"Rechtszekerheid gesloopt": onderzoek naar bevoegdheidsoverschrijding door de handhavende overheid van stedenbouw

Carla
Nijssen

– Carla Nijssen – 

Wat gebeurt er als de overheid de regels die zij zelf heeft opgesteld, negeert? In Vlaanderen blijkt dat burgers soms moeten opboksen tegen overheden die hun bevoegdheden overschrijden en beslissingen nemen die ingaan tegen de rechtszekerheid.

De stedenbouwkundige inspecteur geeft ondanks de vergunning opdracht aan een deurwaarder om een niet meer actuele strafrechtelijke veroordeling te betekenen en de uitvoering ervan na te streven. Dit zonder zelf partij, gemandateerde of vertegenwoordiger te zijn in de strafrechtelijke procedure.

“Justice will not be served  until those who are unaffected  are as outraged  as those who are!” – Benjamin Franklin –

De thesis is gebaseerd op waargebeurde feiten. De onderzochte casus vangt omstreeks de eeuwwisseling aan en is tot op heden nog steeds actueel. Deze zaak vormt de rode draad doorheen het onderzoek naar het exces ondanks een stedenbouwkundige vergunning.

 

De context

“Belgen zijn geboren met een baksteen in hun maag”.

Dit was ook zo voor de bouwheer die in 1998 samen met zijn partner een woonhuis kocht om daar hun stulpje van te maken. Ze hadden vele plannen gemaakt en keken enorm uit naar de toekomst.

De regelgeving had de afgelopen decennia reeds vele wijzigingen ondergaan, maar zou rond de eeuwwisseling hervormd worden, opdat eigenaars van woningen konden genieten van hun eigendom. 

De bouwheer werd verplicht om binnen vier maanden renovaties te doen om boetes te voorkomen. Het zou financieel onlogisch zijn om eerst te renoveren om later alsnog te herbouwen. De regelgeving liet echter langer op zich wachten dan vooropgesteld, dus werd aangeraden in afwachting te starten. De vergunning zou volgen. Dit was echter buiten de ambtenaar uit de buurt gerekend. Die legde pas op het allerlaatste moment de werken stil. Daarna volgde een strafrechtelijke veroordeling. Na een strijd van 5 jaar bekwam de bouwheer een definitieve regularisatievergunning op 19 februari 2003.

“Eind goed, al goed…”  Toch?   Of toch niet...?

 

Exces ondanks definitieve vergunning: “Wij doen dat omdat wij dat kunnen!”

Na de vele geruststellingen waaronder die van de inspectie zelf, en een huis dat zo goed als klaar was, gebeurde plots het ondenkbare. Op 18 november 2004 werd de niet meer actuele strafrechtelijke veroordeling alsnog betekend. 

Met als latere motivering: “Ik wens u attent te maken op de relatieve onafhankelijkheid tussen administratieve procedures enerzijds en de gerechtelijke afwikkelingen anderzijds. Dit impliceert dat de vorderende overheid (…), voor zover hij de mening is toegedaan dat de vergunning onwettig is, de uitvoering van een rechterlijke uitspraak (…) kan nastreven (…)”. 

Deze stelling is totaal in strijd met het recht. 

“Where-ever law ends,  tyranny begins!” – John Locke –

Bijvoorbeeld: er dient onderscheid gemaakt te worden tussen een veroordeling door de burgerlijke -en die van de strafrechter. In het laatste geval is de inspecteur niet zelf een partij van de gerechtelijke procedure; daarnaast beschikt de handhaver sinds 8 maart 2002 over geen vergunningverlenende bevoegdheid meer en kan dus ook niet meer autonoom oordelen over de wettigheid ervan; en tot slot: het anders behandelen van een regularisatievergunning dan een gewone vergunning zou de gelijkheid ervan schenden…


Eén ambtenaar, meerdere petten?

“When legislative and executive powers are united in one person,  or in the same body of magistrates, there can be no liberty!” – Montesquieu –

Aanvankelijk waren de vergunningverlenende -en handhavende bevoegdheden nog verenigd in de functie van de ‘gemachtigde ambtenaar’. 

Dit is echter in strijd met het de scheiding der machten en dus met het rechtsstaatbeginsel.

Nadat er nieuwe actoren werden gecreëerd als vervangers van de ‘gemachtigde ambtenaar’: m.n. de stedenbouwkundige ambtenaar voor de vergunningen en de stedenbouwkundige inspecteur voor het opsporen en vaststellen van stedenbouwkundige misdrijven, duurde het nog tot 8 maart 2002 opdat de voormelde bevoegdheden ‘volledig’ werden doorgeknipt. 

Ingevolge hiaten en anomalieën, die doorheen de tijd in de regelgeving zijn geslopen, slaagt de handhaver erin om definitief verworven rechten tot in de eeuwigheid te miskennen. Dit zonder over enige vergunningverlenende bevoegdheid te beschikken. Het zou immers de bevoegdheid van de vergunningverlener uithollen wanneer een andere dienst van de uitvoerende macht zou kunnen oordelen over het al dan niet toekennen van de vergunning.

 

‘Plakkertjespolitiek’ oplossing of utopie?

De Vlaamse regelgever zoekt reeds meer dan vijftig jaar naar dé oplossing voor deze eigenaars om rechtszekerheid te garanderen.

Tot op heden weet de handhavende overheid nog steeds hiaten en anomalieën in het recht te misbruiken om de niet meer actuele dwangsommen ten onrechte na te streven…

Het is beter om de oorzaak van een probleem te vinden en de kwestie in de kiem te smoren. 

Voorkomen is immers veel beter dan genezen.

Het gaat om alle bouwheren, die ingevolge het vaak toegepaste ad-hoc beleid van weleer, werken uitvoerden zonder voorafgaand in het bezit te zijn van een schriftelijke vergunning. 

Wie vergunningsplichte werken wil uitvoeren aan een huis, moet in principe wachten tot hij/zij beschikt over een stedenbouwkundige vergunning. Dit belet echter niet dat er ná de werken vergunning kan worden toegekend om de situatie terug in overeenstemming te brengen met het recht. In dat geval wordt gesproken over een regularisatievergunning.

 

Schild en Zwaard

Het ongenuanceerde uitgangspunt in het recht is: wat de burger is verboden, staat in de wet. Dit impliceert dat wat niet in de wet staat, toegestaan is. Bij de overheid is het andersom, hetgeen de overheid is toegestaan, staat in de wet. Aldus wat er niet in staat, is verboden. Maar ga eens zoeken wat ‘niet’ in de wet staat?

Tijdens het onderzoek werd duidelijk hoe machtig o.m. de ‘taal’ is als rechtsinstrument. Rechtsgevolgen zijn immers afhankelijk van de kwalificatie van elke (deel)situatie. Omdat dit onlosmakelijk verbonden is met rechtszekerheid en rechtsbescherming moeten burgers zich ook hiervan bewust zijn.

Het is teleurstellend dat het ‘Recht’ niet enkel het beschermend schild is tegen willekeurige machtsuitoefening, maar eveneens het zwaard is dat zulks mogelijk maakt.

 

Conclusie ‘Vervolgonderzoek’: Law in Books vs. Law in Action

Het antwoord op de behandelde onderzoeksvraag diende absoluut negatief beantwoord te worden. Dit heeft tot gevolg dat er een vervolgonderzoek zal plaatsvinden over hoe het verhaal verder ging…

 

 

 

Bibliografie

WETGEVING

Internationaal

Universele Verklaring van de Rechten voor de Mens, BS 31 maart 1949, 2.488.

Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden van 4 november 1950, BS 19 augustus 1955, 5.029, err. 29 juni 1961, 5.318.

Eerste aanvullend protocol bij het Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden van 20 maart 1952, BS 19 augustus 1955, 5.038.

Internationaal verdrag 19 december 1966 inzake burgerrechten en politieke rechten.

Verdrag van Wenen inzake het verdragenrecht 23 mei 1969, BS 25 december 1993, 28.707.

 

Supranationaal

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van 25 maart 1957, BS 25 december 1957, 9.184.

Verdrag betreffende de Europese Unie van 7 februari 1992, BS 30 oktober 1993, 23.844.

Europees Handvest inzake lokale autonomie, ondertekend in Straatsburg op 15 oktober 1985, BS 23 september 2004, 68.968.

Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie, Pb.C. 12 december 2007, afl. 364, 1.

 

Nationaal 

Gecoördineerde Grondwet 17 februari 1994, BS 17 februari 1994, 4.054.

Bijz.W. 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen, BS 15 augustus 1980, 9.343.

Bijz.Wet 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen, BS 14 januari 1989, 667.

Bijz.W. 8 augustus 1980 tot hervorming van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen, BS 16 juli 1993, 9.434.

Bijz.W. 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur, BS 20 juli 1993, 16.774.

