Auteursrecht als schild van de creatieve sector tegen het monster dat GenAI heet

Kwinten
Masureel

In enkele seconden een volledig nieuw verhaaltje genereren, een muziekstuk, een script voor een toneelstuk of een afbeelding in de stijl van je favoriete schilder: generatieve AI maakt het allemaal mogelijk. GenAI is opwindend, vernieuwend en ongetwijfeld technologisch revolutionair. Maar wat het ook is, is een economische bedreiging voor de creatieve sector. Elk vlug gegenereerd logo met ChatGPT, elk nieuw websitedesign gemaakt met GenAI, elke vormgeving die vroeger het werk was van een grafisch ontwerper, het zijn stuk voor stuk voorbeelden van kansen die de creatieve sector verliest door het gebruik van GenAI.

Zorgt het gebruik van GenAI voor het verlies van auteursrecht?

Het auteursrecht kan in de strijd van de creatieve sector tegen deze evolutie een belangrijke rol spelen. Wanneer een bedrijf, influencer of schrijver geld wil verdienen aan zijn creaties, is auteursrecht op die creatie noodzakelijk. Auteursrechten zorgen immers voor een verbod op het kopiëren en verspreiden van werken zonder toestemming van de auteur.

Om auteursrecht te verkrijgen is originaliteit vereist. Dat juridische begrip werd door de rechtspraak ingevuld: een werk is origineel wanneer het een eigen intellectuele schepping van de auteur vormt. Volgens het Europese Hof van Justitie is dat het geval wanneer de auteur voldoende vrije en creatieve keuzes heeft gemaakt. Of gebruikers van GenAI bij het creëren van hun werken aan dat criterium voldoen, is onduidelijk. Temeer omdat er verschillende vormen bestaan van het gebruik van GenAI.

Beperkte internationale rechtspraak wijst op een tendens naar een strikte interpretatie van dat criterium. Creaties die ontstonden op basis van eenvoudige prompts zullen waarschijnlijk geen aanleiding geven tot het ontstaan van auteursrechten. Dat is ook de manier waarop de meeste mensen met systemen zoals ChatGPT werken: een korte input die meteen een afgewerkte output oplevert.

Een stap verder is het zogenaamde prompt engineering. Daarbij stuurt men het AI-systeem met uitgebreide en gerichte prompts, vaak in opeenvolgende stappen. Of de gebruiker in zo’n proces voldoende vrije keuzes maakt om als auteur te worden beschouwd, blijft onderwerp van discussie. Dat blijkt ook uit de rechtspraak. Zo werden twee gelijkaardige zaken volledig anders beoordeeld in de Verenigde Staten en in China. In de Verenigde Staten wees de rechter de aanvraag tot auteursrecht af, terwijl het gerecht in Peking besloot dat wél auteursrecht kon worden toegekend.

Daarnaast is er een evolutie merkbaar waarbij het bewijs van menselijke tussenkomst belangrijker wordt. Vandaag geldt nog een vermoeden van menselijk auteurschap, maar dat zou in de toekomst kunnen kantelen.

Onzekerheid over auteursrecht in België en Europa

Tot op vandaag is het onzeker of op gegenereerde werken volgens het Belgisch en Europees recht überhaupt auteursrecht kan gelden. Over één punt bestaat wel consensus in de rechtsleer: werken die volledig autonoom door AI werden gecreëerd, kunnen nooit auteursrechtelijk beschermd zijn. De wet vereist nu eenmaal een menselijke auteur. Wanneer werken echter deels met behulp van AI tot stand komen, bestaat er grote onduidelijkheid.

Dat gebrek aan duidelijkheid zorgt niet alleen voor rechtsonzekerheid, maar roept ook fundamentele vragen op. Intellectuele rechten verlenen een tijdelijk monopolie op de exploitatie van een werk. Ze zijn bedoeld als economische prikkel voor bedrijven om te innoveren, voor kunstenaars om hun beroep te kunnen blijven uitoefenen en voor ondernemingen om een merk op te bouwen. Willen we als maatschappij dezelfde rechten verlenen aan een werk dat in enkele seconden door AI werd gegenereerd als aan een creatie die het resultaat is van investeringen, risico’s, jarenlange oefening en talent? Of moeten rechten enkel gelden wanneer een aantoonbaar en wezenlijk deel van het creatieve proces door een mens werd uitgevoerd? En als dat zo is, hoe bewijs je dat dan? Heerst er een vermoeden van menselijkheid of net niet?

Auteursrecht als vergoedingsbasis voor AI-training

Auteursrecht kan de creatieve sector ook op een andere manier beschermen. Zo is al duidelijk geworden dat AI-modellen vaak getraind worden op auteursrechtelijk beschermde werken. Met gerichte prompts kan men vandaag een werk laten genereren dat volledig in de stijl van een bepaalde kunstenaar is gemaakt. Om tal van redenen kan een auteur daar bezwaar tegen hebben.

