Scholen onder vuur, rechten onder druk

Yael
De Braekeleer

Scholen onder vuur, rechten onder druk

 

Hebben we dan echt niets geleerd uit het verleden? 

“History doesn’t repeat itself but it often rhymes”, een populaire quote die wordt toegeschreven aan Mark Twain, Amerikaans schrijver en humorist uit de 19e eeuw. Als men kijkt naar conflictsituaties in de wereld, lijkt dit te kloppen. Net zoals de Romeinen ruim tweeduizend jaar geleden ten strijde trokken om hun rijk uit te breiden, de twee wereldoorlogen in de twintigste eeuw de wereldkaart herverdeelden, en de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie tijdens de zogenaamde “Koude Oorlog” vochten om politieke idealen, wordt ook vandaag nog steeds gestreden om wille van religieuze, culturele, ideologische, economische en sociaal-politieke tegenstellingen. In de huidige realiteit zijn de oorlog in Oekraïne en het conflict in Gaza daar pijnlijk prominente voorbeelden van. Geweld, armoede, honger en ziektes treffen miljoenen burgers. Het lijkt wel alsof de mensheid steeds vervalt in dezelfde patronen, en niets leert uit het verleden, of althans te weinig. 

Een ezel stoot zich geen twee keer aan dezelfde steen 

Einstein wist dat het onmogelijk is om onze problemen op te lossen vanuit dezelfde strategie die we gebruikten toen we ze creëerden, maar het cruciaal is om bestaande kennis te gebruiken om nieuwe kennis op te bouwen. Dit betekent dat we ons geen tweede maal tegen dezelfde steen moeten stoten. Fouten kunnen aantonen hoe het wél moet of ánders kan. En dat is precies waar de rol van het recht is weggelegd. Conflict lijkt jammer genoeg onvermijdelijk te zijn in onze samenleving, maar de manier waarop het gevoerd wordt, hoeft dat niet te zijn. 

Het falen van recht te midden van onrecht 

Binnen het internationaal humanitair recht en de internationale mensenrechten ontwikkelden academici, juristen en wetgevers dan ook belangrijke spelregels die erop gericht zijn de nefaste gevolgen van gewapend conflict te beperken en de waardigheid en menselijkheid van allen, zowel strijdkrachten als burgers, te beschermen. Zo moeten militaire commandanten bij het plannen van aanvallen oordelen over de proportionaliteit: de schade die aan burgers en burgerobjecten wordt toegebracht, mag niet groter zijn dan het verwachte militaire voordeel van de operatie. Dit houdt in dat commandanten de nevenschade voor burgers moeten beoordelen. In de praktijk kan dit echter een zeer moeilijke taak zijn. Dergelijke beslissingen worden vaak onder tijdsdruk en in chaotische omstandigheden genomen. Bovendien is er vaak onvoldoende informatie beschikbaar om met alle relevante factoren rekening te houden.

Ondanks de kaders die we hebben opgesteld, blijven de gruweldaden van hedendaagse conflicten de beperkingen van onze bestaande wettelijke bescherming blootleggen. De aanhoudende tragedie in Gaza, door velen omschreven als een genocide, en het meedogenloze geweld in Oekraïne dwingen ons om een ongemakkelijke waarheid onder ogen te zien: de wettelijke mechanismen die zijn ontworpen om burgers te beschermen, schieten in de praktijk maar al te vaak tekort. Ze worden te gemakkelijk omzeild, te selectief toegepast en te zelden met echte consequenties gehandhaafd.

Dit legt een diepere paradox bloot. In een samenleving die niet sociopathisch is, zou niemand moeten weten hoe te reageren op een genocide. Toch reageren we niet alleen, we stellen ook wetten op, we stellen protocollen op, we organiseren bijeenkomsten. We hebben regels voor het bombarderen van steden, voor het ontheemden van bevolkingsgroepen, en voor het legaal schade berokkenen aan elkaar. Er is iets diep absurd aan de normalisering van de logica van gewapend conflict, aan de manier waarop legaliteit kan worden gebruikt om wreedheid te vergoelijken. De wet zou een instrument van rechtvaardigheid en menselijkheid moeten zijn, geen schild voor geweld.

Van kritiek naar verandering: de kracht van maatschappelijke druk 

Hoewel rechtsgeleerden de interpretatie van proportionaliteit en de wisselwerking tussen de rechtsregels van gewapend conflict en mensenrechten  blijven verfijnen, is het duidelijk dat technische verbeteringen alleen niet voldoende zijn. De wet is nooit neutraal; zij weerspiegelt de prioriteiten van degenen die haar maken en handhaven. En al te vaak hebben de machthebbers geen prikkel om te veranderen, omdat ze meer bezig zijn met zelfbehoud. Toegegeven, sommige politici worden tot wreedheid gedwongen, maar wat nog belangrijker is, ze kunnen ook tot mededogen worden gedwongen. Als genoeg mensen hun stem laten horen, zullen ze reageren. En als de morele verontwaardiging van het publiek aanhoudt en luidruchtig is, zal het systeem zich moeten aanpassen.

Hier wordt de rol van het maatschappelijk middenveld, de academische wereld, de media en belangenbehartiging cruciaal. Wetgeving bestaat niet in een vacuüm; ze evolueert door verzet, kritiek en de voortdurende eis dat de mensheid beter verdient. Verandering komt zelden met kleine schreden. Zoals journalist Omar El Akkad ooit zei: “Muren brokkelen niet af steen voor steen. Ze vallen omdat je er keer op keer met je hoofd tegenaan beukt, totdat er iets breekt en er een groot stuk naar beneden valt.” Het is vermoeiend, het kan hopeloos aanvoelen, maar zo komt vooruitgang vaak tot stand.

Op zoek naar een schild tegen menselijk lijden 

Afbeelding met kleding, persoon, peuter, Menselijk gezicht</p>
<p>Door AI gegenereerde inhoud is mogelijk onjuist.Het is tijd om niet alleen te heroverwegen hoe we de wet interpreteren tijdens gewapende conflicten, maar ook waarom we überhaupt zulke beperkte kaders accepteren. Waarom gaan we zo vaak uit van de premisse dat conflicten onvermijdelijk zijn, in plaats van het principe dat menselijke waardigheid niet onderhandelbaar is? Waarom laten we het gesprek beginnen met militaire noodzaak in plaats van bescherming van burgers?

Tussen wapens en rechten ligt een ruimte van morele en juridische ambiguïteit – een ruimte die dringend aandacht vereist. Dat is wat ik met mijn thesis heb proberen duidelijk maken. Ik maakte niet alleen een analyse van de spanningen tussen internationaal humanitair recht en internationale mensenrechten, maar onderzocht ook waarom deze systemen tekortschieten. En nog belangrijker, ik vond manieren waarop de juridische mechanismen kunnen worden verbeterd om effectiever te reageren op hedendaagse conflicten. Mijn hoop is dat mensen aandacht hebben voor deze ideeën, zodat we stappen kunnen zetten naar een toekomst waarin het recht niet alleen een theoretisch ideaal lijkt, maar een daadwerkelijk schild tegen onrecht en menselijk lijden. 

 

 

Bibliografie

Yael De Braekeleer

Download scriptie (1.44 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2025
Promotor(en)
Jan Wouters