De plaatsvervangende rechter dient zelf niet (volledig) vervangen te worden

Chey
De Roeck

Vrijwel iedereen met enige kennis van het Belgische rechtssysteem is zich ervan bewust dat een rechter en een advocaat verschillende functies vervullen. Minder bekend is echter dat het mogelijk is om zowel rechter als advocaat te zijn. De centrale vraag is nu: is deze cumulatie wenselijk of moet deze worden afgeschaft?

Een advocaat kan als rechter optreden via het statuut van de plaatsvervangende rechter. Dit houdt in dat een advocaat tijdelijk een rechter vervangt wanneer deze wegens ziekte, wettelijke belemmering of verlof niet kan optreden. De plaatsvervangende rechter vult met andere woorden de gaatjes op, zodat de rechtszitting kan plaatsvinden. Sinds de invoering van het statuut van de plaatsvervangende rechter bestaat er echter kritiek op dit idee. Tegenstanders eisen de afschaffing. Maar als u het mij zou vragen (en door het lezen van dit artikel doet u dat), zou ik volmondig antwoorden: “De plaatsvervangende rechter, die moet zelf niet geheel vervangen worden!” 

In mijn eindscriptie heb ik onderzocht welke bezwaren tegenstanders naar voren brengen tegen de plaatsvervangende rechters. Dit voornamelijk door een studie van de juridische literatuur. Daarnaast heb ik, om te verifiëren of de in de literatuur beschreven problemen zich ook in de praktijk voordoen, interviews afgenomen met veertien personen. Zij zijn allen op een manier betrokken bij het functioneren van de plaatsvervangende rechter. 

 

Nadelen

Een veelgehoord punt van kritiek is dat de plaatsvervangende rechters te frequent en structureel ingezet worden. Zoals de term doet vermoeden, zou een plaatsvervanger enkel mogen vervangen. Hij treedt dus op als laatste optie. Omdat het Belgische rechtssysteem kampt met verschillende personeelstekorten, wordt de plaatsvervanger soms ingeschakeld als extra rechter. Zo blijkt uit de interviews dat sommige advocaten bijvoorbeeld wekelijks op een vaste dag worden ingeschakeld als rechter. Dit strookt niet met het oorspronkelijke doel van het systeem. Daarnaast uiten tegenstanders zorgen over de mogelijke belangenverstrengeling van advocaten die als rechters optreden. Zij vrezen dat de advocaat niet tussen beide functies kan wisselen. Hij kan niet of rechter of advocaat zijn, maar zal altijd zijn advocatenrol meenemen als hij optreedt als rechter. Hij zou de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechtspraak ondermijnen. Hij is immers gewend partijdig te zijn. Bovendien wordt gesuggereerd dat de inzet van niet-vergoede plaatsvervangende rechters zou leiden tot de toekenning van “informele wederdiensten”. De plaatsvervanger zou sneller aangewezen worden voor het verkrijgen van andere juridische functies. Want waarom zou iemand gratis werk verrichten? Ten slotte halen tegenstanders aan dat de advocaat die soms de rechtbank bijstaat, hier mogelijks zelf voordeel uit kan halen wanneer hij later als advocaat voor dezelfde rechtbank verschijnt. 

Na onderzoek blijkt dat de meeste van de genoemde nadelen voornamelijk theoretisch zijn. De wetgever is zich bewust van de herhaalde kritiek op de plaatsvervanger en heeft in de loop der tijd diverse wetswijzigingen doorgevoerd. Zo dienen zij die plaatsvervanger wensen te worden vandaag een examen af te leggen. Dit vormt een eerste kwaliteitstoetsing. Daarnaast nemen plaatsvervangers zelf maatregelen om mogelijke nadelen te beperken. Zij vermijden bijvoorbeeld belangenverstrengeling in het gerecht door op te treden als vervanger in een andere rechtbank dan waar ze gewoonlijk pleiten als advocaat. Daarnaast hebben de rechtbanken zelf talrijke waarborgen ingevoerd. Zo hebben sommige een verbod ingevoerd op het uitoefenen van andere juridische functies naast het statuut van plaatsvervangend rechter.

