Een interieur dat nooit af is: handgeschepte muren als ontwerpstrategie voor zorg

Charlotte
Deconinck

Een interieur dat nooit af is: 

handgeschepte muren als ontwerpstrategie voor zorg

 

Handgeschept papier is meer dan een fragiel materiaal. In mijn masterproef toon ik hoe het de basis kan zijn van een ontwerpstrategie rond zorg: door hergebruik en circulariteit, door toewijding en door zintuiglijke ervaring. Voor de pulp gebruik ik papier uit mijn eigen huishouden dat anders zou worden weggegooid. Afgescheurde of te sterk bevuilde vellen verwerk ik opnieuw tot pulp en schep ik tot nieuwe bladen. Zo ontstaat een cyclisch proces waarin elk spoor deel wordt van het interieur. Concreet werk ik in mijn eigen leefomgeving, een oude stal die als mijn laboratorium fungeert, waarin ik zelf papier schep en aanbreng.

 

 

Een andere blik op interieurarchitectuur

Mijn onderzoek stelt vragen bij het dominante idee dat een interieur altijd ‘af’ moet zijn. Het toont dat er waarde schuilt in ruimtes die zich ontwikkelen, reageren op hun omgeving en zorg vragen. In de stalruimte bevestig ik handgeschept papier op bestaande muren, op houten dakstructuren en op een verplaatsbaar stalen frame. Het papier reageert voortdurend: het krult, scheurt, trekt vuil aan of beweegt mee met tocht. In plaats van die reacties te vermijden, maak ik ze deel van het ontwerp. Zo groeit een interieur dat geen eindpunt is, maar dat continu evolueert. Zorg dragen voor de ruimte wordt een manier om er intensiever mee verbonden te zijn.

 

Traagheid en tijd

Het proces van pulp bereiden, scheppen en drogen is langzaam en repetitief. Dit vertraagt de manier van ontwerpen en wonen en zet aandacht centraal in plaats van efficiëntie. Het scheppen brengt een gevoel van flow met zich mee: een geconcentreerde staat van maken waarin tijd een andere dimensie krijgt. In mijn project heerst een cyclische tijd: steeds opnieuw maken, observeren, aanpassen en bijsturen. Scheuren of vuil betekenen geen einde, maar het begin van een nieuwe cyclus waarin ik papier opnieuw schep en integreer. Dat staat haaks op het lineaire, op productiviteit en eindresultaat gerichte tijdsbeeld. Hier sluit het concept zorgende tijd van Maria Puig de la Bellacasa sterk bij aan: een tijd die ruimte geeft aan onderhoud, herhaling en voortdurende zorg (Puig de la Bellacasa 2017).

 

 Afbeelding met grond, gebouw, ladder, baksteen</p>
<p>Automatisch gegenereerde beschrijving

 

Imperfectie

Elk vel handgeschept papier is anders. Vezels verschuiven, sporen van het originele papier blijven zichtbaar of scheuren ontstaan. Waar in klassieke interieurarchitectuur vaak wordt gestreefd naar afwerking en perfecte oppervlakken, omarmt mijn project juist de imperfectie. Onvolmaaktheid is geen tekort, maar een kwaliteit die authenticiteit geeft. Het interieur wordt hierdoor rijker en gelaagder.

 

Fragiliteit en vergankelijkheid

Papier wordt doorgaans als broos en tijdelijk beschouwd. In mijn onderzoek krijgt die kwetsbaarheid een andere betekenis: niet als tekort, maar als kwaliteit die de ruimte intenser maakt. Het fragiele karakter vraagt voortdurende aandacht: het scheurt, verkleurt of trekt vuil aan. Ook de witte kleur speelt daarbij een rol, niet als neutrale leegte, maar als drager van licht en sporen. Juist door zijn vergankelijkheid nodigt papier uit tot zorg, en geeft het die zorg terug in de vorm van een interieur dat zich steeds opnieuw vormt en betekenis opbouwt.

 

Aandacht en toewijding

Het maken en toepassen van papier vraagt zorgvuldigheid. Elke handeling, van het scheppen tot het ophangen of bevestigen, vraagt aandacht. Die handelingen brengen een ritme van toewijding binnen in de ruimte. Het interieur wordt niet enkel ontworpen, maar voortdurend verder opgebouwd en aangepast. Zo wordt aandacht een wezenlijke bouwsteen van het project.

