenhoedster. Over de ontstaansgeschiedenis van de wet van 6 april 1847”, PM 2005, 115-131
DELPÉRÉE, F., Le droit constitutionnel de la Belgique, Brussel, Bruylant, 2000, 1048 p. DEMEESTER, E., “De zomer van oproer – de mijnwerkersstaking van 1932”, Vonk, 2012, https://www.vonk.org/Geschiedenis/de-zomer-van-oproer-de-mijnwerkerssta…. DE MEIJ, J., HINS, A., NIEUWENHUIS, A. en SCHUIJT, G., Uitingsvrijheid. De vrije informatiestroom in grondwettelijk perspectief, Amsterdam: Cramwinckel 2000, 359 p.
DE POTTER, L., Révolution belge 1828 à 1839: souvenirs personnels, Brussel, Meline, 1839, 371 p.
DE VOS, L., Het effectief van de Belgische krijgsmacht en de militiewetgeving (1830-1914), Brussel, Koninklijk Legermuseum, 1985, 480 p.
DIPPEL, H. “Modern constitutionalism, an introduction to a history in need of writing”, TRG 2005, 153-170.
DUCHAINE, G., Du délit de presse, Brussel, Bruylant-Christophe, 1866, 182 p.
ENGLEBERT, J., “Le statut de la presse: du ‘droit de la presse’ au ‘droit de l’information’”, Rev.dr.ULB 2007, afl. 1, 229-288.
ENGLEBERT, J., “Vers un retour du délit de presse en cour d'assises?”, AM 2012, 102-103.
ERDMAN, F., VANDEPUTTE, R., STORME, M. en STEVENS, J., “Herdenking René Victor”, RW 1985, 2865-2888.
FRANCIS, E., “Bedenkingen bij de correctionalisering van racistisch geïnspireerde drukpersmisdrijven”, RW 1999-2000, 377-394.
GILISSEN, J., “De Eerste Administratieve Organisatie Van België Ten Tijde Van De Tijdelijke Regering (September 1830-Februari 1831)”, TRG 1984, 301-342.
GYSELAERS, L., “(Digitale) drukpersmisdrijven en de bevoegdheidsproblematiek - Tijd voor een wettelijke correctionalisatie?”, Limb.Rechtsl. 2013, 97-100.
HAUS, J., Principes généraux du droit pénal belge, Gent, Hoste, 1869, 827 p.
HOEBEKE, S. en MOUFFE, B., Le droit de la presse: presse écrite, presse audiovisuelle, presse électronique, Limal, Anthemis, 2012, 910 p.
HULSTAERT, E., “Wat hangt Melissa Depraetere boven het hoofd na Vlaams Belang-aanklacht voor laster?”, Knack 26 februari 2024, https://www.knack.be/nieuws/belgie/wat-hangt-melissa-depraetere-boven-h….
HUYTTENS, E., Discussions du Congrès national de Belgique 1830-1831, I, Brussel, Société Typographique Belge, 1844, 771 p.
HUYTTENS, E., Discussions du Congrès national de Belgique 1830-1831, II, Brussel, Société Typographique Belge, 1844, 690 p.
HUYTTENS, E., Discussions du Congrès national de Belgique 1830-1831, III, Brussel, Société Typographique Belge, 1844, 636 p.
HUYTTENS, E., Discussions du Congrès national de Belgique 1830-1831, IV, Brussel, Société Typographique Belge, 1844, 646 p. JANSSENS, A. en NIEUWENHUIS, A., Uitingsdelicten, Deventer, Kluwer, 2019, 476 p.
JONGEN, F., “Un délit de presse devant la Cour d’assises” (noot onder Bergen 14 januari 1994), JLMB 1994, 516-520.
JUDO, F., “De lange aanloop naar de aprilrellen van 1834. Een bijdrage tot de geschiedenis van het orangisme te Brussel, 1832-1834”, BTNG 1996, 85-103.
KENIS, P., Het leven van Edward Anseele, Gent, De Vlam, 1930, 285 p.
KERKHOFS, A., “Een adequaat vervolgingssysteem inzake drukpersmisdrijven”, NC 2016, 64-96.
KERKHOFS, J. en VAN LINTHOUT, P., Cybercrime, Brussel, Politeia, 2013, 639 p.
KEYTSMAN, E., “Bestraf seksistische, homofobe of transfobe haatspraak correctioneel, net zoals racistische haatspraak”, De Standaard 25 april 2024, https://www.standaard.be/cnt/dmf20240424_96665543.
KISTEMAECKERS, H., “Mes procès littéraires. Souvenirs d’un éditeur”, Mercure de France 1923, 670-692.