Auteursrecht bepaalt dat men niet zonder toestemming van de auteur een werk mag kopiëren. Tijdens het ontwikkelen van AI-modellen gebeurt dat echter wél, door het proces van tekst- en datamining. Daarbij worden enorme hoeveelheden data, waaronder ook auteursrechtelijk beschermde werken, tijdelijk gekopieerd om de modellen te trainen. In principe zou dat niet zijn toegestaan, maar een Europese richtlijn heeft dat principe omgedraaid.

Door die richtlijn moeten auteurs, wanneer zij een werk online publiceren, expliciet via een opt-outclausule aangeven dat zij niet willen dat hun werk wordt gebruikt voor AI-training. Maar zelfs over de rechtsgeldigheid en vormvoorwaarden van zo’n clausule bestaat geen zekerheid. Dat maakt de regeling moeilijk afdwingbaar en zorgt ervoor dat miljoenen creatieve werken onbewust meebouwen aan AI-systemen, zonder toestemming of vergoeding.

Ook dat aspect roept tal van vragen op. Moet er een vergoedingsregeling komen voor het gebruik van auteursrechtelijk beschermde werken voor AI-training? En belemmert de mogelijkheid tot opt-out de technologische vooruitgang van AI?

Onzekerheid overheerst dus over beide aspecten van het auteursrecht wanneer het in aanraking komt met deze nieuwe technologische realiteit.

Een recht op herziening

GenAI is geen onschuldig speeltje meer, maar een kracht die onze definitie van creativiteit zelf herschrijft. Terwijl kunstenaars, schrijvers en ontwerpers zich afvragen of hun werk nog iets menselijks waard is, moet ook het recht zijn spiegelbeeld zoeken. Kan een wet die eeuwenlang de pen beschermde, ook standhouden tegen de code? De toekomst van het auteursrecht, en van de creatieve mens, hangt daarvan af.

Bibliografie

Wetgeving

Internationale verdragen 

  • Berner Conventie voor de bescherming van werken van letterkunde en kunst van 9 september 1886,aangevuld te Parijs op 4 mei 1896, herzien te Berlijn op 13 november 1908, aangevuld te Bern op 20 maart 1914, herzien te Rome op 2 juni 1928, te Brussel op 26 juni 1948, te Stockholm op 14 juli 1967 en te Parijs op 24 juli 1971
  • Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom van 2005 (BVEU)
  • Verdrag van 14 juli 1967 tot oprichting van de Wereldorganisatie voor de Intellectuele Eigendom
  • Unieverdrag van Parijs tot bescherming van de industriële eigendom van 20 maart 1883
  • Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de Intellectuele Eigendom

Europese wetgeving

Verdragen

  • Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU)
  • Artt. 101 t.e.m. 109 VWEU
  • Art. 288 VWEU

    Verordeningen

  • Verordening 2024/1689 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juni 2024 tot vaststelling van geharmoniseerde regels betreffende artificiële intelligentie en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 300/2008, (EU) nr. 167/2013, (EU) 2018/858, (EU) 2018/1139 en EU 2019/2144, en de Richtlijnen 2014/90/EU, (EU) 2016/797 en (EU) 2020/1828
  • Verordening (EU) 2019/1020 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende markttoezicht en conformiteit van producten en tot wijziging van Richtlijn 2004/42/EG en de Verordeningen (EG) nr. 765/2008 en (EU) nr. 305/2011
  • Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 339/93

 

Richtlijnen

  • Richtlijn (EU) 2019/790 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 inzake auteursrechten en naburige rechten in de digitale eengemaakte markt en tot wijziging van Richtlijnen 96/9/EG en 2001/29/EG (Voor de EER relevante tekst.), 130, EP, CONSIL 17 april 2019, http://data.europa.eu/eli/dir/2019/790/oj/nld
  • Richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij, Pb. 2001, L 167, 10

Nationale wetgeving

  • Art. 143 ev. oud BW
  • Art. 1583 oud BW
  • Art. XI.165, §1 WER
  • Art. XI.190, 20° WER
  • Boek XI, WER
  • Wet 19 juni 2022 tot omzetting van Richtlijn (EU) 2019/790 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 inzake auteursrechten en naburige rechten in de digitale eengemaakte markt en tot wijziging van Richtlijnen 96/9/EG en 2001/29/EG (1), BS 1 augustus 2022, 60.173
  • Wet 22 mei 2005 houdende de omzetting in Belgisch recht van de Europese Richtlijn 2001/29/EG van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij, BS 27 mei 2005, 24.997
  • Wet van 25 maart 1999 betreffende de toepassing op de Belgen van zekere bepalingen van de Berner Conventie voor de bescherming van werken van letterkunde en kunst van 9 september 1886, aangevuld te Parijs op 4 mei 1896, herzien te Berlijn op 13 november 1908, aangevuld te Bern op 20 maart 1914, herzien te Rome op 2 juni 1928, te Brussel op 26 juni 1948, te Stockholm op 14 juli 1967 en te Parijs op 24 juli 1971, gedaan te Parijs op 24 juli 1971 en van het Internationaal Verdrag inzake de bescherming van uitvoerende kunstenaars, producenten van fonogrammen en omroeporganisaties, gedaan te Rome op 26 oktober 1961, BS 10 november 1999, 41.931, http://www.ejustice.just.fgov.be/eli/wet/1999/03/25/1999015238/staatsblad

