Femke Blum
Achter de stalen gevel van de Woning L. te Z. staat een antieke vitrinekast vol porseleinen herinneringen. Ze vult net zoals de zware houten tafel met bijpassende stoelen de ruimte met een diepe, houten geur. De kast lijkt misplaatst in de strakke, hedendaagse woning, maar illustreert hoe bewoners vandaag met het verleden omgaan. In Vlaanderen zijn dit soort ‘goede kamers’ nagenoeg uitgestorven. Toch toont mijn masterproef dat enkele kenmerken van de goede kamer verrassend actueel zijn. Ik onderzocht hoe elementen van de goede kamer vandaag opnieuw opduiken in hedendaagse vraagstukken over wooncultuur en architectuurpraktijk.
De goede kamer behoort tot de verleden tijd. Het was een donkere maar nette kamer, tot de rand gevuld met prullaria, erfstukken en meubels. Ze fungeerde als toneel. Er werd een levensstijl opgevoerd die zelden overeenkwam met de werkelijkheid.
“De voorplaats, dat was een plaatsje die bij het huis paste maar waar dat er eigenlijk niet in geleefd werd.” –Justine
Deze kamers vol opsmuk horen thuis in de woningen van onze grootouders of zelfs hun overgrootouders, maar toch niet in de onze? Gedurende mijn masterproef deelden 24 geïnterviewden hun herinneringen en ervaringen aan de goede kamers uit hun kindertijd. Deze informatie liet toe een nieuwe definitie voor deze ruimte te formuleren: de goede kamer was de representatieve kamer aan de voorkant van de woning, waar geschiedenis een plaats krijgt, voorbehouden voor het niet-alledaagse, met manipuleerbare grenzen en een alternatief comfort.
Die vijf elementen vormen het narratief voor mijn masterproef. De nieuwe definitie laat de vergelijking met de hedendaagse projecten en discussies toe. Hoe gaat architectuur vandaag om met wat we tonen, erven, organiseren, begrenzen en voelen? Door middel van vijf gesprekken met architecten transformeren de theoretische vragen naar concrete voorbeelden.
Aan de hedendaagse projecten gaat steeds een historische uiteenzetting vooraf over het kenmerk. Die manier van neerschrijven belicht de onderliggende rationaliteit van de kenmerken, alsook waarom het kenmerk vandaag opnieuw zo interessant kan zijn. Deze wisselwerking tussen heden en verleden laat toe vragen op tafel te leggen over de hedendaagse wooncultuur en architectuurpraktijk.
Zo was het beperkte comfort in de historische goede kamer een noodzaak en een gevolg van haar functie. Ze kende zelden gebruik en bleef dus voornamelijk koud en vochtig. Bovendien was brandstof voor de middenklasse een duur luxeproduct dat men, wanneer aanwezig, voor de keuken gebruikte. Die beperkte verluchting en verwarming, die daardoor bovendien niet naar behoren werkte, hulden de kamer in een muffe geur. Ook de beklemmende, zondagse kledij maakte het er niet fijn vertoeven.
Vandaag zijn we heel wat meer gewoon. Onze woningen zijn aangenaam verwarmd, verlicht en verlucht. Toch kunnen we ons met de huidige energievraagstukken niet afvragen welke voordelen zo een ‘oncomfortabele kamer’ kan hebben. Het voegt niet enkel een temperatuurs- en gevoelsgradiënt aan de woning toe, maar kan bovendien mee een antwoord bieden op de prangende energievraagstukken.
Daarnaast was de goede kamer voorbehouden voor de ander, het speciale, het niet-alledaagse. Zelfs de kinderen des huizes zetten er zelden een voet binnen. Ook dat was een noodwendigheid. In de kamer stond de pracht en praal van het gezin tentoon. Ze diende als decor voor communies en verjaardagen, maar ook ziekenzalvingen en priesterbezoeken.