Bijz.W. 16 juli 1993 houdende de wijzigingen van de bijzondere wet 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen, BS 20 juli 1993, 17.170. 

Wet 21 maart 1804 [oud] Burgerlijk Wetboek, BS 3 september 1807, 0.

Wetboek van strafvordering, BS 19 december 1808, 0.

Strafwetboek, BS 9 juni 1867, 3.133.

Wet 30 april 1836 Provinciewet, BS 27 november 1891, 1.891.

Wet 23 december 1946 houdende instelling van een Raad van State, BS 9 januari 1947, 190.

Wet 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedebouw, BS 12 april 1962, 3.000.

Wet 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek, BS  31 oktober 1967, 11.360. 

Wet 22 december 1970 tot wijziging Wet 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedebouw, BS 5 februari 1971, 1.377.

Gecoördineerde wetten op de Raad van State, BS 21 maart 1973, 3.461.

Wet 1 augustus 1974 tot oprichting van de gewestelijke instellingen, in voorbereiding van de toepassing van artikel 107quater van de Grondwet, BS 22 augustus 1974, 10.368, err. BS 29 augustus 1974, 10.368.

Gewone wet 9 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, BS 15 augustus 1980, 9.451.

Wet 16 juni 1989 houdende diverse institutionele hervormingen, BS 17 juni 1989, 10.882.

Wet 19 juli 1991 tot wijziging van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, houdende invoering van een administratief kort geding en instelling van een betrekking van griffierinformaticus, BS 12 oktober 1991, 22.620.

Wet 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen, BS 12 september 1991, 19.976.

Wet 12 maart 1998 tot verbetering van de rechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek het gerechtelijk onderzoek, BS 2 april 1998, 10.027.

Wet 6 januari 2014 met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 77 van de Grondwet, BS 31 januari 2014, 8.718.

Wet 20 januari 2014 houdende hervorming van de bevoegdheid, de procedureregeling en de organisatie van de Raad van State, BS 3 februari 2014, 9.067, err. BS 13 februari 2014, 12.410.

Wet 13 april 2019 tot invoering van een Burgerlijk Wetboek en tot invoering van boek 8 “Bewijs”, BS 14 mei 2019, 46.353.

Wet 4 februari 2020 houdende boek 3 “Goederen” van het Burgerlijk Wetboek, BS 17 maart 2020, 15.753.

Besluitwet 2 december 1946 betreffende den stedebouw, BS 26 december 1946, 10.588.

 

Akten ven de wetgevende macht: Frankrijk

Code civil (Frankrijk), PB 21 maart 1804, www.legifrance.gouv.fr

 

Vlaams Gewest

Decr.Vl 28 juni 1984 houdende aanvulling van de wet van 29 maart 1962 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedenbouw, BS 30 augustus 1984, 11.982.

Decr.Vl. 23 juni 1993 houdende wijziging van artikel 79 van de wet van 29 maart 1962 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedebouw, BS 14 augustus 1993, 17.991.

Decr.Vl. 23 juni 1993 houdende aanvulling met een artikel 87 van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedenbouw, BS 12 augustus 1993, 17.993.

Decr.Vl. 23 juni 1993 houdende aanvulling met een artikel 88 van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedenbouw, BS 12 augustus 1993, 17.993.

Decr.Vl. 13 juli 1994 houdende wijziging van artikel 79 van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en de stedenbouw, BS 17 september 1994, 23.645.

Decr.Vl. 13 juli 1994 houdende wijziging van artikel 87 van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en de stedenbouw, BS 17 september 1994, 23.648.

Decr.Vl. 19 april 1995 houdende de maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, BS 13 september 1995, 26.962. 

Decr.Vl. 19 april 1995 houdende de maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, BS 13 september 1995, 26.062.

Decr.Vl. 22 december 1995 houdende de bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, BS 30 december 1995, 36.108. 

Decr.Vl. 24 juli 1996 houdende de ruimtelijke planning, BS 27 juli 1996, 20.089.

Decr.Vl. 22 oktober 1996 betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996, BS 15 maart 1997, 6.106. 

Decr.Vl. 4 maart 1997 houdende de bekrachtiging van het besluit van de Vlaamse regering van 22 oktober 1996 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 24 september 1996 tot coördinatie van de wet van 29 maart 1962 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedenbouw, BS 15 maart 1997, 6.104.

Decr.Vl. 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, BS 19 augustus 1997, 21.110.

Decr.Vl. 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, BS  8 juni 1999, 21.001. 

Decr.Vl. 28 september 1999 houdende wijziging van de datum van inwerkingtreding van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, BS 30 september 1999, 36.933.

Decr.Vl. 26 april 2000 houdende de wijziging van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996, BS 29 april 2000, 13.586.

Decr.Vl. 13 juli 2001 houdende wijziging van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996, BS 3 augustus 2001, 26.676.

Decr.Vl. 8 maart 2002 houdende wijziging van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996, BS 23 maart 2002, 12.179.

Decr.Vl. 4 juni 2003 houdende wijziging van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, wat het handhavingsbeleid betreft, BS 22 augustus, 41.651.

Decr.Vl. 18 juli 2003 Kaderdecreet Bestuurlijk Beleid, BS  18 juli 2003, 41.659.

Decr.Vl. 21 november 2003 houdende wijziging van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996, BS 29 januari 2004, 05.564.

Decr.Vl. 19 maart 2004, BS 3 mei 2004.

Decr.Vl. 9 december 2005 Provinciedecreet, BS 29 december 2005, 56.891.

Decr.Vl. 10 maart 2006 houdende decretale aanpassingen inzake ruimtelijke ordening en onroerend erfgoed als gevolg van het bestuurlijk beleid, BS 7 juni 2006, 29.255.

Decr. Vl. 27 maart 2009 tot aanpassing en aanvulling van het ruimtelijk plannings-, vergunningen- en handhavingsbeleid, BS 15 mei 2009, 37.238.

Gecodificeerd Decr.Vl. 15 mei 2009, BS 20 augustus 2009, 54.890.

Decr.Vl 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, BS 23 oktober 2014, 82.085.

Decr.Vl. 22 december 2017 Decreet over het lokaal bestuur, BS 15 februari 2018, 11.050.

Decr.Vl. 7 december 2018 Bestuursdecreet, BS 19 december 2018, 100.723.

Decr. Vl. 14 juli 2023 Kaderdecreet over de handhaving van Vlaamse regelgeving, BS 29 augusustus 2023, 70.650.

Decr. Vl. 26 april 2024 tot wijziging van diverse decreten, wat betreft de implementatie van het Kaderdecreet Vlaamse Handhaving, BS 17 juni 2024, 75.571.

Decr. Vl. 17 mei 2024 tot wijziging van diverse decreten, wat het beheren en bewaren van bestuursdocumenten en persoonsgegevens betreft, BS 11 juni 2024, 73.760.

 

Besluiten 

Besluitwet 2 december 1946 betreffende den stedebouw, BS 26 december 1946, 10.588.

RB 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, BS 23 augustus 1948, 6.821.

KB 6 februari 1971 betreffende de behandeling en de openbaarmaking van de bouwaanvragen, BS 13 februari 1971, 1.769.

KB 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen, BS 10 februari 1973, 1.813. 

KB 2 april 1975 tot afbakening, binnen het raam van de bevoegdheden van het Ministerie van Openbare Werken, van de aangelegenheden waarin een verschillend regionaal beleid, geheel of gedeeltelijk, verantwoord is, BS 11 april 1975, 4.326.

KB 2 april 1975 betreffende het verlof dat aan sommige personeelsleden in overheidsdienst wordt verleend voor het verrichten van bepaalde prestaties ten behoeve van in de wetgevende vergaderingen van de Staat en van de Gemeenschap of de Gewesten erkende politieke groepen, respectievelijk ten behoeve van de voorzitters van die groepen, BS 11 april 1975, 4.320.

KB 13 december 1978 tot wijziging, voor het Vlaams Gewest, van het KB 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen, BS 13 januari 1979, 483.

KB 5 december 1991 tot bepaling van de rechtspleging in kort geding voor de Raad van State, BS 14 januari 1992, 564.

KB 22 december 2000 tot bepaling van de algemene principes van het administratief en geldelijk statuut van de ambtenaren, BS 9 januari 2000, 419.

B.Vl.Ex. 15 maart 1989 houdende bepaling van de gebieden van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen waarbinnen afwijkingen in verband met het verbouwen, het herbouwen of het uitbreiden van bestaande vergunde gebouwen niet of slechts gedeeltelijk kunnen worden toegestaan, BS  6 juni 1989, 10.003.

B.Vl.Reg. 22 oktober 1996 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 24 september 1996 tot coördinatie van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedenbouw, BS 15 maart 1997, 6.105.

