Filosofie is grappig. Iedereen moet wel schateren bij het werk van comedians als Alex Agnew, Amelie Albrecht of Bart De Wever, maar zou u raar kijken moest iemand schuddebuiken bij het lezen van Plato of Kant? Geloof het of niet: filosofie en comedy zijn nauw verweven met elkaar. Sterker nog: om de kritische rol van humor – als deze tenminste wordt opgenomen – eer aan te doen, is filosofie de discipline bij uitstek om hierbij te helpen.
Laat ons eerst even stilstaan bij hét tovermiddel om een grap te laten werken: de clou. Klassiek bestaat een komische sketch uit 3 momenten: een situatieschets (bijvoorbeeld: een skelet komt een café binnen), een opbouw (bestelt een pint) en een punch-line (én een dweil). Waarschijnlijk, en volledig terecht, zal er niemand dijenkletsen wanneer dit op een podium verteld wordt. De structuur is waar het hier om gaat. De clou dient om het voorafgaande te herinterpreteren: zonder de pointe is er geen aanwijzing dat er een grap is. Sloveense filosofe Alenka Zupančič zal dit karakteriseren als het samenvallen van twee tegengestelde ordes. In een grap wordt namelijk allereerst een spontaan verloop voorgesteld, waarna een ander proces dit onderbreekt – en deze dynamiek zien we in veel voorbeelden. Neem de onsterfelijke en hoogst hilarische punch-line uit de film Airplane! (1980): “Surely you can’t be serious. I am serious. And don’t call me Shirley”. Wat zich hier toont, is een confrontatie tussen register 1, die aan het woord “surely” de gebruikelijke betekenis van “are you sure?” toekent, en register 2, die “surely” verwart met het gelijkaardige “Shirley”.
Nu: wat is het ingrediënt dat filosofie hieraan toevoegt? Daarvoor loont het om te kijken naar de teksten van de Pruisische filosoof Georg Wilhelm Friedrich Hegel. Voor Hegel gaat kritiek gepaard met een onderbreking in ons denken. Kritiek, opgevat als een stilzetten van de spontane orde, betekent dat we deze regelmaat met zichzelf moeten confronteren. Onze “proto-Duitse” vriend had een term voor dit proces: Aufhebung. Het doel van deze confrontatie is een regelmaat stopzetten en herinterpreteren. Dit betekent dat comedy en filosofie beide een botsing beogen van een zeker domein (politiek, wetenschap, cultuur...) met zichzelf. Neem als voorbeeld de parodische ‘Scary Movie’-films. Daarbij wordt het genre ‘horror’, met al haar (on)uitgesproken voorschriften met zichzelf geconfronteerd door deze regels te overdrijven: de hut in het bos, teveel bloed... Door deze confrontatie worden twee zaken duidelijk: wat de gewoontes van de parodie zijn en dat ze willekeurig zijn.
Dit houdt in dat comedy altijd achteraf komt: er moet eerst gelopen worden voordat je tegen een muur kan lopen. Filosofen en comedians zijn de loebassen van wie het werk bestaat uit muren bouwen om tegen te knallen.
En nu komt de vraag die misschien iedereen begaan met filosofie stelt: waarom? Want wat betekent het om de eigenaardige regels te tonen van iets wat op het eerste gezicht vanzelfsprekend lijkt? Een grap, hoe onschuldig ze ook is, stelt altijd iets in vraag omdat het ons noodzakelijk de voorafgaande situatie laat herinterpreteren. Filosofie, in haar zuivere vorm, is een interpretatie van het denken zelf. Door de confrontatie aan te gaan met andere denkers gaat het eigen wereldbeeld haar absurditeiten blootleggen. Daardoor biedt het dat denken de mogelijkheid zichzelf te bevragen – een inzicht dat te vinden is bij Hegel.