 

Voordelen

Vervolgens verdienen ook de voordelen van het plaatsvervangerschap aandacht. Vacatures voor magistraten worden momenteel te traag ingevuld, wat leidt tot vertragingen in de rechtspraak. Bovendien is het onvermijdelijk dat een magistraat wegens ziekte of verlof tijdelijk afwezig is. Telkenmale zou dit ertoe leiden dat een zaak uitgesteld wordt. Gezien de lange wachttijden – soms tot twee jaar – is dit verre van wenselijk. Plaatsvervangers spelen daarom een cruciale rol in het waarborgen van de continuïteit binnen het gerecht. Daarnaast biedt het plaatsvervangerschap advocaten de mogelijkheid om kennis te maken met de functie van rechter. Op lange termijn kan dit bijdragen aan de instroom van nieuwe rechters. Tot slot kan de inzet van een externe partij tunnelvisie en groepsdenken binnen het gerecht voorkomen. Rechters die langdurig samenwerken, lopen het risico op ineffectieve beslissingsprocessen. Een plaatsvervanger kan hier een frisse blik brengen en de kwaliteit van de besluitvorming bevorderen.

 

Wijzigingen

De plaatsvervangende rechter vervult een noodzakelijke functie, maar het systeem is verre van perfect. In mijn thesis is daarom onderzocht welke verbeteringen mogelijk en noodzakelijk zijn. Deze voorgestelde aanpassingen zijn gebaseerd op de afgenomen interviews en een rechtsvergelijkende studie naar het Nederlandse systeem. Ten eerste moet de plaatsvervangende rechter uitsluitend worden ingezet voor zijn oorspronkelijke doel: het tijdelijk vervangen van een rechter. Het kan niet de bedoeling zijn dat zij de justitiële tekorten opvangen. Wanneer de plaatsvervanger enkel wordt ingezet voor zijn oorspronkelijke doel, verdwijnen een groot deel van de besproken nadelen. Bijkomend moet voorzien worden in een vergoeding voor de plaatsvervanger. Het is niet langer houdbaar dat zij onbezoldigd diensten leveren voor justitie. Bijgevolg zou dit ook de argwaan omtrent hun werkelijke motivatie wegnemen. Vervolgens moeten er duidelijke regels opgelegd worden die bepalen waar en wanneer plaatsvervangers niet kunnen optreden. Zo zou deze niet mogen zetelen als rechter in zaken waarin een kantoorgenoot van hem als raadsman optreedt. Ten slotte moet ook meer ingezet worden op praktijkgerichte opleidingen. 

 

Dient het Belgische rechtssysteem de plaatsvervangende rechter te behouden of af te schaffen? Hoewel dit in eerste instantie een eenvoudige vraagt lijkt, blijkt het in de praktijk een complexe denkoefening waar veel gevolgen mee gepaard gaan. Na een grondige analyse van zowel de voor- als nadelen, wordt gepleit voor het behoud van de plaatsvervangende rechters, zoals oorspronkelijk bedoeld.  Het tijdelijk vervangen van niet  beschikbare rechters, draagt bij aan de efficiënte van de rechtspraak. Een afschaffing van deze plaatsvervanger blijkt bovendien op korte termijn niet realistisch. Evenwel is aandacht nodig voor de bestaande risico’s en aandachtspunten. Het is niet het concept van de plaatsvervangende rechter dat moet vervangen worden, maar wel de praktische uitwerking die moet worden verbeterd. 