B.Vl.Reg. 23 september 1997 houdende definitieve vaststelling van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, BS 21 maart 1998, 8.322.

B.Vl.R. 28 april 2000 betreffende de administratieve geldboete voor het overtreden van een bekrachtigd stakingsbevel, BS 13 mei 2000, 15.206.

B.Vl.Reg. 13 januari 2006 houdende vaststelling van de rechtspositie van het personeel van de diensten van de Vlaamse overheid, BS 27 maart 2006, 17.247.

B.Vl.Reg. 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, BS 23 februari 2016, 13.390.

B.Vl.Reg. 13 januari 2006 tot wijziging van het Vlaams Personeelsstatuut, wat betreft de hervorming van de selectieprocedures en andere bepalingen, en tot opheffing van het APKB, BS 1 september 2016, 59.179.

B.Vl.Reg. 9 februari 2018 betreffende de handhaving van de ruimtelijke ordening en tot wijziging en opheffing van diverse besluiten, BS 28 februari 2018, 17.798.

 

Ministeriële besluiten

MB 13 april 1962 houdende delegatie van de bevoegdheid van de Minister inzake ruimtelijke ordening en stedebouw, BS 21 april 1962, 88.888.

MB 6 februari 1971 tot delegatie van de bevoegdheid van de Minister inzake de ruimtelijke ordening en de stedebouw en tot aanwijzing van de gemachtigde ambtenaren, BS 9 februari 1971, 1.532.

Vl.Reg., Bakens voor de 21e eeuw. Regeerakkoord Vlaamse regering 1995-1999, 17 juni 1995, nr. 10 BZ 1995, https://kics.sport.vlaanderen/vlaamseregering/Documents/Vlaams %20regeerakkoord/950617_Vlaams_Regeerakkoord_1995-1999.pdf 

Vl.Reg., Beleidsbrief. Ruimtelijke structuur voor Vlaanderen. Opties voor een duurzaam en leefbaar ruimtebeheer. Beleidsprioriteiten 1995-1999, 13 november 1995, Parl.St. Vl.R 1995-1996, 157/1, https://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1014556.

MB 18 juli 2000 tot aanstelling van gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaren, gewestelijke planologische ambtenaren en gewestelijke stedenbouwkundige inspecteurs, BS 2 augustus 2000.

 

Commissievergaderingen en vragen (Vlaams parlement)

Verslag namens de Verenigde Commissies voor de Justitie en voor de Openbare Werken bij het ontwerp van wet tot wijziging van de 29 maart 1962 houdende de organisatie van de stedenbouw en de ruimtelijke ordening, Parl.St. Senaat 1969-70, nr. 525

Hand. VL.PARL. COMM. VOOR RUIMTELIJKE ORDENING, OPENBARE WERKEN EN VERVOER 1996-97, 7 januari 1997, nr. C26-C-RUI4,

Hand. VL.PARL. COMM. VOOR LEEFMILIEU, NATUURBEHOUD EN RUIMTELIJKE ORDENING 1999-00, 23 december 1999, nr. C45-LEE9.

Vr. en Antw., VL. PARL. COMM. VOOR LEEFMILIEU EN NATUUR, LANDBOUW, VISSERIJ EN PLATTELANDSBELEID EN RUIMTELIJKE ORDENING EN ONROEREND ERFGOED 2005-2006, 1 juni 2006, nr. 1.181 (P. LACHAERT, antw. D. VAN MECHELEN).

Vr. en Antw., VL. PARL. COMM. LEEFMILIEU, NATUUR, RUIMTELIJKE ORDENING, ENERGIE EN DIERENWELZIJN, 2014-2015, 9 december 2014, nr. 548 (M. VAN VOLCEM, antw. J. SCHAUWVLIEGE),  www.vlaamsparlement.be/commissies/commissievergaderingen/938019 /verslag/941211.

Vr. en Antw., VL. PARL. COMM. LEEFMILIEU, NATUUR, RUIMTELIJKE ORDENING, ENERGIE EN DIERENWELZIJN, 2015-2016, 16 februari 2016, nr. 772 (M. VAN VOLCEM, antw. J. SCHAUWVLIEGE),  www.vlaamsparlement.be/commissies/commissievergaderingen/ 1035483/verslag/1036765.

Vraag nr. 261 van de heer J. SAUWENS VL. PARL., 23 april 1999.

Vraag nr. 40 van de heer L. CEYSSENS, VL. PARL., 2009-2010, 28 oktober 2009, www. vlaamsparlement.be/nl/parlementair-werk/plenaire-vergaderingen/564317/verslag/564865

 

Parlementaire voorbereidingen

MvT bij ontwerp van wet tot wijziging van de Wet 29 maart 1962 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedenbouw, Parl.St. Senaat 1968-69, nr. 559.

Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedebouw, Parl.St. Kamer 1970-71, nr. 773/1.

Wetsontwerp houdende aanvulling van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedebouw, Parl.St. Vl.R 1983-84, nr. 260/1, 3-4.

Wetsontwerp tot instelling van federale ombudsmannen, Parl.St. Kamer 1993-94, nr. 1436/1.

Ontwerp van decreet houdende aanvulling van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedebouw, Parl.St. Vl.R. 1983-84, nr. 260/1-5.

Ontwerp van decreet houdende aanvulling met een artikel 87 van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedebouw, Parl.St. Vl.R. 1992-93, nr. 265/1-3.

MvT bij ontwerp van decreet houdende de ruimtelijke planning, Parl.St. Vl.R. 1995-96, nr. 360/1.

Ontwerp van decreet houdende bekrachtiging van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 oktober 1996 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 24 september 1996 tot coördinatie van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedebouw, Parl.St. Vl.Parl. 1996-97, 26 november 1996, nr. 489/1-2.

Adv.RvS nr. 24.762/1 bij het ontwerp van besluit van de Vlaamse regering tot coördinatie van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedebouw, BS 15 maart 1997, 6.105.

Ontwerp van decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor begrotingsjaar 1999 en beleidsbrief Openbare Werken, Vervoer en Ruimtelijke Ordening, Beleidsprioriteiten 1998-1999, Parl.St. Vl.Parl. 1998-99, nr. 13-G.

Ontwerp van decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1999, Parl.St. Vl.Parl. 1998-99, nr. 15/13-G, 11.

Ontwerp van decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, Parl.St Vl.Parl. 1998-99, nr. 1332/1-16.

MvT bij ontwerp van decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, Parl.St. Vl.Parl. 1998-99, nr. 1332/1.

Ontwerp van decreet houdende wijziging van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996, Parl.St. Vl.Parl. 1999-00, nr. 252/1-5.

MvT bij ontwerp van decreet houdende wijziging van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996, Parl.St. Vl.Parl., 1999-00, nr. 252/12.

Voorstel van decreet (J. COENS) houdende wijziging van decreten betreffende de ruimtelijke ordening, wat de zonevreemde woningen betreft, Parl.St. Vl.Parl. 2000-01, nr. 563/1-4.

Voorstel van decreet (P. HUYBRECHTS e.a.) houdende de regularisatie van de zonevreemde woningen, Parl.St. Vl.Parl. 2000-01, nr. 620/1-2.

Voorstel van decreet (P. LACHAERT e.a.) houdende wijziging van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, en van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996, Parl.St. Vl.Parl. 2000-01, nr. 720/1-7.

Voorstel van decreet (P. LACHAERT e.a.) houdende wijziging van de datum van inwerkingtreding van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, Parl.St. Vl.Parl. 1999-00, nr. 58/1.

SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD VAN VLAANDEREN (SERV), Advies over het ontwerp van decreet houdende wijziging van het decreet van 18 mei 1999 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996, 9 februari 2000, nr. 150, 17 (art. 22), www.serv.be/sites/default/files/ documenten/pdfpublicaties /150.pdf.

Ontwerp van decreet houdende wijziging van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996, Parl.St. Vl.Parl. 2001-02, nr. 968/1-5.

Ontwerp van decreet houdende de wijziging van het decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996, Parl.St. Vl.Parl. 1999-00, nr. 252/3, 5.

Voorstel van decreet (P. LACHAERT e.a.) houdende de wijziging van het decreet van 18 mei 1999 en van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996, Parl.St. Vl.Parl. 2001-02, nr. 1203/1-6.

Voorstel van decreet (P. LACHAERT e.a.) houdende wijziging van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, wat het handhavingsbeleid betreft, Parl.St. Vl.Parl. 2002-03, nr. 1566/1.

Ontwerp van decreet betreffende de handhaving van de omgevingsvergunning, Parl.St. Vl.Parl. 2013-14, nr. 2419/1.

Ontwerp van Bestuursdecreet, Parl.St. Vl.Parl. 2017-18, nr. 1.656.

MvT ontwerp van decreet tot wijziging van diverse decreten, wat betreft de implementatie van het kaderdecreet Vlaamse Handhaving, Parl.St. Vl.Parl. 2023-24, nr. 1960/1.