Om te illustreren hoe deze analyse vruchtbaar is, laat ons even kijken naar de collega’s aan de andere kant van de oceaan. Trumps geintjes kunnen niet kritisch zijn omdat ze de politieke organisatie niet on hold kunnen zetten: het beleid zelf is een grap. Het gevaar hiervan is, zoals te merken aan de budgetcuts van gerenommeerde talkshows, dat deze staat kiest welke absurditeiten ze bevestigt. Als de Trump-administratie zelf kiest waar deze spiegel staat, bepaalt het welke bedenkingen toegelaten zijn. Dit betekent dat het geen echte kritiek vormt: een onderbreking die te verwachten is, heeft weinig impact. Iemand die muren rond zichzelf bouwt, loopt niet het risico om te botsen. Filosofie en comedy gaan daarom hand in hand: beide activiteiten werken onderbrekend en tonen de absurditeit van een vanzelfsprekendheid. Dit betekent dat de onderbreking zelf geen spontaan verloop mag kennen, maar een bron moet zijn voor gefundeerde maatschappijkritiek.
Kortom: wat we van dit onderzoek kunnen leren, is dat we meer Hegelianen nodig hebben in de jury van de Slimste Mens.
Beziau, Jean-Yves, Mihir K. Chakraborty, en Soma Dutta. New Directions in Paraconsistent Logic: 5th WCP, Kolkata, India, February 2014. Springer Proceedings in Mathematics & Statistics, v. 152. New Delhi: Springer India, 2016.
Brecht, Bertolt. Flüchtlingsgespräche. Erweiterte Ausgabe, 5. Auflage. Suhrkamp-Taschenbuch 3129. Frankfurt am Main: Suhrkamp, 2016.
‘De kloosterregel van de H. Benedictus’. Geraadpleegd 13 december 2024. https://www.tenbunderen.be/benedictusregel.html.
Evans, Dylan. An Introductory Dictionary of Lacanian Psychoanalysis. Repr. London: Routledge, 1997.
Freud, Sigmund, en Anna Freud. Der Witz und seine Beziehung zum Unbewussten. 6. Auflage Frankfurt am Main: S. Fischer, 1978.
———. Werke aus den Jahren 1925-1931. 14. London : Imago, 1948.
Hegel, Georg Wilhelm Friedrich. Fenomenologie van de geest. Vertaald door Willem Visser. Amsterdam: Uitgeverij Boom, 2013.
———. Phänomenologie des Geistes. Onder redactie van Eva Moldenhauer en Karl Markus Michel. Theorie-Werkausgabe Werke in zwanzig Bänden / Hegel, Georg Wilhelm Friedrich 3. Frankfurt am Main: Suhrkamp, 1974.
———. Vorlesungen über die Ästhetik. Onder redactie van Eva Moldenhauer en Karl Markus Michel. Theorie-Werkausgabe Werke in zwanzig Bänden / Hegel, Georg Wilhelm Friedrich 3. Frankfurt am Main: Suhrkamp, 1973.
———. Wissenschaft der Logik. Erster Band. Die objektive Logik. Erstes Buch. Das Sein (1812): Nach dem Text von G.W.F. Hegel, Gesammelte Werke, Band 11. Onder redactie van Hans J. Gawoll. Philosophische Bibliothek, v. 375. Hamburg: Felix Meiner Verlag, 2017.
———. Wissenschaft der Logik. Erster Band. Die objektive Logik. Zweites Buch. Die Lehre vom Wesen (1813): Nach dem Text der Gesammelten Werke, Band 11. Philosophische Bibliothek, v. 376. Hamburg: Felix Meiner Verlag, 2017.
Houlgate, Stephen. Hegel on Being. London New York (N.Y.): Bloomsbury academic, 2022.
———. ‘Hegel on Comedy: From Art to Religion’. Revue internationale de philosophie 309, nr. 3 (9 oktober 2024): 91-118. https://doi.org/10.3917/rip.309.0091.
Huzarski, Maciej. ‘Symptomatic Comedy. On Alenka Zupančič’s The Odd One In and Happiness’. Open Philosophy 7, nr. 1 (1 januari 2024). https://doi.org/10.1515/opphil-2024-0010.
Hyppolite, Jean. Logique et existence: essai sur la logique de Hegel. 4. éd. Épiméthée. Paris: Presses Univ. de France, 2002.
