De huisvesting van de grijze roodstaartpapegaai bij Vlaamse particuliere eigenaren
De grijze roodstaartpapegaai (Psittacus erithacus) is één van de meest geliefde huisdieren onder Vlaamse vogelliefhebbers. Ze staan bekend om hun intelligentie en sociale aard en dit resulteert in specifieke huisvestingsnoden om hun gezond en gelukkig te houden. Dit artikel bespreekt de resultaten van een onderzoek van Lara Nuyts, als onderdeel van haar bachelorproef aan de opleiding Agro- en Biotechnologie van hogeschool VIVES, naar de huisvesting van grijze roodstaartpapegaaien bij Vlaamse particuliere eigenaren en biedt inzichten in de uitdagingen en mogelijke oplossingen voor een betere verzorging van deze bijzondere dieren.
Sociaal gedrag en huisvesting
De grijze roodstaartpapegaai is een sociaal dier dat in het wild in groepen of paren leeft. Het is daarom belangrijk dat deze papegaaien in gevangenschap niet alleen worden gehouden. Uit het onderzoek, waarin 71 Vlaamse particuliere eigenaren werden bevraagd aan de hand van een enquête die liep van februari tot mei 2024, blijkt echter dat een meerderheid van de papegaaien individueel gehuisvest worden. Van de 53 respondenten die hun papegaai alleen huisvesten, krijgen slechts tien papegaaien de mogelijkheid tot contact met andere grijze roodstaartpapegaaien. Dit gebrek aan sociaal contact kan leiden tot ernstige gedragsproblemen, zoals verenplukken en andere vormen van destructief gedrag.
Materiaal en inrichting van het verblijf
Het materiaal waarvan het verblijf van de papegaai is gemaakt, is van cruciaal belang voor hun gezondheid. Aluminium werd door de meeste respondenten genoemd, namelijk zeventien van de 67 respondenten, als het hoofdmateriaal van hun papegaaienverblijf. Toch hebben dertien van de 67 respondenten verblijven van gegalvaniseerd staal, een materiaal dat schadelijk kan zijn voor papegaaien vanwege het risico op zinkintoxicatie. Dit is een zorgwekkende bevinding, aangezien papegaaien hun bek gebruiken tijdens het klimmen en de neiging hebben om aan objecten te knagen en zo zink binnen kunnen krijgen.
Daarnaast werd ook de spijlenrichting bevraagd. Om papegaaien in staat te stellen te klimmen, is het belangrijk dat de spijlen horizontaal georiënteerd staan. Hoewel 39 van de 66 respondenten aangaven dat het papegaaienverblijf horizontale spijlenrichting heeft, voldoen 26 niet aan deze behoefte. Dit betekent dat een aanzienlijk deel van de papegaaien mogelijk onvoldoende fysieke activiteit kunnen uitoefenen in hun verblijf.
Plaatsing van het hoofdverblijf
De locatie van het hoofdverblijf in het huishouden is een andere belangrijke factor. Uit dit onderzoek blijkt dat 42 van de 66 respondenten hun papegaai(en) in de woonkamer huisvesten. Hoewel dit de sociale interacties met mensen verhoogt, kan het leiden tot stress voor de papegaai, zeker als de ruimte te druk is en de papegaai hier niet door kan rusten en slapen. Papegaaien hebben een dag- en nachtcyclus van 12 uur, waardoor ze bij minder dan 10 à 12 uur nachtrust gezondheidsproblemen ervaren. Gezien het ritme van veel mensen, is de kans op slaaptekort dus reëel/veelvoorkomend bij papegaaien die in de woonkamer gehuisvest worden.
UV-licht en schuilplaatsen
Het is van belang dat papegaaiachtige UV-licht in het hoofdverblijf aangeboden krijgen. Papegaaien gebruiken UV-licht in hun dagelijks leven om te communiceren, foerageren en bij het kiezen van hun partner. Het is ook belangrijk om vitamine D3 aan te maken in de huid en in de stuitklier. Zonder UV-licht krijgen ze onvoldoende vitamine D3 binnen. Uit het onderzoek blijkt dat 61 van de 65 eigenaren geen UV-licht in het hoofdverblijf aanbieden. Van de 67 eigenaren, zijn er 57 die hun grijze roodstaartpapegaaien binnen huisvesten en enkel vier hiervan maken gebruik van UV-licht.
49 van de 65 papegaaieneigenaren maken geen gebruik van schuilplaatsen. Grijze roodstaartpapegaaien zijn prooidieren en bij gevaar voelen ze zich enkel veilig in hun schuilplaats. Bij gebrek aan schuilplaatsen treedt er angst en stress op.
Ecologische behoeften
Het onderzoek toont aan dat slechts drie van de 71 eigenaren voldoen aan alle ecologische behoeften van de grijze roodstaartpapegaai. Deze behoeften omvatten onder andere het houden van minimaal twee papegaaien, het hebben van meerdere zitstokken en uit verschillende materialen, het gebruik van UV-lampen en de mogelijkheid om dagelijks te vliegen. Het niet voldoen aan deze criteria kan leiden tot ernstige gezondheidsproblemen en een verminderde levenskwaliteit voor de grijze roodstaartpapegaaien.