“Bij ons thuis ook niet, dat was zelfs op slot. En als er familie komt, ging die deur nekeer open.” –Collette
Vandaag vraagt zo’n extra ruimte heel wat vierkante meters, terwijl we net compacter moeten gaan wonen. Bovendien ontvangen we hoogstens nog aan de ‘goede tafel’. Dat beteknt dat we bij bezoek toch liever de woonkamertafel uitbundig aankleden in plaats van de simpele, doordeweekse keukentafel. Toch lijkt een jokerruimte een meerwaarde. Het kan aan de wisselende functies en behoeften van de bewoners doorheen hun leven in de woning beantwoorden. Zo betekent die flexibele ruimte op de benedenverdieping dat ouderen langer in hun woning kunnen blijven, ze hoeven de trap niet meer op. Kortom, misschien maakt het de woning net veelzijdiger en toekomstbestendiger.
Niet alle kenmerken zijn echter even gemakkelijk toepasbaar. De aandacht voor bijvoorbeeld gebouw- en familiegeschiedenis in de woning kan een dure aangelegenheid worden. Renovatie en zeker restauratie kan niet iedereen zich permitteren: elke specialist kent namelijk zijn eigen kostenplaatje. Vanuit dit perspectief is het niet verbazingwekkend dat sloop dan toch vaak de (financieel) beste oplossing blijkt.
De bovengenoemde interviews hielpen de kenmerken te kaderen, te groeperen, te specificeren en aan te vullen. Daarom legt mijn masterproef niet enkel hedendaagse vraagstukken opnieuw op tafel. Ze is ook een hoogstnodige neerslag van een stukje verdwijnend immaterieel cultureel erfgoed in Vlaanderen. De geïnterviewden kenden de goede kamer namelijk enkel van bij hun ouders of grootouders. Zelf lieten ze deze kamer meestal achterwege.
“Ge kunt er juist naar luisteren, maar ge kunt u dat niet voorstellen.” –Edmée
Hun uitspraken kregen dan ook een prominente plaats in mijn masterproef. In de marge begeleiden ze de theoretische tekst en komen hun herinneringen opnieuw tot leven.
De ‘goede kamer’ palmde vroeger de voorste ruimte in van zowat elke arbeiderswoning — oncomfortabel, ongebruikt en pronkend. Vandaag is die kamer zoek, terwijl dezelfde vragen over wat we tonen, erven, organiseren, begrenzen en voelen blijven bestaan. Mijn analyse toont aan dat wanneer de kamer wordt geabstraheerd tot haar kenmerken, ze kwesties aanraakt die brandend actueel zijn. Haar eigenschappen en hun bestaansreden kunnen interessante antwoorden bieden op actuele vraagstukken in de wooncultuur en architectuurpraktijk.
Deze masterproef maakte een duidelijk onderscheid tussen de historisch informatie en de hedendaagse leefwereld, om ze uiteindelijk met elkaar te verbinding. De bibliografie weerspiegelt die opsplitsing. Het onderscheid tussen het verleden en het heden zorgt voor de opdeling in bronnen voor sporen van de historische goede kamer enerzijds en sporen in het Vlaanderen van
vandaag anderzijds. Binnen die categorieën is, waar mogelijk, een verdere opdeling gemaakt op basis van type, persoonlijke communicatie, primaire bronnen en secundaire bronnen.
Bronnen over de historische goede kamer
Primaire bronnen
Calisch, Isaac Marcus, en Nathan Salomon Calisch. ‘Pronkkamer’. In Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal, 1065. Tiel: H.C.A. Campagne, 1864.
———. ‘Salon’. In Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal, 1147. Tiel: H.C.A. Campagne, 1864.
———. ‘Suite’. In Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal, 1302. Tiel: H.C.A. Campagne, 1864.
Chapman, Dennis. The home and social status. Londen: Routledge & Kegan Paul, 1955.
Dale, J.H. van, H. Kuiper, Jr. Van Malssen, en A. Opprel. ‘Pronkkamer’. In Van Dale’s groot woordenboek der Nederlandsche taal, 1350. Den Haag: Nijhoff, 1898.
Dale, Johan Hendrik van. ‘Salon’. In Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal, 951. Den Haag: Nijhoff, 1872.