 

Pseudowetgeving 

Prioriteitennota Vlaamse Raad 13 maart 1995, vraag nr. 188 van 8 februari 1995 van de heer J. VANDEURZEN, “Stedenbouw-administraties – Burgerlijke-partijstelling en vorderingsrecht”.

VLAAMSE REGERING, Bakens voor de 21e eeuw. Regeerakkoord Vlaamse regering 1995-1999, 17 juni 1995, nr. 10 BZ 1995,  https://kics.sport.vlaanderen/vlaamseregering/ Documents/Vlaams%20regeerakkoord/950617 _Vlaams_Regeerakkoord_1995-1999.pdf.

Beleidsbrief. Ruimtelijke structuur voor Vlaanderen. Opties voor een duurzaam en leefbaar ruimtebeheer. Beleidsprioriteiten 1995-1999, Parl.St. Vl.R 1995-96, 157/1.

Beleidsbrief Ruimtelijke Structuur voor Vlaanderen. Beleidsprioriteiten 1997, Vl.Parl. Vl.Reg. 1996-97, nr. 464/1.

Beleidsbrief Openbare Werken, Vervoer en Ruimtelijke Ordening, Beleidsprioriteiten 1998-1999 EN verslag namens de commissie voor Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken en Vervoer (COENS e.a.) aan de commissie voor Financiën en Begroting, Parl.St. Vl.Parl. 1998-99, nr. 13-G, 11.

 

Omzendbrieven 

Omz.Vl. R.O. 94/1 en 94/2 toelichting bij het decreet van 13 juli 1994 houdende wijziging van artikel 79 van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedebouw - Zonevreemde gebouwen en wijzigingen van gebruik, BS 21 oktober 1994, 26.685.

Omz.Vl. RO 96/1 van 4 april 1996 betreffende de opheffing en herwerking van omzendbrieven en richtlijnen inzake ruimtelijke ordening, BS 21 mei 1996, 12.926, www.ejustice.just.fgov.be/mopdf/1996/05/21_1.pdf#page=46.

Omz.Vl. RO 97/04 van 4 april 1996 betreffende de verdere opheffing vna omzendbrieven en richtlijnen inzake ruimtelijke ordening, BS 21 juni 1997, 16.701, www.ejustice.just.fgov.be/mopdf/1997/06/21_1.pdf#page=47.

Omz.Vl. RO 97/05 van met betrekking tot de toepassing van art. 68, 1, c van het decreet houdende bekrachtiging van het besluit van de Vlaamse regering van 22 oktober 1996 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 24 september 1996 tot coördinatie van de wet van 29 maart 1962 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en de stedenbouw, BS 25 juli 1997, 21.659, www.ejustice.just.fgov.be/doc/rech_n.htm.

Omz.Vl. 14 december 2018 KB/ABB 2018/4 betreffende het bestuurlijk toezicht en de bekenmakingsplicht in het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en het Provinciedecreet van 9 december 2005, BS 24 januari 2019, 8.472, www.ejustice.just.fgov. be/mopdf/2019/01/24_1.pdf#Page168.

 

RECHTSPRAAK

Europees Hof voor de Rechten van de Mens

EHRM 8 juni 1976, nr. 5.100/71, 5.101/71, 5.102/71, 5.354/725.370/72, Engel e.a./Nederland.

EHRM 23 juni 1981, nr. 7.238/75, Le Compte, Van Leuven en De Meyere/België.

EHRM 23 september 1982, nr. 7151/75, ECLI:CE:ECHR:1984:1218JUD000715175, Sporrong en Lönnroth/Sweden. 

EHRM 24 juni 1993, nr. 14556/89, Papamichalopoulos and others/Greece. 

EHRM 24 november 1993, nr. 13.972/99, Imbrioscia/Zwitserland.

EHRM 10 februari 1995, nr. 15.175/89, Allenet de Ribemont/Frankrijk.

EHRM 27 november 2007, nr. 21861/03, Hamer/België.

EHRM 8 juni 1976, nr. 5100/71; 5101/71; 5102/71; 5354/72 en 5370/72, Engel and others/The Nederlands.

 

Hof van Justitie van de Europese Unie 

HvJ 14 mei 1974, nr. C-4/73, ECLI:EU:C:1974:51, Nold.

 

Grondwettelijk Hof 

Arbitragehof 8 juli 1997, nr. 37/97.

GwH 15 oktober 2002, nr. 151/2002. 

GwH 28 april 2004, nr. 65/2004. 

GwH 14 januari 2021, nr. 3/2021. 

 

Hof van Cassatie

Cass. 5 november 1920, Flandria-arrest. 

Cass. 27 mei 1971, Arr.Cass. 1971, (959) 967, N.V. Fromagerie Franco-Suise Le Ski.

Cass. 13 oktober 1975, A.C. 1976, 191.

Cass. 6 mei 1982, A.C. 1981-82, nr. 526.

Cass. 13 januari 1986, A.C. 1985-86, nr. 308.

Cass. 23 februari 1989, Arr.Cass. 1988-89, 725. 

Cass. 26 april 1989, nr. 5930, ECLI:BE:CASS:1989:ARR.19890426.8.

Cass. 29 oktober 1996, AR P.96.0336.N, ECLI:BE:CASS:1996:ARR.19961029.4.

Cass. 19 december 2002, C.02.0285.F.

Cass. 4 maart 2004, AR C.03.0346.N, ECLI:BE:CASS:2004:ARR.20040304.8, Nachtvluchten.

Cass. 1 maart 2010, AR C.09.0390.N, ECLI:BE:CASS:2010:ARR.20100301.4. 

Cass. 24 juni 2010, AR C.06.0415.N, ECLI:BE:CASS:2010:ARR.20100624.1, Antverpia.

Cass. 10 maart 2022, C.21.0274.N, ECLI:BE:CASS:2022:ARR.20220310.1N.3.

 

Raad van State

RvS 24 december 1954, nr. 3.955, Henquin.

RvS, 9 mei 1958, nr. 6.261, Domicent.

RvS 15 juni 1965, nr. 11.18.

RvS 9 mei 1967, nr. 12.378 tot 12.380, Gemeente Groot-bijgaarden.

RvS 4 juli 1967, nr. 12.512.

RvS 26 april 1969, nr. 13.527, De Hauw.

RvS 1 april 1977, nr. 18.213, Nelis.

RvS 11 september 1981, nr. 21.384, Eikendaelarrest, https://bib.kuleuven.be/rbib/collectie/ archieven/arrrvs /1981-9.pdf.

RvS 13 november 1980, nr. 20.207, Inghels.

RvS 28 november 1980, nr. 20.758, Sojcher-Rouselle.

RvS 11 september 1981, nr. 94.680. 

RvS 21 juni 1983, nr. 23.384, Stad Kortrijk.

RvS 25 juni 1984, nr. 24.483, vzw Raad van het Leefmilieu Brussel.

RvS 14 maart 1986, nr. 26.270, Prada.

RvS 27 maart 1986, nr. 26.321, Deroep.

RvS 17 januari 1991, nr. 32.249, Coene.

RvS 23 april 1991, nr. 36.833, Ledru.

RvS 25 juni 1991, nr. 37.291, Chabeau.

RvS 13 november 1991, nr. 38.101, Valckenaerts.

RvS 24 november 1994, nr. 50.365.

RvS 23 november 1995, nr. 56.421.

RvS 27 februari 1997, nr. 38.68.

RvS 30 maart 1998, nr. 72.837, Stoop.

RvS 1 april 1999, nr. 79.688, CV Igemo.

RvS 23 december 1999, nr. 84.387, Olivier.

RvS 10 mei 2000, nr. 87.166, vzw Boterstraatcomité en Ottevaere.

RvS 30 april 2002, nr; 106.212, Van der Smissen.

RvS 12 maart 2002, nr. 104.571, Van Walleghem.

RvS 7 juli 2003, nr. 121.421, nv Hulsbosch.

RvS 18 juli 2004, nr. 132.597, bvba Gebr. Keppens.

RvS 25 januari 2006, nr. 154.144, Pazmany en Van Noyen.

RvS 22 mei 2006, nr. 159.064, Geeraerts.

RvS 22 juni 2006, nr. 160.445, Bormans.

RvS 27 juni 2006, nr. 160.589, Vancoillie.

RvS 6 juli 2006, nr. 161.040.

RvS 27 oktober 2006, nr. 164.192.

RvS 7 mei 2007, nr. 170.825.

RvS 15 mei 2007, nr. 171.261, Lemmens.

RvS 19 juli 2007, nr. 173.589, Vuylsteke.

RvS 12 juli 2007, nr. 173.486, Gysembergs.

RvS 3 oktober 2007, nr. 175.308, Geeraerts.