Kant, Immanuel. Gesammelte Schriften. Hrsg.: Bd. 1–22 Preussische Akademie der Wissenschaften, Bd. 23 Deutsche Akademie der Wissenschaften zu Berlin, ab Bd. 24 Akademie der Wissenschaften zu Göttingen. vols. Berlin 1900ff., z.d.
———. Kritik der reinen Vernunft. Onder redactie van Jens Timmermann. Philosophische Bibliothek, Bd. 505. Hamburg: F. Meiner, 1998.
Keymeulen, Kobe. ‘Analysis, Hegel and the Seventh Art’. Psychoanalytische Perspectieven 39, nr. 2 (2021): 217-37.
Lacan, Jacques. ‘Le séminaire de Jacques Lacan. 5: Les formations de l’inconscient, 1957 - 1958’. Paris: Éd. du Seuil, 1998.
Malcolm, Norman Adrian. ‘Ludwig Wittgenstein : a memoir’. London : Oxford university press, 1958.
Mascat, Jamila M. H. ‘Hegel and the Misadventures of Consciousness: On Comedy and Revolutionary Partisanship’. In The Object of Comedy: Philosophies and Performances, onder redactie van Jamila M. H. Mascat en Gregor Moder, 51-73. Cham: Springer International Publishing, 2019. https://doi.org/10.1007/978-3-030-27742-0_4.
Mascat, Jamila M. H., en Gregor Moder, red. The Object of Comedy: Philosophies and Performances. Performance Philosophy. Cham, Switzerland: Palgrave Macmillan, 2019.
Maybee, Julie E. ‘Hegel’s Dialectics’. In The Stanford Encyclopedia of Philosophy, onder redactie van Edward N. Zalta, Winter 2020. Metaphysics Research Lab, Stanford University, 2020. https://plato.stanford.edu/archives/win2020/entries/hegel-dialectics/.
McGowan, Todd. Emancipation after Hegel: achieving a contradictory revolution. New York: Columbia University Press, 2019.
———. Only a Joke Can Save Us: A Theory of Comedy. Diaeresis. Evanston, Ill: Northwestern University Press, 2017.
———. ‘The Insubstantiality of Substance, Or, Why We Should Read Hegel’s Philosophy of Nature’, z.d.
Morreall, John. ‘Philosophy of Humor’. In The Stanford Encyclopedia of Philosophy, onder redactie van Edward N. Zalta en Uri Nodelman, Fall 2024. Metaphysics Research Lab, Stanford University, 2024. https://plato.stanford.edu/archives/fall2024/entries/humor/.
Roche, Mark W. ‘Hegel’s Theory of Comedy in the Context of Hegelian and Modern Reflections on Comedy’. Revue Internationale de Philosophie 221, nr. 3 (2002): 411-30. https://doi.org/10.3917/rip.221.0411.
Solomon, Robert Charles. In the Spirit of Hegel: A Study of G. W. F. Hegel’s " Phenomenology of Spirit ". New York Oxford: Oxford University press, 1983.
Žižek, Slavoj. The Most Sublime Hysteric: Hegel with Lacan. Vertaald door Thomas Scott-Railton. Cambridge: Polity, 2014.
———. The Sublime Object of Ideology. The Essential Žižek. London New York: Verso, 2008.
Žižek, Slavoj, Audun Mortensen, en Momus. Zizek’s Jokes: Did You Hear the One about Hegel and Negation? The MIT Press Ser. Cambridge: The MIT Press, 2014.
Žižek, Slavoj, Elizabeth Wright, en Edmond Leo Wright. The Žižek Reader. Blackwell Readers. Oxford: Blackwell, 1999.
Zupančič, Alenka. ‘Between Aufhebung and Verneinung’. HEGEL( ’S) TODAY, Crisis and Critique, 4, nr. 1 (2017): 257.
———. The Odd One in: On Comedy. Short Circuits. Cambridge, Mass: MIT Press, 2008.
———. ‘Where Does Dirt Come From?’ In The Object of Comedy: Philosophies and Performances, onder redactie van Jamila M. H. Mascat en Gregor Moder, 129-42. Cham: Springer International Publishing, 2019. https://doi.org/10.1007/978-3-030-27742-0_8.