Wetgeving uit andere landen

Uitvoeringsbesluiten, adviezen Raad van State, stukken Parlement/Senaat

  • Advies RvS, nr. 69.558/2 van 30 juni 2021, Parl.St. Kamer 2021-22, nr. 55-2608/001, 214
  • Schriftelijke vraag nr. 8-19 van de heer P. van Rompuy, SENAAT, 2024-2025, 18 december 2024
  • Schriftelijke vraag nr. 8-89 van de heer P. van Rompuy, SENAAT, 2024-2025, 12 maart 2025
  •  

Europese rechtspraak

Rechtsleer (zowel nationaal als internationaal)

Standaardwerken

  • BASEDOW, J., DE MIGUEL ASENIO, P., DINWOODIE, G., DREXL, J. HEINZE, C., KUR, A., METZGER, A., PEUKERT, A., TORREMANS, P., VAN EECHOUD, M., CONTRIBUTERS, ‘Conflict of laws in intellectual property : the CLIP principles and commentary / European Max Planck Group on Conflict of Laws in Intellectual Property (CLIP)’, Oxford University Press, 2013. (raadpleegbaar via: https://www.ip.mpg.de/fileadmin/ipmpg/content/clip/Final_Text_1_Decembe…)
  • GOTZEN, F., JANSSENS, M.C., ‘Wegwijs in het intellectueel eigendomsrecht’, Brugge, Vanden Broele, 2009, 7.
  • VANHEES H., Handboek intellectuele rechten, Intersentia, 2020

Bijdragen in tijdschriften en verzamelwerken

  • BOURGOEOIS, K., STAS, K., ‘Algoritmische prijsbepaling en artificiële intelligentie: mededingingsrechtelijke aspecten’, Artificiële intelligentie door de ogen van de bedrijfsjurist, Intersentia, 2022, p. 1-18
  • GEIREGAT, S., ‘Bewijs van auteursrechtbescherming in het post-GenAI-tijdperk’, AM, 2024/4, 497-510
  • GOTZEN, F., JANSENS, M.C. ‘Kunstmatige Kunst, Bedenkingen bij de toepassing van het auteursrecht op Artificiële Intelligentie’, AM, 2018-2019-3
  • GUO, M., ‘Internet court’s challenges and future in China’, Computer Law & Security Review, 2021, 40, 105522. doi: 10.1016/j.clsr.2020.105522
  • HARDMAN, B., HOUSEL, J., ‘A Sui Generis Approach to the Protection of AI-Generated Works: Balancing Innovation and Authorship’, SSRN Electronic Journal, 2023https://doi.org/10.2139/ssrn.4557004
  • HARTMANN, C., E.M. ALLAN, J. HUGENHOLTZ, P., QUINTAIS, J.P., GERVAIS, D., ‘Trends and Developments in Artificial Intelligence – Challenges to the Intellectual Property Rights Framework, Final Report’, European Union, 2020, https://digital-strategy.ec.europa.eu/en/library/trends-and-developments-artificial-intelligence-challenges-intellectual-property-rights-framework
  • KERKHOFS, V., ‘Artificiële intelligentie en strafrechtelijke verantwoordelijkheid’, NC, 2022/0
  • MARGONI, T., ‘TDM and generative AI: Lawful access and opt-outs’, AM 2024/2, 172
  • MARGONI, T., KRETSCHMER, M., ‘A deeper look into the EU Text and Datamining Exceptions: Harmonisation, Data Ownership, and the Future of Technology’, GRUG International 2022, 2, https://doi.org/101093/gruint/ikac054
  • PEDE, V., VANHERPE, J., ‘Auteursrechtelijke bescherming van een opvouwbare handtas: Gezakt of niet gezakt, that is the question’, R.A.B.G., 2017/20, 1562-1566
  • WYMEERSCH, P., ‘Terms of Use on the Commercialisation of AI-Produced Images and Copyright Protection’,EIPR, 2024 issue 6, 374.

Academische literatuur, communicatie vanuit de overheid

Actualiteit, persartikels, juridische blogartikels

Andere (internet-)bronnen

Download scriptie (2.48 MB)
Universiteit of Hogeschool
HOGENT
Thesis jaar
2025
Promotor(en)
Heemeryck Kim