RvS 10 oktober 2007, nr. 175.600, Wijns.

RvS 21 januari 2008, nr. 178.749, Gysbrechts.

RvS 23 januari 2008, nr. 178.833, De Rouc.

RvS 18 december 2008, nr. 1888.984, nv Total Belgium.

RvS 14 juni 2012, nr. 219.736, Conings.

 

Raad voor Vergunningsbetwistingen

RvVB 7 februari 2017, RvVB/A/1617/0535.

 

Gewone hoven en rechtbanken

HvB Antwerpen (12e k.) 22 maart 2004, 2004/682.

HvB Antwerpen (3e k.) 25 maart 2009, nr. 2008/AR/1116.

HvB Gent (14e k.) 31 maart 2015, 2010/AR/2307.

HvB Antwerpen (B4M k.) 19 oktober 2020, nr. 2019/AR/2063.

Corr. Hasselt (16e k.) 27 juni 2002, griffienr: 1215/02.

Beslagr. Hasselt 11 maart 2008, nr. 07/2324/A.

Beslagr. Hasselt 25 juli 2019, nr. 18/120A en 19/199/A.

 

RECHTSLEER

Boekwerken 

ADAMS, M. en POPELIER, P. (eds.), Recht en democratie. De democratische verbeelding in het recht, Antwerpen, Intersentia, 2004, 696 p.

ALEN, A. en MUYLLE, K., Compendium van het Belgisch staatsrecht, II dln., Mechelen, Kluwer, 2014, XX + 376 p.

ALLEMEERSCH, B., VAN ORSHOVEN, P. en VOET, S., Tussen gelijk hebben en gelijk krijgen, Leuven, Acco, 2016, 447 p.

BACON, T., The Elements of Power: Lessons on Leadership and Influence, New York, Amacon, 2011, 320 p.

BILLIET, C. M., Bestuurlijke sanctionering van milieurecht. Wetgeving en praktijk, Antwerpen, Intersentia, 2008, xxx + 995 p.

BOES, M. (ed.), Stedenbouw en ruimtelijke ordening in het Vlaams gewest, Gent, Larcier, 2006, 164 p.

BOUCKAERT, B. en DE WAELE, T., Ruimtelijke Ordening en Stedenbouw in het Vlaams Gewest, Brugge, Vanden Broele, 2004, XIII + 404 p.

BUEKENS, F. en DEMEY, L., Redeneren en argumenteren. Een inleiding voor juristen, Leuven, Acco, 2017, 373 p.

COHLIER, A.M., MILLER, B.C. en STONE, H. (eds.), MONTESQUIEU, The Spirit of the Laws, Cambridge, Cambridge University Press, 1989, xlvii + 757 p.

COMMISSIE EUROPEANISERING ALGEMEEN BESTUURSRECHT, Europa en het algemeen bestuursrecht. Burger en bestuur in de gemeenschappelijke rechtsorde, Den Haag, Boom juridisch, 2021, 268 p.

COREMANS, H., VAN DAMME, M., DUJARDIN, J., SEUTIN, B. en VERMEYLEN, G., Beginselen van wetgevingstechniek en behoorlijke regelgeving, Brugge, die Keure, 2016, XII + 296 p.

CURTIN, D.M. en WESSEL, R.A. (eds.), Good Governance and the European Union. Reflections on concepts, institution and substance, Antwerpen, Intersentia, 2005, 276 p. 

DE BAERE, G., LENAERTS, K., VAN NUFFEL, P. en WAUTERS, J., Publiekrecht II. Internationaal en Europees recht, UHasselt, 2014.

DEBEN, L., De optimale inrichting van de verkeersboete in België en Nederland vanuit een strafrechtelijk en bestuursrechtelijk perspectief: een juridische en rechtseconomische analyse, Antwerpen, Intersentia, 2007, xxi + 405 p.

DE KONINCK, C., Latijnse rechtsspreuken, Brugge, die Keure, 2016, XXXIV + 509 p. 

DENYS, S., Advisering in het bestuursrecht, Brugge, die Keure, 2013, XXV + 586 p.

DERUYK, F., Overzicht van het Belgisch strafprocesrecht, Brugge, Die Keure, 2014, XXIV + 259 p.

DE TAYE, S., De herstelmaatregelen bij bouwmisdrijven. Art. 68 en 70 van het Decreet betreffende de Ruimtelijke Ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996, Brussel, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, 1997.

DE TAEYE, S., Handhaving Ruimtelijke Ordening, Gent, Mys & Breesch, 1999.

DETROUX, L., EL BERHOUMI, M. en LOMBAERT, B (eds.), La légalité: un principe de la démocratie belge en péril, Brussel, Larcier, 2019, 900 p.

DE VROEDE, P. en GORUS, J., Inleiding tot het recht, Antwerpen, Kluwer, 2003, 425 p.

DE WOLF, D., DE BECKER, A., VAN PRAET, E. en VANDORMAAL, K.J., Onderzoek naar de bestuurlijke handhaving in de ruimtelijke ordening, Studie UHasselt en VUB, Brussel, 2012.

DONNER, A.M., Nederlands bestuursrecht: Algemeen deel, Alphen aan den Rijn, Samsom, 1987, 388 p.

DONNER, J.P.H., Staat in Beweging, Den Haag, WRR, 1998, 118 p.

DUJARDIN, J., VANDE LANOTTE, J., GOOSSENS, J. en GOEDERTIER, G., Basisbegrippen Publiekrecht, Brugge, die Keure, 2012, VIII + 435 p.

DUPONT, L., Beginselen van een behoorlijke strafrechtsbedeling: bijdrage tot het grondslagenonderzoek van het strafrecht, Antwerpen, Kluwer, 1979, 237 p.

DWORKIN, R., Taking rights seriously, Cambridge, Massachusetts, Harvard University Press, 1977, vi + 392 p.

FOQUE, R.M.G.E., TJEENK WILLINK, H.D. eb WEISGLAS, F.W., Stoelendansen met de macht, Den Haag, Tweede Kamer der Staten-Generaal, 117 p.

GORIS, J., Georganiseerde bestuurlijke beroepen, Brugge, die Keure, 2012, 888 p.

HAGE, J., Elementaire logica voor juristen (blokboek), Hasselt, Uhasselt, 2021, 108 p.

HUGUENIN, P., Conflichthantering en onderhandelen – effectief handelen bij conflicten en tegenstellingen, Houten, Bohn stafleu van loghum, 2004, 327 p.

HUBEAU, B. en PEREMANS, R., De sanctionering van stedenbouwkundige misdrijven. Strafrechtelijke, administratieve herstelmaatregelen, Brugge, die Keure, 1993, 264 p.

HUBEAU, B., CROMHEECKE, M., DE PRETER, F., ROELANDTS, B., SAGAERT, V., VAN LANDEGHEM, H., VANDENDURPEL, T. en VANDEWEVYVERE, W., Ruimtelijke ordening voor beginners, Brugge, die Keure, 2011, 256 p.

KESTEMONT, L., SCHOUKENS, P., HENDRIX, K. en TERRYN, E., Rechtswetenschappelijk schrijven, Leuven, Acco, 2020, 144 p.

KINGSTON, R.E. (ed.), Montesquieu and his legacy, Albany, State University of New York, 2009, xii + 336 p.

LARMUSEAU, I., SCHOUKENS, H., DE SMEDT, P., SLABBINCK, R., DU GARDEIN, L., DEFOORT, P.J., BEKÉ, K., S. DE MAESSCHALCK, S., HOUTHUYS, A., STRUBBE, M., VANDAMME, S., MALFAIT, T., PONCHAUT, C., DE WITTE, E. en THYSSEN, W., Vlaams Omgevingsrecht: (g)een Toren van Babel, Brugge, Vanden Broele, 2016, 333 p. 

LEENDERS, I., DE ROECK, V., VERKEST, J., DESMET, A., TOLLENAERE, V., VAN DEN BERGHE, J., VAN ACKER, F. en VANSANT, P., Zakboekje ruimtelijke ordening 2004, Mechelen, Kluwer, 2003, XLII + 740 p. 

LEENDERS, I., TOLLENAERE, V., VAN ASSCHE, P., COOPMAN, O., VANHERCK, K., VAN ACKER, F., DE WOLF, G., JOPPEN, L. en VANSANT, P., Zakboekje ruimtelijke ordening 2021, Mechelen, Wolters Kluwer, 2020, XLII + 702 p.

LEFRANCK, P., “Enkele aspecten van het handhavingsbeleid voor en na de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening” in DE KNIJF, I. (ed.), Bouwrecht van A(anneming) tot Z(akenrecht), Antwerpen, Maklu, 2009, p. 231-267.

LIERMAN, S., Publiekrecht I. Administratief recht (editie 2019-2020), Leuven, Acco, s.d., 421 p.