Dale, Johan Hendrik van, en Cornelis Kruyskamp. ‘Suite’. In Van Dale groot woordenboek der Nederlandse taal, 1985. Den Haag: Nijhoff, 1961.
Dale, Johan Hendrik van, Cornelis Kruyskamp, en Felicien Julien Maurits Leo de Tollenaere. ‘Pronkkamer’. In Van Dale’s nieuw groot woordenboek der Nederlandse taal, 1431. Den Haag: Nijhoff, 1950.
———. ‘Salon’. In Van Dale’s nieuw groot woordenboek der Nederlandse taal, 1556. Den Haag: Nijhoff, 1950.
Dale, Johan Hendrik van, en Jr. Van Malssen. ‘Salon’. In Van Dale’s groot woordenboek der Nederlandsche taal, 1635. Den Haag: Nijhoff, 1924.
———. ‘Suite’. In Van Dale’s groot woordenboek der Nederlandsche taal, 1820. Den Haag: Nijhoff, 1924.
Database van de Zuidelijk-Nederlandse Dialecten. ‘Pronkkamer in het boerenhuis’. Geraadpleegd 13 maart 2025. https://dsdd.ivdnt.org/DSDD/search?dir=0&filter.country=Belgi%C3%AB&fil…
pen&filter.province=Limburg%20%28BE%29&filter.province=Oost-
Vlaanderen&filter.province=Vlaams-Brabant&filter.province=West-
Vlaanderen&page=1&word=pronkkamer%20in%20het%20boerenhuis.
De landelijke woning. Leuven: Boerinnenbond, 1955.
De landelijke woning. Leuven: Boerinnenbond, 1958.
Declerck, Benedicte. ‘Dialectbenamingen voor de woning en het interieur in West-Vlaanderen’. Licentiaatsverhandeling, Universiteit Gent, 2004.
Delhaye, Jean. L’appartement d’aujourd’hui. Luik: Desoer, 1946.
Du Caju, Maria. De degelijke huisvrouw. Voeding en keuken, kleeding, huisraad, woning, vuur en licht, kinderverzorging, ziekenverpleging, huiselijke boekhouding, spaarzaamheid en vooruitzicht. Gent: Siffer, 1898.
Duvivier, Jules. ‘De ouwe tantes’. Gendtsche Tydinghen, 2000.
Elektronisch Woordenboek van de Vlaamse Dialecten. ‘Pronkkamer’. Geraadpleegd 13 maart 2025. https://www.e-wvd.be/ords/wvd/f?p=131:1:15266358689476::NO:RP::
Haslinghuis, Edward Johannes, en Herman Janse. ‘Suite’. In Bouwkundige termen. Verklarend woordenboek van de Westerse architectuur- en bouwhistorie, 345. Leiden: Primavera Pers, 1970.
———. ‘Suite’. In Bouwkundige termen. Verklarend woordenboek van de Westerse architectuur- en bouwhistorie, 449. Leiden: Primavera Pers, 1997.
Hoste, Huib. ‘De woning’. In Van wonen en bouwen, 85-105. Brugge: Excelsior, 1930.
Japsenne, Angélique. ‘À propos de l’habitation minimum’. L’Habitation à bon Marché, 1931.
Juynboll, Willem, en Valentin Denis. ‘Salon’. In Winkler Prins van de kunst. Encyclopedie van de architectuur, beeldende kunst, kunstnijverheid, 251. Amsterdam: Elsevier, 1958.
L’Habitation à bon Marché. ‘Société coopérative. “Les maisons à bon marché du canton de Grivegnée et des communes environnantes”’. 1932.
Lievevrouw-Coopman, Lodewijk. ‘Salon’. In Gents woordenboek, 2:1205. Gent: P.V.B.A. Broers, 1974.
Montijn, Ileen. Leven op stand. 1890-1940. Epe: Hooiberg, 1998.
Noussanne, Henri de. Le goût dans l’ameublement. Parijs: Firmin-Didot, 1896.
Penraat, Jaap. Hoe wilt u wonen? Wenken voor nieuwe wooninrichting. Amsterdam: Kosmos, 1957.
