België kan in het kader van deze opvangcrisis niet langer beschouwd worden als een volwaardige rechtsstaat. De omgang met vluchtelingen en hun rechten is niet compatibel met de principes ervan.
Sinds 2021 sliepen duizenden asielzoekers maandenlang op straat. Niet omdat de wet hen geen opvang beloofde, maar omdat die belofte in de praktijk wordt genegeerd. Dit impliceert dat ook hun fundamentele rechten niet worden gerespecteerd. De overheid negeert daarnaast de rechterlijke uitspraken die trachten de rechten van asielzoekers af te dwingen.
In een rechtsstaat is de overheid gebonden door de wet evenals de fundamentele rechten en vrijheden, en verzekert zij de toepassing ervan voor iedereen. Wanneer dit niet het geval is, moeten asielzoekers de rechtsregels kunnen afdwingen voor een onafhankelijke rechtbank.
Volgens de Belgische Opvangwet heeft elke asielzoeker recht op opvang. Dit omvat onder andere een dak boven het hoofd, medische zorg, maatschappelijke begeleiding, juridische bijstand en dagvergoeding. Het recht gaat dus verder dan alleen “bed, bad en brood”. Recht op opvang is een helder en ondubbelzinnig recht, maar wordt in de praktijk vaak geschonden.
Vooral alleenstaande mannelijke asielzoekers worden systematisch tot het opvangnetwerk geweigerd. Ze belanden maandenlang op wachtlijsten en moeten in de tussentijd op straat overleven. Velen van hen zullen nooit een opvangplaats krijgen. De gevolgen zijn zichtbaar in tentenkampen, kraakpanden en ziekenhuizen. Ngo’s rapporteren schurft, difterie en psychische klachten bij mensen die weken of maanden moesten buiten slapen.
België houdt zich voor een rechtsstaat te zijn, maar in deze crisis treedt de overheid haar eigen wetten met de voeten. Fedasil liet tienduizenden verzoekers zonder opvang achter. Zelfs toen de Raad van State in 2023 besliste dat het uitsluiten van alleenstaande mannen illegaal was, bleef die praktijk voortduren. Zo koos de overheid er bewust voor de wet naast zich neer te leggen. Maar in een rechtsstaat staat niemand boven de wet, ook de overheid niet.
In een rechtsstaat kunnen rechters de rechten verdedigen en krijgen hun uitspraken gevolg. Wie geen opvang krijgt, kan naar de Arbeidsrechtbank stappen. Rechtspraakonderzoek toont aan dat asielzoekers bijna altijd gelijk krijgen, gezien opvang hun recht is. De rechtbank veroordeelde Fedasil sinds 2021 al meer dan 10.000 keer. Dwangsommen van honderden euro’s per dag moesten naleving afdwingen.
Toch kondigde Fedasil al snel openlijk aan dat vonnissen niet langer een bed garandeerden. Ook voorlopige maatregelen van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens verloren hun kracht. Zo bleven er uiteindelijk geen effectieve rechtsmiddelen meer over voor asielzoekers.
Ook verscheidene ngo’s trokken naar de rechtbank met collectieve procedures. De rechter verklaarde hierbij duidelijk dat opvang een resultaatsverbintenis is en de staat zich niet kan verschuilen achter “overmacht”. Daarvoor is er namelijk vereist dat een situatie onvoorzienbaar en onontwijkbaar is, de lange duur van de opvangcrisis bewijst het tegendeel. Ook deze vonnissen bleven dode letter. Zelfs beslag op bankrekeningen van Fedasil leidde uiteindelijk nergens toe. De Belgische overheid respecteert gerechtelijke uitspraken niet en verschuilt zich achter hun immuniteit van uitvoering zodat de rechter ze ook niet kan afdwingen. De overheid miskent daarmee een belangrijk onderdeel van de rechtsstaat.
Een rechtsstaat garandeert fundamentele rechten voor iedereen, ongeacht hun afkomst. De opvangcrisis toont dat België dit niet respecteert.
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens oordeelde dat België zowel het verbod op onmenselijke behandeling als het recht op een eerlijk proces schond. Het Hof oordeelde zo omdat de overheid rechterlijke bevelen om opvang te voorzien systematisch negeert. Vooral alleenstaande mannen belandden op straat, zonder medische zorg of psychologische steun. In 2024 ging het al om 10.191 mensen, ook kinderen werden tijdens deze opvangcrisis de dupe van het beleid.
De overtredingen gaan zo ver dat het interstatelijk vertrouwensbeginsel niet langer van toepassing is voor België. Dit beginsel stelt dat EU-lidstaten erop mogen vertrouwen dat andere lidstaten de grondrechten van asielzoekers respecteren. België schiet dus ook op dit punt fundamenteel tekort als rechtsstaat.
Politieke keuzes, onmenselijke gevolgen
De opvangcrisis is het gevolg van politieke keuzes. De overheid had volgens de wet alternatieven zoals tijdelijke noodopvang, financiële steun via het OCMW, of snellere procedures. Toch koos de overheid ervoor mensen structureel uit te sluiten met onwettige instructies. Zelf na tussenkomst van de Raad van State voerde de overheid de illegale regelgeving door.
“Een rechtsstaat toont zich niet in tijden van rust, maar in tijden van crisis.”
Het federaal regeerakkoord van 2025 zet bovendien in op onder andere het afbouwen van het opvangnetwerk en de daling van de financiering van Fedasil. De wetten waarvan de overheid zelf in overtreding is wil ze aanpassen en de rechters die hun daarvoor veroordelen wil men niet langer onafhankelijk houden. Intussen zorgt nieuwe regelgeving er al voor dat nu ook gezinnen met kinderen op straat belanden. De initiatieven uit het nieuwe regeerakkoord leiden tot een verdere uitholling van de rechtsstaat.
De opvangcrisis is veel meer dan een tekort aan bedden of een traag asielsysteem. De opvangcrisis raakt niet alleen asielzoekers, maar heeft een impact op de fundamenten van onze samenleving. Wanneer de overheid wetten niet toepast, rechterlijke uitspraken systematische negeert en hele groepen uitgesloten zijn van fundamentele rechten, verliezen de pijlers van de rechtsstaat hun betekenis. De opvangcrisis toont hoe snel de basis kan afbrokkelen zodra er politieke druk ontstaat.
Ook enkele andere EU-landen merkten dit op en weigerden asielzoekers naar België terug te sturen. In België zouden ze geen opvang krijgen en er is ook geen effectieve rechtsbescherming.
Als de overheid vandaag de rechten van de meest kwetsbaren negeert, wie garandeert dan nog dat ze morgen niet de rechten van anderen naast zich neerlegt? Dit alles zonder mogelijkheid de rechten af te dwingen voor een rechter.
De opvangcrisis houdt ons zo een spiegel voor. Hoe we omgaan met nieuwkomers toont aan hoe fragiel onze rechtsstaat werkelijk is.