KLUIT, W., “Dagblad-vervolgingen in België 1815-1830”, BVGO 1892, 307-394.
LAURENT, C., Études sur les délits de presse, Brussel, Bruylant-Christophe, 1871, 348 p.
LEMMENS, K., “Het Arbitragehof oordeelt dat enkel de journalist aansprakelijk is voor zijn geschriften” (noot onder Arbitragehof 22 maart 2006), AM 2006, 291-295.
LEMMENS, K., “Les publications sur la Toile peuvent-elles constituer des délits de presse?” (noot onder Rb. Brussel 19 februari 2004 en Paris 5 mei 2004), RDTI 2005, afl. 2, 77-87. LUYKX, T., “De gazettiers en hun octrooien tijdens het ancien régime”, Handelingen XXVIe Vlaamse Filologencongres 1961, 436-447.
LUYKX, T., Een halve eeuw zegelbelasting op de Belgische pers (sept. 1797-mei 1848), Brussel, Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone kunsten van België, 1956, 29 p.
LUYKX, T., “De zegelbelasting op de Belgische kranten en haar afschaffing in 1848” Handelingen van het XXIe Vlaamse Filologencongres 1955, 365-374
LUYKX, T., “Massamedia in democratische en totalitaire staten”, Streven 1964, 969-978.
LUYKX, T., Politieke geschiedenis van België, Amsterdam, Elsevier, 1978, 765 p.
MAMPAEY, S. en WERKERS, E., “Drukpersmisdrijven in de digitale informatiemaatschappij: tijd om te bezinnen over de toekomst van artikel 25 G.W.”, AM 2010, 147-160. NIEUWENHUIS, A., “Achtergrond en huidige betekenis van het verbod van voorafgaand verlof”, NJCM 2011, 24-43.
PASSEMIERS, R., Charles-Victor De Bavay: l’homme de tous les pouvoirs et de tous les ministeres. Proeve tot biografie van een parketmagistraat uit de 19de eeuw, licentiaatsverhandeling UGent, 1974, 204 p., https://lib.ugent.be/catalog/rug01:000961724.
PASSEMIERS, R., De Brusselse satirische pers en Napoleon III (1852-1858): de zaak Le crocodile, licentiaatsverhandeling UGent, 1975, 114 p, https://lib.ugent.be/catalog/rug01:000516145.
PIETERS, D. en DEMARSIN, B., Rechtsvergelijking. Rechtsvergelijking: de uitdagende wereld van het recht, Leuven, Acco, 2023, 392 p.
POULAIN, M., “Censure et culture sous l’Ancien Régime”, BBF 1995, https://bbf.enssib.fr/consulter/bbf-1995-06-0120-015. PUTTEMANS, A., La censure dans les Pays-Bas autrichiens, Brussel, Palais des Académies, 1935, 375 p.
RIMANQUE, K., De Grondwet toegelicht, gewikt en gewogen, Antwerpen, Intersentia, 2005, 444 p.
RIMANQUE, K., “De vrijheid van informatie en de vrijheid van mening van radio en televisie”, RW 1969-1970, kol. 1601-1660.
RUZETTE, J., J.B. Nothomb, Brussel, La Renaissance du Livre, 1946, 133 p.
SCHUERMANS, H., Code de la presse ou commentaire du décret du 20 juillet 1831 et des lois complétives de ce décret, Brussel, Larcier, 1861, 556 p.
SCHUERMANS, H., Code de la presse ou commentaire du décret du 20 juillet 1831 et des lois complétives de ce décret, Brussel, Larcier, 1881, 610 p.
SCHUIJT, G., “Het censuurverbod in de Nederlandse grondwet en de rechtspraak” in BERENBOOM, A. (ed.), Censuur, Referaten van het colloquium van 16 mei 2003, Brussel, Larcier, 125-154.
SENAAT (ed.), Persvrijheid in de 21ste Eeuw, Brussel, Senaat, 2019, 72 p.
SERONT, “On s'arrache le livre scandaleux de Jean Nicolas”, La DH Les Sports+ 19 september 2001, https://www.dhnet.be/actu/belgique/2001/09/19/on-sarrache-le-livre-scan….
SIMON, J., Handboek van het Belgisch strafrecht, Brussel, Bruylant, 1943, 217 p.
SPERBER, J., The European Revolutions 1848-1851, New York, Cambridge University Press, 1995, 336 p.
STEVENS, L., Strafrecht en seksualiteit: de misdrijven inzake aanranding van de eerbaarheid, verkrachting, ontucht, prostitutie, seksreclame, zedenschennis en overspel, Antwerpen, Intersentia, 2002, 601 p.