LINDEMANS, D. en BLANCKE, J., De bouw- en verkavelingsvergunning in het Vlaams Gewest, Heule, UGA, 1997, 283 p.

LUST, S., Rechtsbescherming tegen de (administratieve) overheid. Een inleiding, Brugge, die Keure, 2014, XII + 184.

LUST, S., SCHOLLEN, P. en VERBIST, S. (eds.), Actualia Rechtsbescherming tegen de Overheid, Antwerpen, Intersentia, 2014, x + 164 p.

MARTYN, G. en DEVLOO, R., Een kennismaking met recht en rechtspraktijk, Brugge, die Keure, 2012, 543 p. 

MAST, A., DUJARDIN, J., VAN DAMME, M. en VANDE LANOTTE, J., Overzicht van het Belgisch Administratief Recht, Mechelen, Kluwer, 2021, XXXIV + 1.618 p.

OPDEBEEK, I. en DE SOMER, S., Algemeen Bestuursrecht. Grondslagen en beginselen, Antwerpen, Intersentia, 2019, xL + 781 p.

OPDEBEEK, I. en DE SOMER, S., Bestuurlijke handhaving. Hoe door de bomen het bos nog zien?, Brugge, die Keure, 2018, XV + 222 p.

PALMANS, R. en JANSEN, R. (eds.), Niet-vergunde constructies – tussen gedogen en regulariseren, Antwerpen, Intersentia, 2020, xiv + 368 p.

POPELIER, P., De wet juridisch bekeken, Brugge, die Keure, 2004, IX + 424 p, https://bib. kuleuven.be/rbib/collectie/archieven/boeken/popelier-dewet-2004.pdf.

REINER, T., Stedenbouwkundige verordeningen, Brugge, die Keure, 2015, 288 p.

RUTGEERTS, J. Handboek Ruimtelijke Ordening in Vlaanderen & Brussel, Gent, Academia Press, 2005, 923 p. 

SAGAERT, V., TILLEMAN, B. en VERBEKE, A.L., Vermogensrecht in kort bestek, Antwerpen, Intersentia, 2019, xxxi + 524 p.

SCHLÖSSELS, R.J.N. en ZIJLSTRA, S.E., Bestuursrecht in de sociale rechtsstaat. Band 1, Deventer, Kluwer, 2024, XXXV + 877 p.

SMIS, S., JANSSENS, C., MIRGAUX, S. en VAN LAETHEM, K., Handboek mensenrechten. De internationale bescherming van de rechten van de mens, Antwerpen, Intersentia, 2011, xxiv + 660 p. 

SOTTIAUX, S. en REYBROUCK, K., De federale bevoegdheden, Antwerpen, Intersentia, 2019, xxiv + 892 p.

SOTTIAUX, S., Grondwettelijk recht, Antwerpen, Intersentia, 2021, xxiii + 516 p.

STEIN, P., Romain Law in European history, UK, Cambridge University Press, 1999, x + 137 p. 

TERRYN, E. (ed.), Juridisch Nederlands, Leuven, Acco, 2013, 120 p.

THEUNIS, J., De exceptie van onwettigheid, Brugge, die Keure, 2011, XXV + 777.

THIJS, R. Algemeen bestuursrecht in hoofdlijnen, Antwerpen, Intersentia, 2012, xxvii + 476 p. 

VAN DAMME, M., Overzicht van het Grondwettelijk Recht, Brugge, die Keure, 2015, 449 p.

VAN DAMME, M. en DE SUTTER, B., Raad van State II. Afdeling Wetgeving, Brugge, die Keure, 2013, 174.

VANDE LANOTTE, J., BRACKE, S. en GOEDERTIER, G., België voor beginners, Brugge, die Keure, 2010, 306 p.

VANDE LANOTTE, J., GOEDERTIER, G., HAECK, Y., GOOSSENS, J., DE PELSMAEKER, T., Belgisch Publiekrecht, II dln., Brugge, die Keure, 2015, XLVIII + 1.594.

VAN GARSSE, S. (ed.), Handboek Bestuursrecht, Brussel, Politeia, 2020, 362 p.

VAN HEUSDEN, B. en VAN HOORICK, G., Milieurecht in kort bestek, Antwerpen, Intersentia, 2016, xvii + 310 p. 

VAN HOECKE, M., De interpretatievrijheid van de rechter, Antwerpen, Kluwer, 1979, XVIII + 432 p.

VAN HOORICK, G., Ruimtelijke ordening, 7, https://biblio.ugent.be/publication/898793/file/ 898803.

VAN HOORICK, G., Handboek Ruimtelijk bestuursrecht, Antwerpen, Intersensia, 2011, 343 p.

VAN HOORICK, G. en VANDENHENDE, L., Omgevingsrecht in essentie, Antwerpen, Intersentia, 2022, xiii + 245 p.

VAN HOORICK, G., VANSANT, P. en VAN ACKER, F., Handhavingszakboekje 2004. Ruimtelijke Ordening, Mechelen, Kluwer, 2003, 300 p.

VANHOUDT, S. J. en CALEAERT, W., Belgisch Strafrecht, Gent, E. Story-Scientia, 1976, https://bib.kuleuven.be/rbib/collectie/archieven/boeken/vanhoudt-belgischstrafrecht-1976-3.pdf.

VANSANT, P., “Deel XIII. Hoofdstuk 7. De bij herstel betrokken overheden” in LEENDERS, I., TOLLENAERE, V, VAN ASSCHE, P., COOPMAN, O., VANHERCK, K., VAN ACKER, F., DE WOLF, G., JOPPEN, L. en VANSANT, P., Zakboekje ruimtelijke ordening 2021, Mechelen, Kluwer, 2020, 1231-1246.

VANSANT, P. en LEFRANC, P., Zakboekje Handhaving Ruimtelijke Ordening, Mechelen, Kluwer, 2023, 584 p.

VAN STERKENBURG, P.G.J. (ed.), Van Dale. Handwoordenboek van hedendaags Nederlands, Antwerpen, Van Dale Lexicografie, 1990, 1247 p.

VELAERS, J., Van Arbitragehof tot Grondwettelijk Hof, Antwerpen, Maklu, 1990, 578 p.

VERPLAETSE, J., For the sake of argument. Argumentatieleer voor juristen en ethici, Antwerpen, Maklu, 2008, 172 p.

 

Verzamelwerken 

ANKAERT, E. en PUT, J., “Het EVRM en bestuurlijke punitieve sancties” in ANKAERT, E., PUT, J., ADRIAANSE, P. C., BARKHUYSEN, T. en EMMERIK, M. L., Preadviezen Europeesrechtelijke eisen bij de toepassing van bestuurlijke punitieve sancties, Alphen aan den Rijn, Kluwer, 2006, (5) 5-13.

BAERT, G., MAEIJER, J.M., POLAK, J. SIMONT, L. STORME, M. en VAN GERVEN, W. (eds.), Gerechtelijk Recht. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Antwerpen, Kluwer, losbl., XXV + 754 p., https://bib.kuleuven.be/rbib/collectie/archieven/ boeken/ronse-liberamicorum-1986.pdf.

BAETEMAN, G., “De Raad van State op de drempel van de 21e eeuw” in BAETEMAN, G. DEBERSAQUES, G. en VAN DAMME, M. (eds.), 50 jaar Raad van State, Brugge, die Keure, 1998, 4.

BILLIET, C.M., “Lappendekens in de rechtshandhaving. Naar een publiekrechtelijke sanctionering in het omgevingsrecht” in BILLIET, C.M. en LAVRYSEN, L. (eds.), In de roos: doeltreffende sanctionering van omgevingsrecht, Brugge, die Keure, 2016, XIV + 330 p.

CLEYMAET, I., “Algemeen nutsdoel” in B. HUBEAU (ed.), Prakisch administratief recht, Wommelgem, Van In, 2018, 183.

DEBERSAQUES, G. en CHARLIER, F., “Hoofdstuk 1. Ruimtelijke ordening en stedenbouw” in ASTAES, J. e.a., Handboek Ruimtelijke Ordening en Stedenbouw (Deel 1), Brugge, die Keure, 2011, LXI + 1.419 p. 

DEBERSAQUES, G. en VAN LANDEGHEM, H., “Hoofdstuk 10. Handhaving”, in ASTAES, J. e.a., Handboek Ruimtelijke Ordening en Stedenbouw (Deel 1), Brugge, die Keure, 2011, LXI + 1.419 p.

DE RUYVER, D., “Het strafrechtelijk beleid in een postmoderne samenleving” in BALTHAZAR, T. (ed.), Update in de criminologie, Het strafrechtssysteem in de Laatmoderniteit, Universiteit Gent, Mechelen, Kluwer, 2004, 156 en 162.