Ronse, Alfred, en Théo Raison. Fermes-types et constructions rurales en West-Flandre. Vol. Tome II. Brugge: Charles Beyaert, 1918.
Tijdschrift voor industriële Cultuur. ‘Le gaz. Économise santé, temps, argent. (Facsimile van een publicatie uit 1913)’. 1997.
toringa11. ‘Zashiki. The traditional Japanese tatami room and its cultural significance’. Shimizu Art. Geraadpleegd 31 maart 2025. https://www.shimizuart.org/post/zashiki-the-traditionaljapanese-
tatami-room-and-its-cultural-significance.
Van Ryssel, Daniël. ‘Ik zou daar een boek kunnen over schrijven. De charmes van dagelijksheid (vervolg)’. Gendtsche Tydinghen, 2000.
Vanderkindere, M. ‘Le jardin de ville et le jardinet à front de rue. Le développement du jardin de ville’. L’Habitation à bon Marché, 1929.
Winkler Prins, Antony. ‘Antichambre’. In Geïllustreerde encyclopædie. Woordenboek voor wetenschap en kunst, beschaving en nijverheid, 33. Amsterdam: Brinkman, 1870.
———. ‘Salon’. In Geïllustreerde encyclopædie. Woordenboek voor wetenschap en kunst, beschaving en nijverheid, Plaatsopneming-Schimmelpenninck:587. Amsterdam: Brinkman, 1879.
Winkler Prins, Antony, en Henri Zondervan. ‘Salon’. In Winkler Prins’ geïllustreerde encyclopaedie, Rijkskanselier-Taglioni:71. Amsterdam: Elsevier, 1911.
Secundaire bronnen
Attfield, Judy. ‘Bringing modernity home. Open plan in the Britisch domestic interior’. In At home.
An anthropology of domestic space., 73-82. Syracuse: Syracuse University Press, 1999.
Boeva, Luc. ‘Franskiljon’. Encyclopedie van de Vlaamse beweging, 1998 2023.
https://encyclopedievlaamsebeweging.be/nl/franskiljon.
Bonquet, Dirk, Marie Laleman, Michel Burez, en Geert Van Doorne, red. Patershol Gent. Binnenste buiten. Gent: Dekenij Patershol, 1986.
Brugmans, Izaak Johannes. ‘Standen en klassen in Nederland gedurende de negentiende eeuw’. Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap, 1960.
Cieraad, Irene. De elitaire verbeelding van volk en massa. Een studie over cultuur. Muiderberg: Coutinho, 1988.
———. ‘De gestoffeerde illusie. De ontwikkeling van het 20e-eeuwse woninginterieur’. In Honderd jaar wonen in Nederland 1900-2000, onder redactie van Irene Cieraad en Karin Gaillard, 47-107. Rotterdam: Uitgeverij 010, 2000.
———. ‘Dutch windows. Female virtue and female vice’. In At home. An anthropology of domestic space., 31-52. Syracuse: Syracuse University Press, 1999.
———. ‘Van haarscherm tot beeldscherm. Over de relatie tussen meubelschikking, sociabiliteit en woontechniek.’ In Onderscheid in wonen. Het sociale van binnen en buiten, onder redactie van Clara Mulder en Fenne Pinkster, 27-47. Amsterdam: Amsterdam University Press, 2006.
———. ‘Woonrituelen’. In Honderd jaar wonen in Nederland 1900-2000, onder redactie van Irene
Cieraad en Karin Gaillard, 175-91. Rotterdam: Uitgeverij 010, 2000.
Cieraad, Irene, en Karin Gaillard, red. Honderd jaar wonen in Nederland 1900-2000. Rotterdam: Uitgeverij 010, 2000.
Cobb, Jasmine Nichole. Picture freedom. Remaking black visuality in the early nineteenth century. New York en Londen: New York University Press, 2015.
Cornet, Pascal. Wonen in toen en nu. 22 keer binnenkijken. Gent: Borgerhoff & Lamberigts, 2007.