Aanbevelingen voor een betere huisvesting
Op basis van de onderzoeksresultaten is het duidelijk dat er een aanzienlijke behoefte is aan meer educatie en bewustwording onder papegaaieneigenaren in Vlaanderen. Om de levenskwaliteit van grijze roodstaartpapegaaien te verbeteren, moeten eigenaren beter worden geïnformeerd over de juiste huisvesting en verzorging. Dit kan worden bereikt door dierenartsen, gespecialiseerde winkels en online bronnen die eigenaren van gedetailleerde en toegankelijke informatie voorzien.
Het is ook aan te bevelen dat potentiële papegaaieneigenaren grondig onderzoek doen voordat ze een vogel aanschaffen. Ze moeten zich bewust zijn van de complexiteit van het houden van een papegaai en ervoor zorgen dat ze in staat zijn om aan de ecologische behoeften van het dier te voldoen. Dit omvat niet alleen het bieden van een geschikte huisvesting, maar ook het waarborgen van sociaal contact, variatie in voeding en mogelijkheden voor fysieke en mentale stimulatie.
Conclusie
De grijze roodstaartpapegaai is een veeleisend huisdier dat specifieke zorg en aandacht vereist. Hoewel veel Vlaamse particuliere eigenaren zich inzetten om hun papegaaien goed te verzorgen, toont dit onderzoek aan dat er nog ruimte is voor verbetering. Door meer nadruk te leggen op educatie, kunnen we ervoor zorgen dat deze intelligente en gevoelige vogels een beter leven leiden in gevangenschap. Uiteindelijk is het doel om elke grijze roodstaartpapegaai in Vlaanderen een gelukkig en gezond leven te bieden, waarin al hun ecologische en sociale behoeften worden vervuld.
Anderson, P. (2003). A Bird in the House: An Anthropological Perspective on Companion Parrots. Society & animals, 393-418.
Auersperg, A. M., & von Bayern, A. M. (2019). Who’s a clever bird — now? A brief history of parrot cognition. 391-407.
Baker, P. (2012). Parrots will be parrots - understanding parrots' behavioural needs. Veterinary Nursing Journal, 457-459.
Bradley Bays, T., Lightfoot, T. L., & Mayer, J. (2006). Exotic Pet Behavior: Birds, Reptiles, and Small Mammals. London: Elsevier Health Sciences.
Chitty, J., & Monks, D. (2018). BSAVA Manual of Avian Practice: A Foundation Manual. Quedgeley, Gloucester, England: British Small Animal Veterinary Association.
Dierenwelzijnswet. (2018, 6 15). Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het welzijn van in gevangenschap gehouden roofvogels. Opgehaald van Wetgeving dierenwelzijn.
Duncan, I. J., & Hawkins, P. (2010). The Welfare of Domestic Fowl and Other Captive Birds. Dordrecht: Springer Netherlands.
Evans, M. (2001). Environmental enrichments for pet parrots. In practice (London 1979) , 596.
Grandin, T. (2020). Review of Stress and Animal Welfare by Donald Broom and Ken G. Johnson. Animals, 363.
Grant, R. A., Montrose, T. V., & Wills, A. P. (2017). ExNOTic: Should We Be Keeping Exotic Pets? Animals (Basel), 47.
Hess, L., Clubb, S., Echols, S. M., Forbes, N., Hernandez, S., Hooimeijer, J., . . . Speer, B. (2016). Parrots: Appropiate Pets of Best Not Bred? Journal of avian medicine and surgery, 286-297.
Indranil., S., & Bandyopadhyay, S. (2017). Pet bird diseases and care. Singapore: Springer Singapore.
Jayson, S. L., Williams, D. L., & Wood, J. L. (2014). Prevalence and Risk Factors of Feather Plucking in African Grey Parrots (Psittacus erithacus erithacus and Psittacus erithacus timneh) and Cockatoos (Cacatua spp.). Journal of exotic pet medecine, 250-257.
Jennifer A. West, V. T. (2019). Effects of Fluorescent Lighting Versus Sunlight Exposure on Calcium, Magnesium, Vitamin D, and Feather Destructive Behavior in Hispaniolan Amazon Parrots (Amazona ventralis). Journal of Avian Medicine and Surgery, 235–244.
Jones, A. K., Tully, T. N., & Dorrestein, G. M. (2009). Handbook of avian medicine. England: Elsevier/Saunders.
Magaletti, M., & Costa, D. E. (2022). Parrots kepts as pets: welfare cases in Geneva canton. Journal of veterinary behavior, 84-84.
Peng, S. J.-L., Chang, F.-C., Sheng-Ting, J. I., & Fei, A. C.-Y. (2013). Welfare Assessment of Flight-restrained Captive Birds: Effects of Inhibition of Locomotion. 235.
Peng, S., & Broom, D. M. (2021). The sustainability of Keeping Birds as Pets: Should Any Be Kept? Animals (Basel), 582.
Tygesen, A., & Forkman, B. (2023). The Parrot-Owner Relationship and Problem Behaviors in Parrots. Anthrozoös, 985-997.
Tynes, V. V. (2010). Behavior of Exotic Pets. Sweetwater, Texas, USA: Wiley-Blackwell.