DE RYNCK, F., “Hoofdstuk 10: Openbaar bestuur en beleidsvorming” in DEVOS, C. (ed.), Een plattegrond van de macht. Inleiding tot politiek en politieke wetenschappen, Gent, Academic Press, 2019, 438-475.

DRAYE, A.M., “Zonevreemdheid: definitieve oplossingen?” in K. DEKETELAERE en M (eds.), Jaarboek milieurecht 2001, Brugge, die Keure, 2002, 197-219.

DUMON, F., “Artikel 95 Gw [lees: artikel 147 Gw.]” in X. (eds.), Gerechtelijk Recht. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Antwerpen, Kluwer, losbl., 50 p., https://bib.kuleuven.be/rbib/collectie/archieven/boeken/ronse-liberamicorum-1986.pdf.

HUBEAU, B. (ed.), Het nieuwe decreet op de ruimtelijke ordening, Brugge, die Keure, 1999, XXXIII.

HUBEAU, B. (ed.), De recente evoluties en knelpunten in de ruimtelijke ordening en de stedenbouw (1998-2002), Brugge, die Keure, 2002, XVI + 240 p.

HUBEAU, B., VANDEVYVERE, W. en DEBERSAQUES, G. (eds.), Handboek Ruimtelijke ordening en stedenbouw (deel 1), Brugge, die Keure, 2011, lxv + 1480 p.

HUBEAU, B. (ed.), Ruimtelijke ordening voor beginners, Brugge, die Keure, 2011, 256 p.

HUBEAU, B. (ed.), Praktisch administratief recht, Wommelgem, Van In, 2018, 588 p.

LACOERE, P. en LEINFELDER, H., “Tijdloze ruimte. Planning voor Onbepaalde Duur, of hoe de gewestplannen tot stand kwamen”, VRP 2020, 12-17, https://lirias.kuleuven.be/ retrieve/593920.

LEFRANC, P., “Enkele aspecten van het handhavingsbeleid voor en na de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening” in Bouwrecht van 1(aanneming) tot Z(akenrecht) 1ste editie, Brussel, Intersentia, 2009, 231-267.

LINDEMANS, D. (ed.), Gedogen en bemiddelen in het bestuursrecht, Brugge, die Keure, 2003, XIV + 255 p.

MICHIELS, F.C.M.A., “Handhavingsrecht en handhavingsbeleid” in MICHIELS, F.C.M.A. en MULLER, E.R. (eds.), Handhaving. Bestuurlijk handhaven in Nederland, Deventer, Kluwer, 2006, (7) 8.

OPDEBEEK, I. en VAN DAMME, M. (eds.), Beginselen van behoorlijk bestuur, Brugge, die Keure, 2006, XXI + 491 p.

PALMANS, R. en JANSSENS, R. (eds.), Niet-vergunde constructies – tussen gedogen en regulariseren, Antwerpen, Intersentia, 2020, xvi + 367 p.

POPELIER, P., Repliek. Het legaliteitsbeginsel in verval, in DETROUX, L. e.a. (eds.), La Légalité. Un principe de la démocratie belge en péril?, Brussel, Larcier, 2019, 823-831.

SAGAERT, V., BAECK, J., CARETTE, N., LECOCQ, P., MUYLLE, M. en WYLLEMAN, A. (eds.), Het nieuwe goederenrecht, Antwerpen, Intersentia, 2021, xxii + 534 p.

SOETAERT, R., “Rechtsbeginselen en marginale toetsing in cassatie”, in BAERT, G. en RONSE, J.  (eds.), Liber Amicorum J. Ronse, Brussel, StoryScientia, 1986, XXVI + 754 p.

THEUNIS, J., “Het gelijkheidsbeginsel” in OPDEBEEK, I. en VAN DAMME, M. (eds.), Administratieve rechtsbibliotheek. Beginselen van behoorlijk bestuur, Brugge, die Keure, 2006, p. 201-234.

VAN HOORICK, G., “Ruimtelijke ordening” in Rechtskroniek voor het Notariaat deel 2, Brugge, die Keure, 2003, 57-140.

VAN HOORICK, G., “Ruimtelijke Ordening Rechtskroniek 2003” in G. VAN HOORICK (ed.), 85 (7), https://biblio.ugent.be/publication/898793/file/898803.

VAN ORSHOVEN, P. (ed.), Gerechtelijk privaatrecht 2000-2001, Brugge, die Keure, 2000, 106 p.

VANSANT, P., “Nemo iudex in causa sua of het onpartijdigheidsbeginsel” in HUBEAU, B. en POPELIER, P. (eds.), Behoorlijk ruimtelijke ordenen. Algemene beginselen van behoorlijk bestuur in de ruimtelijke ordening, Brugge, die Keure, 2002 (221), 234, nr. 36.

WYCKAERT, S., “De bestuurlijke regularisatie van de gevolgen van een overtreding ingevolge bemiddeling en overleg” in D. LINDEMANS (ed.), Gedogen en bemiddelen in het bestuursrecht, Brugge, die Keure, 2003, XIV + 255.

 

Tijdschriften

BEKAERT, H., “Een probatieproefneming”, RW 1848-49, kol. 35.

BILLIET, C.M., “Beginselen van behoorlijk bestuur en bestuurlijke handhaving. Evenredigheid en ruinigheid in het sanctioneringsproces”, TMR 2008, 298-309.

BIMBENET, C., DE MEYST, D., SMET, S., THEUNIS, J., VANCLEEF, S., VANDERSTEEGEN, L., VERBIST, S. en VRANCKEN, M. “De toetsing aan grondrechten door het Grondwettelijk Hof. Overzicht van rechtspraak 2018: 10. Het recht op eerbiediging van de eigendom”, TBP 2020, 107-148. 

BOES, M., “Kroniek ruimtelijke ordening en stedenbouw (1993-1998)”, RW 1998-99, 793-815.

BOES, M., “Kroniek ruimtelijke ordening (1999-2007) (slot)”, RW 2007-08, 1786-1810.

CASTERMANS, J., “Evolutie van het begrip bouwvergunning in de Belgische wetgeving”, Jura Falc.1970-71, 313-325, www.law.kuleuven.be/apps/jura/public/art/7n5/castermans.pdf.

COUWENBERG, S.W., “Eigendomsrecht en eigendomsopvattingen in ontwikkeling (I), Eigendom in een liberaal-democratische context, ESB 1982, https://esb.nu/wp-content/uploads/2022/11/editie_pdfs_1982_0011_tcm445-253280.pdf.

DE CONINCK, J. en VAN ALSENOY, K., “Een eerste ‘screen shot’ van het nieuwe handhavingsdecreet Ruimtelijke ordening: richting een Vlaamse omgevingshandhaving – meer bestuur minder rechter?”, MER 2014, afl. juli-augustus-september, (206) 208.

DEFOORT, P. J., “Een goede ruimtelijke ordening en vergunningen. Een juridisch overzicht”, TROS 2008, afl. 50, 93-117.

DESMET, A., “De minidecreten van 13 juli 1994. Een stand van zaken”, TROS 1997/6, 87-111.

DE SMEDT, P., “Vlaamse stedenbouwhandhaving: Eerste beschouwingen bij het decreet van 25 april 2014 betreffende de handhaving van de omgevingsvergunning – deel 1”, NJW 2015, nr. 317, p. 130-143.

DE SMEDT, P., “Vlaamse stedenbouwhandhaving: Eerste beschouwingen bij het decreet van 25 april 2014 betreffende de handhaving van de omgevingsvergunning – deel 2”, NJW 2015, nr. 318, p. 178-192.

GELDERS, M., “De bescherming van het eigendomsrecht volgens artikel 1 Eerste Protocol EVRM: Europees Hof voor de Rechten van de Mens: Griekenland (24 juni 1993)”, Jura Falc. 1994-95, afl. 2, (231) 267, www.law.kuleuven.be/apps/jura/public/art/31n2/gelders.pdf.

HUYSE, L. en VERDOODT, A., “Dertig jaar justitiebeleid. Kroniek van een aangekondigde crisis”, Panopticon 1999 (1), 11.

INDEKEU, B., “Bescherming tegen eigendomsbeperkingen van stedenbouwkundige aard, gezien door de bril van het EHRM en van de hoogste Belgische rechtscolleges”, RW 2018-2019, afl. 2, 43-60.

LACOERE, P. en LEINFELDER, H., “Tijdloze ruimte. Planning voor Onbepaalde Duur, of hoe de gewestplannen tot stand kwamen”, Ruimte 2020, p. 12-17, https://ppulresearch-kuleuven.be/wpcontent/uploads/2020/11/RUIMTE4706tijdloze-ruimte_def.pdf.

LEFRANC, P., “Het amnestiedecreet in de ruimtelijke ordening: zijn er alleen maar winnaars?”, TMR 2002, 2-32.

