Wist u dat er jaarlijks maar liefst 100.000 biggen in België geboren worden als ‘zwemmer’? Nee, we hebben het hier niet over varkens die een duik nemen in het zwembad, maar over een aangeboren afwijking die ervoor zorgt dat jonge biggen kreupel zijn. Het gevolg? De dieren kunnen zich amper voortbewegen en sterven vaak op een tragische manier. Ondanks de aanzienlijke impact van deze aandoening op de varkenshouderij, blijven de precieze oorzaken nog grotendeels onbekend.
Maar er is hoop! Deze scriptie heeft een veelbelovend gen geïdentificeerd dat mogelijk de sleutel is tot het begrijpen van zwemmers. Deze kennis biedt mogelijkheden voor genetische selectie en kan op jaarlijkse basis het welzijn van tienduizenden varkens verbeteren!
Ongeveer 3% van alle varkens wordt geboren met een aangeboren afwijking. De meest voorkomende hiervan is Porcine Congenital Splay leg syndrome (PCS), in de volksmond beter bekend als ‘zwemmers’. Biggen met PCS kunnen hun achterpoten niet goed gebruiken, waardoor ze in een soort spreidzithouding terechtkomen. Omdat de dieren minder mobiel zijn, worden ze vaak verpletterd door de moederzeug of sterven ze door verhongering wanneer ze niet bij de tepel kunnen komen om melk te drinken. Hoewel de aandoening vanzelf overgaat bij biggen die de eerste week overleven, loopt de sterfte op tot wel 50%.
De afwijking heeft niet alleen ernstige gevolgen voor dierenwelzijn, maar brengt ook een serieus prijskaartje met zich mee voor de varkenshouderij. Zowel big als boer zouden daarom veel baat hebben bij het begrijpen van de genetica achter ‘zwemmers’. Enkel met deze kennis kunnen we de aandoening selectief uit de varkenspopulatie verwijderen, wat zowel het welzijn van de dieren als de economische efficiëntie van de varkenssector aanzienlijk kan verbeteren.
Zoals velen zich misschien nog wel zullen herinneren uit de lessen biologie, vormt DNA de blauwdruk van ons lichaam. DNA is opgebouwd uit genen die ons lichaam instructies geven om eiwitten te vormen en op die manier bepaalde kenmerken te uiten. Vrijwel al onze eigenschappen, van haarkleur tot lichaamslengte, worden in zekere mate door onze genen bepaald. Genen kunnen in verschillende vormen voorkomen, die we DNA-varianten noemen. Deze varianten zorgen voor verschillen tussen individuen: zo heeft Jos bijvoorbeeld een blonde krullenbol terwijl Jan een bruine haardos heeft. Dit principe geldt natuurlijk ook voor varkens! Sommige varkens hebben bepaalde DNA-varianten die hen vatbaarder maken voor het ontwikkelen van ‘zwemmers’. Deze varianten worden doorgegeven van de ouderdieren – de zeug (moeder) en de beer (vader) - aan de nakomelingen en bepalen de gevoeligheid om zelf deze afwijking te ontwikkelen.
Zowel big als boer zouden veel baat hebben bij het begrijpen van de genetica achter 'zwemmers'.
Telkens wanneer er een nest biggetjes wordt geboren, bestaat er een kans dat hier één of meerdere zwemmers bij zitten. Hoe groot die kans is, wordt bepaald door verschillende factoren: de omgeving, de invloed van de zeug, maar zeker ook door het sperma (en dus de DNA-varianten) van de beer die voor bevruchting zorgde. Door op een slimme manier de genetica van beren die vaak zwemmers voortbrengen (cases) te vergelijken met die van beren die dat nooit doen (controles), kunnen we op zoek gaan naar de DNA-varianten die de aandoening veroorzaken. In de wetenschap noemen we deze methode een genoomwijde-associatie studie (GWAS). Na het uitvoeren van deze analyse kwam een opvallend resultaat naar boven: de beren die frequent zwemmers voortbrengen, bezitten vaak dezelfde DNA-varianten in een bepaalde regio op chromosoom 4. Er lijkt dus een verband te bestaan tussen deze genetische regio en het voorkomen van zwemmers.
In een logische vervolgstap werd gekeken naar welke genen precies in deze regio gelegen zijn. Daarbij werd een kandidaatgen gevonden dat een cruciale rol speelt bij de ontwikkeling van spieren tijdens de embryonale fase. Eerdere studies bij muizen tonen aan dat wanneer dit gen niet goed functioneert, een vertraagde spierontwikkeling in de ledenmaten kan optreden. Het lijkt dus heel goed mogelijk dat sommige varkens een specifieke DNA-variant van dit gen hebben die de ontwikkeling van hun poten belemmert. Toeval of niet? De eerste resultaten zien er in ieder geval veelbelovend uit!
Hoewel extra onderzoek vereist is om de voorgaande hypothese te bevestigen, biedt dit kandidaatgen een interessant vertrekpunt voor verdere studies. In de nabije toekomst kunnen we deze genetische regio gedetailleerd in kaart brengen om te begrijpen waarom specifieke DNA-varianten mogelijks zwemmers veroorzaken. Deze kennis geeft ons niet enkel meer inzicht in spierfysiologie, maar biedt ook de kans om de aandoening systematisch uit de varkenspopulatie te verwijderen. Door enkel beren zonder de ‘zwemmersgenen’ te gebruiken voor bevruchting, kunnen we ervoor zorgen dat er steeds minder kreupele biggen voorkomen. In de veehouderij wordt deze techniek aangeduid als ‘genetische selectie’. Op deze manier kunnen we jaarlijks het welzijn van tienduizenden varkens verbeteren. Stap voor stap (of liever poot voor poot) leggen we zo het pad voor een varkenshouderij zonder kreupele biggen!