De Caigny, Sofie. Bouwen aan een nieuwe thuis. Wooncultuur in Vlaanderen tijdens het interbellum. Leuven: Universitaire Pers Leuven, 2010.
De Ketelaere, Pieter. ‘Een pension de famille in een Antwerps herenhuis op het Zuid (1930)’. In Crime scenes. Interbelluminterieurs door de lens van de forensische fotografie, onder redactie van Marjan Sterckx, 203-9. Gent: A&S/books, 2021.
De Mol, Julie. ‘Typologie van het Antwerspe burgerhuis’. Masterproef, Universiteit Gent, 2004.
De sociale kaart. ‘Zoekresultaten woonzorgcentra Gent en deelgemeenten’. Geraadpleegd 28 februari 2025. https://www.desocialekaart.be/zoeken?pagina=0&paginaGrootte=20&rubriek=….
De Vos, Els. ‘De fermette in Vlaanderen. Architecten, de overheid, het middenveld en enkele bewoners over deze droomwoning tijdens de jaren ’60-’70’. Van Mensen en Dingen: tijdschrift voor volkscultuur in Vlaanderen 6, nr. 3-4 (2008): 131-79.
———. ‘Een genderperspectief op architectuur’. Masterproef, Universiteit Gent, 2000. https://lib.ugent.be/en/catalog/rug01:000545953i=0&q=een+genderperspect….
———. Hoe zouden we graag wonen? Woonvertogen in Vlaanderen tijdens de jaren zestig en zeventig. Leuven: Universitaire Pers Leuven, z.d.
———. ‘Verschuivingen in de wooncultuur van de jaren zestig en zeventig’. Van Mensen en Dingen: tijdschrift voor volkscultuur in Vlaanderen 10, nr. 2 (2012): 57-73.
Denis, Britt. ‘Comfort in nineteenth-century Belgian homes’. In The comforts of home in western Europe. 1700-1900, onder redactie van Jon Stobart, 104-23. Londen: Bloomsbury Academic, 2020.
Devogelaere, Antoon. ‘Zo leefde overgrootmoeder’. Tijdschrift voor industriële Cultuur, 1997.
D’haese, Cedric. ‘De 19e eeuwse herenwoning als ontwerpopgave. Burgerlijke wooncultuur in Gent en haar banlieu.’ Masterproef, Universiteit Gent, 2012.
Dhondt, Jan. ‘De opkomst van de burgerij als politieke macht en de groei van de arbeidersstand 1789-1856’. In Geschiedenis van de socialistische arbeidersbeweging in België, onder redactie van Jan Dhondt, 35-50. Antwerpen: Ontwikkeling, 1960.
Dubois, Marc. ‘De burgerwoning in Gent na 1945’. In Wonen in Gent van 1914 tot 2000, onder redactie van Guido Deseijn, Jaques De Bruycker, en Anne-Marie Verhofsté, 53-70. Gent: Dienst monumentenzorg, 2008.
———. ‘De rijwoning. Een woningtype met een rijk verleden en een toekomst’. Vlaanderen, 1996.
Flanders, Judith. ‘The drawing room’. In Inside the victorian home. A portrait of domestic life in victorian England, 168-213. New York: WW Norton, 2003.
Floré, Fredie. ‘Goed wonen in de jaren vijftig. De woonopvoeding van de Christelijke Arbeidersbeweging en de Belgische Boerinnenbond’. In Wonen in welvaart. Woningbouw en wooncultuur in Vlaanderen, 1948-1973., onder redactie van Karina Van Herck en Tom Avermaete, 111-27. Antwerpen: Vlaams Architectuur Instituut, 2006.
———. Lessen in goed wonen. Woonvoorlichting in België 1945-1958. Leuven: Universitaire Pers Leuven,
2010.
———. ‘Nieuwe modellen voor betere volkswoningen. De modelplannen van de nationale bouwmaatschappijen in de jaren vijftig’. In Wonen in welvaart. Woningbouw en wooncultuur in Vlaanderen, 1948-1973., onder redactie van Karina Van Herck en Tom Avermaete, 79-93. Antwerpen: Vlaams Architectuur Instituut, 2006.