LUST, S., “De herstelvordering in het stedenbouwrecht. Een poging tot synthese”, TROS 1997, 224.

OOMS, A., “De uitvoerende bevoegdheid van de Koning: van conforme proclamatie tot eerste staatsmacht. Een historische analyse van artikel 108 Grondwet”, CDPK 2009, (195) 209-211.

PUT, J., “Naar een kaderwet administratieve sancties”, RW 2005-06, 321-336.

SLUYSMANS, J. en DE GRAAFF, R., “Ontwikkelingen in het eigendomsbegrip onder artikel 1 eerste protocol”, NTM/NJCM-Bull. Jrg. 39 [2014], nr. 3, (255) 271, https://njcm.nl/wp-content/uploads/ntm/ONTWIKKELINGEN-IN-HET-EIGENDOMSBEGRIP-ONDER-ARTIKEL-1-EERSTE-PROTOCOL.pdf 

VALKENIERS, M. “Regularisatie na bevolen herstel: wat nu?”, TOO 2016, afl. 1, 142-145.

VAN ACKER, F., “Het vergelijk en de regularisatie in het Decreet van 18 mei 1999”, TOGOR 2001, 31.

VANDENBRUWAENE, W., “Beginselen van behoorlijk bestuur: eindelijk grondwettelijke waarde?” (noot onder Cass. 1 maart 2010), RW 2010-11, 1092-1095.

VAN DE WEYER, P.J., “Rechterlijke toetsing van bestuurshandelen: hoe vol moet die rechtsmacht juist zijn?”, TBP 2021, afl. 2, (92) 92.

VAN HEUVEN, D. en RONSE, S., “De navelstreng tussen de regularisatievergunning en het vergelijk doorgeknipt”, TGEM 2002, 300-304.

VAN HOORICK, G. en RASSCHAERT, W., “Recente evoluties inzake ruimtelijke ordening en stedenbouw in het Vlaamse Gewest: algemeen, planning, verordeningen, planschade en planbaten”, T.Arg.R. 2000, 218-245, https://biblio.ugent.be/publication/898661/file/ 898672.

VAN HEUVEN, D. en RONSE, S., “De navelstreng tussen de regularisatievergunning en het vergelijk doorgeknipt”, TGEM 2000/2, 300.

VAN LOMMEL, J., “Kan de Hoge Raad voor het Herstelbeleid nog een stokje steken voor de ambtshalve uitvoering van de oude herstelvonnissen?”, TROS 2007, nr. 48, p. 313-318.

VANSANT, P., “Het ontkoppelingsdecreet of het juridisch failliet van het gekoppelde vergelijk”, TROS 2002, afl. 26, 105-121.

VENY, L., “Bestuurlijk toezicht op lokaal bestuur – Doorgedreven hervorming”, NJW 2018, 714-727.

VERHOFSTADT, D., “De negen strafrechtelijke principes van Cesare Beccaria”, Strafblad (Den Haag) 2014, Afl. 4, 301.

VICTOR. R., “Vernieuwing van de wet op de stedebouw en de ruimtelijke ordening”, RW 1970-71, 1113-1126.

WAGNER, K., “De navelstreng tussen de regularisatievergunning en het vergelijk doorgeknipt, TGEM 2004, afl. 4, 300-304.

WAUTERS, W., “Herstelvorderingen en herstelmaatregelen: ruimtelijk ordenen onder dwang”, CABG 2007, afl. 1, 21, nr. 35.

WYCKAERT, S., “De stedenbouwkundige regularisatie(vergunning): algemene beginselen”, TROS 2003, 305-320.

WYCKAERT, S., “Zonevreemdheid en regularisatie van overtredingen”, NJW 2005, 362-371.

 

Proefschriften en onderzoek

DERINE, R., Grenzen van het eigendomsrecht in de negentienede eeuw, Proefschrift tot bekokmen van de graad van geaggregeerde van het hoger onderwijs, Antwerpen, De Sikkel, 1955, XV + 306 p.,  https://bib.kuleuven.be/rbib/collectie/archieven/boeken/derine-grenzeneigendomsrecht-1955.pdf.

GROENEWEGEN, F.T., Wetsinterpretatie en rechtsvorming: een rechtstheoretisch onderzoek naar wetinterpretatie en rechtsvorming door de rechter in het bestuursrecht en het privaatrecht, Den Haag, Boom Juridische uitgevers, 2006, 234 p.

POPELIER, P., Rechtszekerheid als beginsel voor behoorlijke regelgeving, Doctoraat UAntwerpen, Intersentia, 1997, XIV + 663 p., https://bib.kuleuven.be/rbib/collectie/ archieven/boeken/popelier-rechtszekerheidalsbeginsel-1997.pdf.

ROZIE, J., OPDEBEEK, I. en TODTS, L., Opstellen van een set criteria voor depenalisering en toepassing ervan door het aanleveren van onderbouwde voorstellen tot depenalisering, Universiteit Antwerpen, 2020, 10-12.

VERBIST, S., De onteigening ten algemene nutte als instrument van de ruimtelijke ordening, Proefschrift tot het bekomen van de graad Doctor in de Rechten, KULeuven, 2011, xx + 623.

WAALDIJK, K., Motiveringsplichten van de wetgever, Doctoraat Maastricht, Lelystad, Koninklijke Vermande, 1994, 278, https://cris.maastrichtuniversity.nl/ws/portalfiles/portal/ 1734025/guid-8d82a32b-f55d-47a2-bde8-043d0a484475-ASSET1.0.pdf.

 

Andere (online)

AMNESTY INTERNATIONAL, Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (volledige tekst), www.amnesty.nl/encyclopedie/universele-verklaring-van-de-rechten-van-de-mens-uvrm-volledige-tekst.

BELGIUM.BE, De structuur van de federale staat en de bestuursniveaus, www.belgium.be/ nl/over_belgie/overheid/federale_staat/structuur.

BELGIUM.BE, De drie machten, www.belgium.be/nl/over_belgie/overheid/democratie/drie_ machten.

BROUWERS, M., “Spons over bouwmisdrijven”, De Standaard 27 juni 2001, www.standaard. be/cnt/dexa 27062001_003.

DE FEDERALE OMBUDSMAN, Wat is een schending van openbaar belang?www.federaalombudsman.be/nl/wat-is-een-schending-van-het-algemeen-belang.

GIJSENBERGH, J. en MENNEN, L., “RO-ambtenaren grijpen kans onder Duitse bezetting” in X, Binnenlands Bestuur, www.binnenlandsbestuur.nl/bestuur-en-organisatie/ambtenaar-oorlogstijd-ruimtelijke-ordening.

LACOERE, P. en LEINFELDER, H., “Tijdloze ruimte. Planning voor Onbepaalde Duur, of hoe de gewestplannen tot stand kwamen”, VRP 2020, 12-17, https://lirias.kuleuven.be/ retrieve/593920.

COUNCIL OF EUROPE, European Charter of Local Self-Government, https://rm.coe.int/the-congress-booklet-european-charter-of-local-self-government-dutch-v/168098bc68#:~:tek st=Het%20doel%20van%20het%20Europees,effectief%20deel%20te%20nemen%20aan.

LAND Advocaten, Overheid | Omgeving: Het drama van de zonevreemde woning, www.land-advocaten.be/nieuws/het-drama-van-de-zonevreemde-woning.

LEREN, Wat is macht?, www.leren.nl/cursus/sociale-vaardigheden/macht/wat-is-macht. html.

TICO, M.M., Descriptief, prescriptief en onuitgesproken conclusieswww.mihai.nl/sofist-factory/descriptief-prescriptief-en-onuitgesproken-conclusies/.

VAN HOORICK, G., Ruimtelijke ordeninghttps://biblio.ugent.be/publication/898793/ file/898803.

Vl. Parl., Geschiedenis van het Vlaams Parlement, www.vlaamsparlement.be/over-het-vlaams-parlement/geschiedenis-van-het-vlaams-parlement.

VLAANDEREN AGENTSCHAP JUSTITIE EN HANDHAVING, Handhavingsbeleid in Vlaanderenwww.vlaanderen.be/agentschap-justitie-en-handhaving/handhavingsbeleid-in-vlaanderen/ kaderdecreet-bestuurlijke-handhaving.

VLAANDEREN, Geopunt, 71035A0311/00COOO.

 

Woordenboeken

DIRIX, E., TILLEMAN, B. en VAN ORSHOVEN, P. (eds.), De Valks. Juridisch woordenboek, Antwerpen, Intersentia, 2011, xi + 621 p.

VAN STERKBURG, P.G.J. (ed.), Van Dale. Handwoordenboek Hedendaags Nederlands, Antwerpen, Van Dale Lexicografie, 1990, 1247 p.

Download scriptie (11.3 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Hasselt
Thesis jaar
2024
Promotor(en)
Professor dr. Carole M. BILLIET