TIMMERMAN, G., “Parijse rechter geeft Belgische staat en koning Albert gelijk. Omstreden pedofilieboek van Jean Nicolas moet rechtzetting inlassen”, De Morgen 19 oktober 2001.
TULKENS, F. en VERDUSSEN, M., “La radio et la télévision, le délit de presse et le droit de réponse”, Ann.dr.Louvain 1987, 53-93.
UYTTENDAELE, C., “Bescherming van de communicatievrijheid in digitale omgevingen: verminderde bruikbaarheid van nationaal (grondwettelijk) recht?”, Jb.Mens 2000-2001, 11-44.
VAN BERLAER, T., “Rousseau wist dat publicatieverbod ongrondwettig was”, Knack 3 april 2024, https://www.knack.be/nieuws/belgie/conner-rousseau-wist-dat-rechterlijk….
VAN DEN BROECK, K., “De president die België nooit had”, De Morgen 23 juli 2012, https://www.demorgen.be/nieuws/de-president-die-belgie-nooit-had~bb6c83….
VANDENDRIES, J., “MISES EN ACCUSATION TRACTS NON RACISTES A TUBIZE”, Le Soir, 15 december 1992, https://www.lesoir.be/art/arret-de-la-chambre-des-mises-en-accusation-t….
VAN DEN WYNGAERT, C., Criminal procedure systems in the European Community, Londen, Butterworths, 1993, 408 p.
VAN DEN WYNGAERT, C. en VANDROMME S., Strafrecht en strafprocesrecht in hoofdlijnen, I, Oud-Turnhout, Gompel&Svacina, 2019, 585 p.
VANDEPLAS, A., noot onder Gent 21 juni 1972, RW 1973-1974, kol. 105-108.
VAN DER JEUCHT, C., De civiele doorwerking van artikel 25 van de Grondwet: een evaluatie, masterproef UGent, 2016, 110 p., https://lib.ugent.be/catalog/rug01:002272287.
VAN DER MEERSCH, A., Le Messager de Gand (10 december 1830 – 13 december 1856), Licentiaatsverhandeling UGent, 1965, 333 p., https://lib.ugent.be/catalog/rug01:000365855.
VAN HOOIJDONK, C., “De literaire pers onder het ‘fransche juk’. Taal, meertaligheid en vertaling tijdens de Franse Tijd in België (1795-1814)”, TNL, 2023, 259-281.
VANHOUDT, J. en CALEWAERT, W., Belgisch strafrecht, II, Gent, Story-Scientia, 1968, 684 p.
VAN LERBERGE, R., De Internationale socialistische anti-oorlogsliga (1931-1939), licentiaatsverhandeling UGent, 1976, 161 p, https://lib.ugent.be/catalog/rug01:000385644.
VAN ORSHOVEN, P., “De begrippen ‘pers’ en ‘persmisdrijf’”, RW 1985-1986, kol. 1320-1322.
VANSCHOENBEEK, G., “Leger en Socialisme voor de Eerste Wereldoorlog”, Tijdschrift voor Militaire Geschiedenis, 1979, 219-262.
VAN YPERSELE, L., “L'image du roi dans la caricature politique en Belgique de 1884 à 1914”, BTNG 1996, 133-164.
VELAERS, J., De beperkingen van de vrijheid van meningsuiting, Antwerpen, Maklu, 1991, 907 p.
VELLE, K., “De strafrechtelijke beteugeling van smaad en beledigingen in Vlaanderen in de negentiende eeuw: een verkenning”, Oostvlaamse Zanten 1998, 191-214. VERMEULEN, B., “Artikel 7 – Vrijheid van meningsuiting”, https://www.nederlandrechtsstaat.nl/grondwet/inleiding-bij-hoofdstuk-1-…
VOORHOOF, D., “Brusselse rechtbank miskent essentie van karikatuur”, Juristenkrant 2008, afl. 171, 3.
VOORHOOF, D., Coronascepticus Willem Engel verliest ook in beroep zaak tegen Marc van Ranst, maar was niet tergend en roekeloos”, Juristenkrant 2023, afl. 467, 3-4.
VOORHOOF, D., “De bestraffing van het aanzetten tot racisme en vreemdelingenhaat in België: symboolwetgeving of effectieve beteugeling?” in WALCKIERS, L. (ed.), Racisme. Oude kwaal, nieuwe remedies, Brussel, Wereldwijd, 2001, 57-71.
VOORHOOF, D., “De notie drukpersmisdrijf van de 19de naar de 21ste eeuw: internetmedia, weblogs en websites zijn ook drukpers!”, AM 2012, 254-259.