Fock, Willemijn, red. Het Nederlandse interieur in beeld 1600-1900. Zwolle: Waanders, 2001.
Gaillard, Karin. ‘De ideale woning op papier. Honderd jaar woonadviezen voor het verantwoorde interieur’. In Honderd jaar wonen in Nederland 1900-2000, onder redactie van Irene Cieraad en Karin Gaillard, 111-74. Rotterdam: Uitgeverij 010, 2000.
Giles, Judy. The parlour and the suburb. Domestic identities, class, femininity and modernity. Oxford: Berg, 2004.
Grohar, Jure, Eva Gusel, Maša Mertelj, Anja Vidic, en Matic Vrabič, red. +/-1 °C. In search of welltempered architecture. Ljubljana: Museum of Architecture and Design, 2024.
Gyáni, Gábor. ‘Middle-class homes and interiors in nineteenth-century Budapest’. In Parlor and kitchen. Housing and domestic culture in Budapest 1870-1940, vertaald door Miklós Bodóczky, 65-116. Budapest: Central European University Press, 2002.
Haddad, Élie. ‘Forschungen zum Haus in der Frühen Neuzeit in Frankreich. Im Schnittpunkt der Disziplinen’. In Das Haus in der Geschichte Europas. Ein Handbuch, onder redactie van Roman Bonderer, Simone Derix, Joachim Eibach, Philip Hahn, Inken Schmidt-Voges, Margareth Lanzinger, en Elizabeth Harding, 65-82. Berlijn: De Gruyter, 2015.
Hamlett, Jane. Material relations. Domestic interiors and middle-class families in England, 1850-1910. Manchester: Manchester University Press, 2010.
Hanák, Péter. ‘Urbanisation and civilization. Vienna and Budapest in the nineteenth century’. In The garden and the workshop. Essays on the cultural history of Vienna and Budapest, 3-43. New Jersey: Princeton University Press, 1998.
Heymans, Vincent. Les dimensions de l’ordinaire. La maison particulière entre mitoyens à Bruxelles, fin XIXème - début XXème sciècle. Paris: L’Harmattan, 1998.
———. ‘Verlichting en verwarming. De zoektocht naar huiselijk comfort’. Erfgoed Brussel, 2020.
Heynen, Hilde. ‘Hoe te wonen? Theorie en praktijk van de moderne wooncultuur in de jaren vijftig en zestig’. In Wonen in welvaart. Woningbouw en wooncultuur in Vlaanderen, 1948-1973., onder redactie van Karina Van Herck en Tom Avermaete, 194-201. Antwerpen: Vlaams Architectuur Instituut,
2006.
Huylebroeck, Jimmie. ‘Het Japanse theehuis. Chashitsu en de Sukiya stijl’.
Licentiaatsverhandeling, Universiteit Gent, 1998.
Jacobs, Silke, en Lamia Kocaman. ‘Transnational home-making in Gent. Vrouwen met Turkse migratieachtergrond (ver)bouwen in Wondelgem’. Masterproef, Universiteit Gent, 2023.
Japanese Wiki. ‘Tokonoma. Alcove in a traditional Japanese room where art or flowers are displayed’. Geraadpleegd 2 april 2025. https://www.japanesewiki.com/cultureTokonoma%20(alcove%20in%20a%20tradi….
Japanese Wiki. ‘Zashiki’. Geraadpleegd 2 april 2025. https://www.japanesewiki.com/culture/Zashiki.html.
Kolderweij, Karen, en Karin Gaillard, red. Binnen bij boeren. Wonen en werken in historische boerderijen. Zwolle: Waanders, 2001.
Kotobank. ‘Tokonoma’. Geraadpleegd 2 april 2025.
https://kotobank.jp/word/%E5%BA%8A%E3%81%AE%E9%96%93-105027#goog_reward….
Ledent, Gérald, en Alessandro Porotto, red. Brussels housing. Atlas of residential buildings. Bazel: Birkhauser, 2023.