 

Doorheen mijn onderzoek blijf ik papier scheppen. Het is geen voorbereidende fase, maar een voortdurende praktijk die parallel loopt met het vormgeven van de ruimte. Het ritmisch maken wordt zo een manier van denken en ontwerpen, waarbij elk nieuw vel papier geïntegreerd raakt in de ruimte en mee het interieur vormt. Terwijl ik papier blijf scheppen, groeit ook het interieur. Daarmee bedoel ik niet enkel de gebruikelijke fysieke ruimte, maar ook mijn interactie met die ruimte. In mijn project verschuift het begrip interieurarchitectuur van een focus op materie naar een focus op handeling en proces. Zo ontdek ik wat de antropoloog Tim Ingold “Thinking Through Making” noemt: de handeling van het maken die richting geeft aan het ontwerp (Ingold 2013). Die cyclische manier van werken -maken, ophangen, beleven, aanpassen- zorgt ervoor dat de ruimte nooit stilstaat. Papier dat vuil wordt of afscheurt, schep ik opnieuw. Zo ontstaat een interieur dat zichzelf telkens heruitvindt.

 

Afbeelding met gras, buitenshuis, hemel, zoogdier</p>
<p>Automatisch gegenereerde beschrijving

 

Zintuiglijkheid

Papier is een materiaal dat de zintuigen prikkelt. De verschillende texturen zijn zichtbaar en voelbaar, het verkleurt onder licht en beweegt mee met wind en vochtigheid. In de stalruimte breng ik het aan onder verschillende vormen: tegen muren, gelaagd, aan houten structuren en aan een mobiel stalen frame. Zo wordt het interieur niet alleen een visueel decor, maar ook een tactiele en atmosferische ervaring. Dit sluit aan bij het idee van wat Hilde Bouchez een Wilde Ding noemt: iets dat een innerlijke kwaliteit draagt, voorbij louter functionaliteit of trend (Bouchez 2017). Zo’n ding wekt verbondenheid omdat het betekenis krijgt via materiaal, maker en gebruik, en daardoor de relatie tussen mens en ruimte verdiept.

 

 

Een manifest van zorg

Mijn masterproef toont dat een interieur niet vaststaat, maar zich voortdurend kan ontwikkelen. Door te werken met handgeschept papier ontstaat een praktijk die zorg centraal stelt: zorg dragen voor materialen door hergebruik, zorg dragen voor de ruimte door voortdurende toewijding, en zorg dragen in het wonen door aandacht en tijd. Zorg dragen is een waarde die diep in mij verankerd zit, gevormd door mijn jarenlange ervaring in een ziekenhuiscontext. Die houding vertaal ik nu naar interieurarchitectuur. Het project laat zien dat waarde niet alleen schuilt in nieuwe producten of efficiënte processen, maar ook in onderhoud, cyclische tijd en betrokkenheid. Zoals Maria Puig de la Bellacasa schrijft in Matters of Care, verwijzend naar Joan Tronto: “zorg omvat alles wat we doen om onze wereld te onderhouden en te herstellen zodat we er zo goed mogelijk in kunnen leven” (Puig de la Bellacasa 2017, 3). Mijn onderzoek vertaalt dat principe naar de discipline van interieurarchitectuur. De concrete output is een fotoreeks die het volledige proces van papier maken en toepassen vastlegt. Geen eindresultaat dus, maar een visuele uitnodiging tot reflectie en dialoog over hoe we met materialen, ruimtes en zorg kunnen omgaan.

 

Bibliografie

Bouchez, Hilde. Het Wilde Ding. Studio Jurgen Maelfeyt en Art Paper Editions, 2017.

Ingold, Tim. Making: Anthropology, Archaeology, Art and Architecture. London: Routledge, 2013.

Puig de la Bellacasa, Maria. Matters of Care: Speculative Ethics in More Than Human Worlds. Minneapolis: University of Minnesota Press, 2017.

 

 

 

Bibliografie

Bouchez, H. (2017). Het Wilde Ding. Studio Jurgen Maelfeyt en Art Paper Editions.

Csikszentmihalyi, M. (2020). Flow: Psychologie van de optimale ervaring. Amsterdam: Boom.

Deconinck, C., & Dewulf, M. (2024, december). Wild Behang: ambachtelijk bedrukken van behangpapier met zeefdruk. Gent.

Hara, K. (2023). White. Baden, Switzerland: Lars Müller Publishers.

Ingold, T. Thinking Through Making. YouTube. Geraadpleegd van https://www.youtube.com/watch?v=Ygne72-4zyo.

Koren, L. (1994). Wabi-Sabi for artists, designers, poets & philosophers. Berkeley, CA: Stone Bridge Press.

Pallasmaa, J. (1996). An architecture of the seven senses. In S. Holl, J. Pallasmaa, & A. Pérez-Gómez, Questions of perception: Phenomenology of architecture (pp. 27–38). Tokyo: A+U Publishing.

Pallasmaa, J. (2012). The eyes of the skin: Architecture and the senses (3rd ed.). Chichester, UK: Wiley.

Sennett, R. (2009). De ambachtsman. Amsterdam: Uitgeverij Boom.

Weinthal, L. (Ed.). (2011). Toward a new interior: An anthology of interior design theory. New York, NY: Princeton Architectural Press.

Download scriptie (4.24 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2025
Promotor(en)
Klaas Vanslembrouck
Thema('s)