Bibliografie

1. Rechtsleer 

1.1. Boeken

  • BROECKX, K., Deontologie van de juridische beroepen, II, Deontologie van de magistraat, s.l., 2023, 209 p.
  • GIESEN, I., Asser Procesrecht 1 Beginselen van burgerlijk procesrecht, XI dln., Deventer, Wolters Kluwer, 2015, 508 p.
  • HARDYNS, W. en PEERAER, F., Onderzoeksmethoden, X, Onderzoeksstrategieën, Gent, UGent, 2021, 53 p.
  • KLAASSEN, C.J.M., KRANS, H.B., MEIJER, G.J. en SNIJDERS, H.J., Nederlands burgerlijk procesrecht, II, Hoofdrolspelers en hun bevoegdheden, Deventer, Kluwer 2022, 49 p.
  • TAELMAN, P., Syllabus burgerlijk procesrecht 2022-2023, II, Actoren van justitie, s.L., 2022, 70 p.
  • VAN HIEL, A. en ROETS, A., Sociale psychologie, XVII dln.,Gent, Academia Press, 2018, 720 p.
  • VAN LENNEP, R., Gerechtelijk Wetboek, Leuven, Universitas, 1696, 435 p.

 

1.2. Bijdragen in tijdschriften

  • BREWAEYS, E., “Werkende en plaatsvervangende rechters gelijk voor de wet”, Juristenkrant 2012, 9.
  • DELVOIE, G., “Over pianokrukjes en bijzettafeltjes: what’s in a name?”, RW 1996, nr. 6, 169 -173.
  • DE GROOT-VAN LEEUWEN, L., “Omstreden rechtspraak en rechters-plaatsvervangers”, Ars Aequi 2013, 386-388.
  • DE MEYST, D., SMET, S., THEUNIS, J., VLEUGELS, E., VRANCKEN, M., “Toetsing aan grondrechten door het Grondwettelijk Hof – Overzicht van rechtspraak 2020”, TBP 2022, afl. 3, 143-182.
  • DE WIT, J., “Advocaten mogen raadsheer blijven”, Juristenkrant 2008, afl. 164, 7.
  • INGELSE, P., “De blinddoek van de advocaat-rechter-plaatsvervanger zit niet goed”, NJB 1996, afl. 17, 632-636.
  • LAENENS, J., “De aanvullende kamers in de hoven van beroep”, RW 2001-02, afl. 33, 1187-1188.
  • LAENENS, J., “Justitie aan de beterhand”, TPR 2001, 157-173.
  • LAMON, H., “De ene rechter is de andere niet (of toch wel?)”, Juristenkrant 2015, 5.
  • MAGISTRATUUR & MAATSCHAPPIJ, “Opmerkingen op het voorstel om plaatsvervangende raadsheren te benoemen”, Panopticon 1995, 335-336.
  • MALSCH, M., “De rechter-plaatsvervanger erebaan of togavulling?”, Trema 2009, 432-437.
  • TERLOUW, A. en DE WILDE, M., “De rechter-plaatsvervanger. Nuttige outsider tegen groepsdenken”, NJB 2019,2553.
  • VAN ESPEN, H., “Versoepeling van de leeftijdsgrens voor de op rust gestelde magistraten die als plaatsvervangend magistraat optreden”, N.N.K. 2011, 23.
  • VRANKEN, J.B.M., “De advocaat als rechter-plaatsvervanger” (noot onder Hoge Raad 30 juni 2000), NJ 2001, 316.

     

1.3. Bijdragen in verzamelwerken

  • CAMBRÉ, B., en WAEGE, H., “Kwalitatief onderzoek en dataverzameling door open interviews” in BILLIET, J. en WAEGE, H. (eds.), Een samenleving onderzocht. Methoden van sociaal-wetenschappelijk onderzoek, s.l, Standaard uitgeverij, 2001, 315-342.
  • LAENENS, J., “De advocaat als 'doe-het-zelver'. De plaatsvervangende raadsheer” in MEEUSEN, J. (ed.), Hulde aan Prof. Dr. Jean Laenens, Antwerpen, Intersentia, 2008, 309-318.
  • STORME, M., ”Déontologie professionnelle et conduite loyale du procès Rapport belge” in VAN OEVELEN, A., STORME, M. en LEMMENS, P. (eds.), Rôle et organisation de magistrats et avocats dans les sociétés contemporaines, 9e Congrès mondial de droit judiciaire, Gent, Story-Scientia, 1992, 17-90.

1.4. Onlinebronnen

 

Download scriptie (4.71 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2024
Promotor(en)
Joke Baeck
Kernwoorden