Marneffe, Françoise. ‘De gietijzeren kachel. Een revolutionair object’. Erfgoed Brussel, 2020.
Meganck, Leen. ‘Architectuur als decor voor het sociale leven in de 18de eeuw’. In Performing arts in the Austrian 18th century. New directions in historical and methodological research, onder redactie van Jaques Van Schoor, Christel Stalpaert, en Bram Van Oostveldt, 9-10. Gent: Universiteit Gent, 1999.
———. ‘Bouwen te Gent in het interbellum (1919-1939). Stedenbouw, onderwijs, patrimonium. Een synthese’. Doctoraatsverhandeling, Universiteit Gent, 2002.
———. ‘De voortuinhekken van het Miljoenenkwartier. Getuigen van een verdwijnende kunstvorm’. Stadsarcheologie 19, nr. 1 (1995): 23-33.
———. ‘Volkshuisvesting in het interbellum. Van beluik tot tuinwijk tot flatgebouw’. Openbaar Kunstbezit in Vlaanderen, 1998.
Meganck, Leen, Norbert Poulain, en Anthony Demey. Het Miljoenenkwartier. Een Gentse woonwijk uit het interbellum. Gent: Provincie Oost-Vlaanderen, 1995.
Nishi, Kazuo, Mack Horton, en Kazumi Hozumi. What is Japanese Architecture? A survey of traditional Japanese architecture. Tokio: Kodansha, 1996.
Nuytinck, Bart. ‘“Zoals men zijn bed opmaakt, zo slaapt men.” De zoektocht naar stijl in het Belgische privé-interieur (1850-1914)’. Tijd-Schrift, 2024.
Peeters, Karel Constant. Eigen aard. Overzicht van het Vlaamse Volksleven. Antwerpen: De Vlijt, 1980.
Rosselin, Céline. ‘The ins and outs of the hall. A Parisian example’. In At home. An anthropology of domestic space., 53-59. Syracuse: Syracuse University Press, 1999.
Rybczynski, Witold. Home. A short story of an idea. New York: Vikiing, 1986.
Sandrey, Diccon. ‘4 most artistic features of the traditional Japanese house’. Japan Objects. Geraadpleegd 2 april 2025. https://japanobjects.com/features/japanese-house.
Schoonjans, Yves. Architectuur en vooruitgang. De cultuur van het eclecticisme in de 19de eeuw. Gent: A&S/books, 2007.
———. ‘Au bonheur des dames. Vrouw, smaak en het burgerlijk interieur in de negentiende eeuw’. Tijdschrift voor Vrouwenstudies 18, nr. 2 (1997): 136-52.
———. ‘Tussen schemer en licht. Een zoektocht naar het openen van de woning’. In Belichte stad. Over dag, licht en nacht, onder redactie van Terenja van Dijk, Patrick De Rynck, en Petra Gunst, 114-21. Tielt: Lannoo, 2010.
Spruit, Ruud. ‘De mooie kamer’. In Van kamer tot kamer, 35-43. Zwolle: Waanders, 2018.
Sterckx, Marjan. ‘15de-16de eeuw. Middeleeuwen & renaissance’. Hoorcollege, Gent, 27 februari 2024.
———, red. Crime scenes. Interbelluminterieurs door de lens van de forensiche fotografie. Gent: A&S, 2021.
———. ‘Het interieur zoals het was. Interbelluminterieurs in Vlaanderen door de lens van de forensische fotografie.’ In Crime scenes. Interbelluminterieurs door de lens van de forensische fotografie, onder redactie van Marjan Sterckx, 189-201. Gent: A&S/books, 2021.
Takeshi, Nakagawa. The Japanese house in space, memory, and language. Vertaald door Geraldine Harcourt. Tokio: International house of Japan, 2005.
Tokyo. ‘Edo periode (1603 tot 1868)’. Geraadpleegd 17 mei 2025. https://tokyo.nl/japan/edoperiode/.