VOORHOOF, D., “De zaak Metro: een aanslag op de persvrijheid?”, Panopticon 1985, 225-237.
VOORHOOF, D., “Het proces van de liga voor de mensenrechten tegen het Vlaams Blok”, Journ.proc. 1994, 12-13.
VOORHOOF, D., “Luiks hof van assisen bestraft online bedreigingen”, Juristenkrant 2021, afl. 437, 6-7.
VOORHOOF, D., “Online haatspraak blijft (voorlopig) onbestraft”, Juristenkrant 2020, afl. 420, 4-5.
VOORHOOF, D., “Van Ranst vrijuit na tergend en roekeloos geding”, Juristenkrant 2021, afl. 440, 6-7.
VOORHOOF, D., “Vrijheid van meningsuiting en persvrijheid” in VANDE LANOTTE, J., GOEDERTIER, G., HAECK, Y., GOOSSENS, J. en DE PELSMAEKER, T. (eds.), Belgisch Publiek Recht, I, Brugge, Die Keure, 577-613.
VOORHOOF, D., “Weblogs en websites zijn voortaan ook ‘drukpers’”, Juristenkrant 2012, afl. 246, 4-5.
VRIELINK, J., “De Grondwet gesmurft: jury omzeild bij internetbeledigingen”, Juristenkrant 2016, afl. 325, 11.
VRIELINK, J., “Een drukpersmisdrijf met elke andere naam…” (noot onder Brussel 10 januari 2018), AM 2018-2019, 133-140.
VRIELINK, J., “Een persmisdrijf is een persmisdrijf is een persmisdrijf”, Juristenkrant 2018, afl. 371, 12.
VRIELINK, J., “Goed gesmurft: internetbelediging levert (toch) persmisdrijf op”, Juristenkrant 2018, afl. 366, 4-5.
VRIELINK, J., “Internet: spreken is zilver, schrijven is goud? Drukpersmisdrijf (art. 150 Gw.), de audiovisuele media en de zaak Belkacem”, T.Strafr. 2014, 143-149.
VRIELINK, J., Van haat gesproken? Een rechtsantropologisch onderzoek naar de bestrijding van rasgerelateerde uitingsdelicten in België, Antwerpen, Maklu, 2010, 770 p.
WEBSTER, M., Merriam-Webster’s Dictionary of Law, Merriam-Webster, Springfield, 1996, 634 p.
WIGNY, P., Droit Constitutionnel: principes et droit positif, Brussel, Bruylant, 1952, 947 p.
X, “Agent ‘smurf’ noemen op Facebook is cyberpesten”, De Standaard 19 februari 2016, https://www.standaard.be/cnt/dmf20160218_02136590.
X, “Celstraf voor man die agenten ‘smurfen’ noemt”, De Morgen 19 februari 2016, https://www.demorgen.be/nieuws/celstraf-voor-man-die-agenten-smurfen-no….
X, “Coronascepticus Willem Engel verliest ook tweede lasterzaak tegen Marc Van Ranst”, De Morgen 15 maart 2023, https://www.demorgen.be/snelnieuws/coronascepticus-willem-engel-verlies….
X, “Gevonden: 214 vergeten pers- en politieke assisenprocessen”, De Morgen, 21 februari 2012, https://www.demorgen.be/nieuws/gevonden-214-vergeten-pers-en-politieke-…. X, Le "conscrit" aux assises: le procès de Louis de Brouckère et Jules Lekeu, Brussel, Le Peuple, 1896, 47 p.
X, “Man moet voor assisen verschijnen na haatberichten op Facebook: een gevaarlijk precedent of een uitzondering?”, Het Nieuwsblad 3 april 2021, https://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20210402_96963842.
X, “Op één dag kan het afgewerkt zijn, maar dat is niet de enige reden waarom advocaat wil dat zaak van Acid voor assisen komt”, Het Nieuwsblad 18 januari 2024, https://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20240118_97560901.
X, “Régime de la presse, en 1832, à Gand”, BJ 1897, kol. 864.
X, “Tweede assisenproces voor persmisdrijf mogelijk sinds WOII”, HLN 27 april 2011, https://www.hln.be/binnenland/tweede-assisenproces-voor-persmisdrijf-mo….
X, “Un conflit entre la Haute Cour de La Haye et le ministre Van Maanen en 1818”, BJ 1873, kol. 1262-1263.
X, “Voor de derde keer sinds WOII belandt een 'persmisdrijf' voor assisen: Luikse Facebookgebruiker schuldig aan bedreiging”, HLN 13 oktober 2021, https://www.hln.be/binnenland/voor-de-derde-keer-sinds-woii-belandt-een….