Van Dale. ‘Bestekamer’. Geraadpleegd 21 april 2025. https://vandale.ugent.be/?dictionaryId=gwn&article=%7B%22search%22%3A%2…
2,%22index%22%3A0,%22type%22%3A%22EXACT%22,%22dictionaryId%22%3A%22gwn%22%7D&query=bestekamer.
Van Dale. ‘Pêle-mêle’. Geraadpleegd 18 mei 2025.
https://vandale.ugent.be/?dictionaryId=gwn&article=%7B%22search%22%3A%2…%
C3%AAle%22,%22index%22%3A1,%22type%22%3A%22EXACT%22,%22dictionaryId%22%3A%
22gwn%22%7D&query=p%C3%AAle-m%C3%AAle.
Van Dale. ‘Voorplaats’. Geraadpleegd 21 april 2025.
https://vandale.ugent.be/?dictionaryId=gwn&article=%7B%22search%22%3A%2…,
%22index%22%3A0,%22type%22%3A%22EXACT%22,%22dictionaryId%22%3A%22gwn%22%7D&
query=voorplaats.
Vandenbreeden, Jos, en Françoise Dierkens-Aubry. De 19de eeuw in België. Architectuur en interieurs. Tielt: Lannoo, 1994.
Vanderbreeden, Jos. ‘Het Van Eetveldehuis van Victor Horta, een prototype’. Vlaanderen, 1996.
Weyns, Jozef. Volkshuisraad in Vlaanderen. Naam, vorm, geschiedenis, gebruik en volkskundig belang der huiselijke voorwerpen in het Vlaamse land van de middeleeuwen tot de Eerste Wereldoorlog. Beerzel: Ter Speelbergen, 1974.
Bronnen over het Vlaanderen van vandaag
Primaire bronnen
51N4E. ‘Peterbos 9’. Geraadpleegd 4 maart 2025. https://51n4e.com/projects.
Cieraad, Irene. ‘Ons huis is een gatenkaas’. De Witte Raaf 20, nr. 116 (2005): 12-13.
D’Hellem-de Vloed, Lutgard. Beter wonen. Brugge: Provincie West-Vlaanderen, 1967.
Faro. ‘Aanbod voor ouderen / voor mensen met dementie’. Geraadpleegd 2 april 2025.
https://faro.be/kennis/inclusief-werken/aanbod-voor-ouderen-en-mensen-m….
G. V. ‘Wij krijgen vanavond bezoek’. De Vrouw in Middenstand en Burgerij, 1960.
Hoetink, Hendrik Richard. ‘Salon’. In Algemene Winkler Prins encyclopedie: OVAT-SCHEI, 719. Amsterdam: Elsevier, 1959.
M. V. ‘Wij krijgen bezoek’. De Vrouw in Middenstand en Burgerij, 1959.
M. V. ‘Op fluistertoon’. De Vrouw in Middenstand en Burgerij, 1960.
———. ‘Wij krijgen bezoek’. De Vrouw in Middenstand en Burgerij, 1960.
———. ‘Wij krijgen bezoek (II)’. De Vrouw in Middenstand en Burgerij, 1960.
Peere, Firmin. ‘Tafel dekken. Een kunst?’ Vlaanderen Kunsttijdschrift, 1967.
Havana, Karuur, Servais Engineering Architectural, en Wim Cuyvers. ‘TG4_SO_visiebundel’, 2022. https://www.vlaamsbouwmeester.be/sites/default/files/2024-07/T4G_SO_vis….
Jacobs, Silke, en Lamia Kocaman. ‘Transnational home-making in Gent. Vrouwen met Turkse migratieachtergrond (ver)bouwen in Wondelgem’. Masterproef, Universiteit Gent, 2023.
Vanmeirhaeghe, Tijl, Ruben Janssens, Friedl Decock, Lieven Nijs, Julien Etienne, en Roeland Dudal. ‘Measuring the temperature. Architecture and regulation for new climate regimes’. Panelgesprek, Brussel, België, 6 februari 2025.
https://www.architectureworkroom.eu/en/agenda#event-5679.
Verschaffel, Bart. ‘Bad dream houses. De impasse in de woningarchitectuur’. De Witte Raaf, 2005.