Wat blijft er over van wat we bouwen? En wat verdwijnt?
Deze vragen liggen aan de basis van Postscriptum, mijn masterscriptie aan PXL-MAD School of Arts in Hasselt. Geen klassieke thesis, maar een bundeling brieven — aan kunstenaars, denkers, curatoren. Een schrift waarin ik als architect én kunstenaar de grenzen verken tussen architectuur en beeldende kunst, tussen binnen en buiten, tussen werk en wereld.
Het vertrekpunt: hoe menselijke ingrepen in de ruimte sporen nalaten — bewust of onbedoeld. Welke invloed hebben de keuzes die we maken — als architect, kunstenaar, of mens — op wie er (vaak onbedoeld) mee in aanraking komt? In mijn werk noem ik dit wel eens collateral architecture: de bijwerkingen van vormgeving.
Wat ons vandaag omringt — gebouwen, infrastructuur, publieke ruimte — lijkt permanent. In werkelijkheid is alles tijdelijk. Ooit wordt alles weer landschap. Dat besef voedt mijn onderzoek naar materialiteit, vergankelijkheid en de rol van context in het maken en ervaren van ruimte.
Brieven als vorm
Waarom een scriptie in briefvorm? Omdat brieven vertragen. Ze laten twijfel toe, ruimte voor omwegen. In een tijd waarin kunst en architectuur vaak gevangen raken in spektakel en eenduidigheid, biedt de brief de mogelijkheid om te nuanceren.
De brieven zijn gericht aan kunstenaars en denkers die mijn werk beïnvloeden: Daniel Buren, Luc Deleu, Chris Dercon, Sarah Smolders, Jean Katambayi Mukendi onder anderen. Ze vormen tegelijk een verslag van mijn artistieke zoektocht én een strategie voor de toekomst.
Van Maas tot Z33
In mijn recente werk probeer ik, met minimale ingrepen, een verschuiving teweeg te brengen in hoe we ruimte ervaren.
Zo ontstond in 2023 Bekendmaking Openbaar Onderzoek, een performance aan de oever van de Maas. Ik bracht een klassieke ‘bekendmaking openbaar onderzoek’ — het gele papier dat we allemaal kennen van bouwvergunningsaanvragen — aan op een plek waar niemand het verwachtte: aan de oever van de rivier, onder een brug. De tekst stelde vragen over toegankelijkheid, verbinding en de rol van infrastructuur. De jury, aan de Belgische zijde, kon enkel de tekst lezen. Ikzelf bevond me 'onbereikbaar' aan de overkant.
Voor een groepstentoonstelling bij Z33 in Hasselt realiseerde ik Façade: een site-specifieke zeefdruk op de ramen van de gesloten inkomgevel van het museum. De ingreep versterkte tegelijk de geslotenheid én de vergankelijkheid van de gevel.
Wat mag verdwijnen?
Na afloop van de tentoonstelling werd ik, zoals voorzien, gevraagd mijn werk te verwijderen. Dat voelde vreemd. Niet omdat ik wilde dat het werk bleef — ik koester geen illusie dat wat ik maak de tand des tijds trotseert — maar omdat het schrappen van het werk, door mijn eigen hand, botste met het idee dat een werk zich gaandeweg verhoudt tot context en tijd.
In een klein laatste gebaar wijzigde ik de muurtekst op de plek: 22.5.2025 — As if nothing ever happened. Een passend motto voor een net gereinigd raam.
Waarom dit onderzoek?
In een tijd van voortdurende versnelling, waarin ruimte steeds meer wordt ingedeeld, geoptimaliseerd en gedomesticeerd, zie ik een grote waarde in aandacht voor wat rest, wat vervaagt. De ruimtes onder een brug. De plekken tussen gebouw en straat. De onverwachte impact van beslissingen die niet voor iedereen genomen werden, maar die wel iedereen raken.
Het besef dat architectuur — en kunst — geen neutrale handeling is, vormt de kern van mijn werk. Via minimale, soms nauwelijks zichtbare ingrepen onderzoek ik hoe ruimte andere betekenissen kan krijgen. Hoe de vanzelfsprekendheid even kan kantelen.
In mijn scriptie stel ik de vraag: wat gebeurt er als we — als maker én als publiek — meer oog hebben voor het tijdelijke, het marginale? Wat zien we dan (weer)?
Een ode aan het zijspoor
Mijn scriptie heet niet toevallig Postscriptum. Het is een zijspoor — letterlijk, een voetnoot bij mijn praktijk als kunstenaar. Het pleit voor het toelaten van twijfel, en voor het nemen van omwegen. Want in de marge ligt vaak de meeste poëzie.
Daarom koos ik ook bewust voor de trage vorm van brieven. Geen afgeronde theses, geen sluitende conclusies. Liever werk dat blijft schuiven en opnieuw gelezen kan worden. Zoals Rilke het schreef: “Lees de versregels alsof het andermans versregels waren, en u zult diep in uzelf voelen hoezeer het de uwe zijn.”
Brede relevantie
Waarom zou dit onderzoek ook buiten het kunstveld relevant kunnen zijn? Omdat de vragen die ik stel niet alleen over kunst of architectuur gaan. Ze raken aan hoe we omgaan met onze omgeving. Hoe we kijken — of niet kijken — naar wat ons omringt.
In tijden van klimaatverandering, ruimtelijke druk en maatschappelijke versnelling, is aandacht voor wat verdwijnt en wat rest essentieel. Beter kijken naar het tijdelijke, het vergankelijke, leert ons ook beter omgaan met wat we bouwen en doen.
Slot
Wat blijft er over van wat we bouwen? En wat verdwijnt?
Misschien is de belangrijkste les van mijn scriptie wel deze: als we aandacht hebben voor het tijdelijke, voor het zijspoor, zien we scherper wat echt van waarde is. En wat — hoe goed ook bedoeld — misschien vooral gerommel in de marge blijkt.
En ook dát mag, af en toe, gezien worden.
---
Bio:
Ben Martens (°1981) is architect en beeldend kunstenaar. In 2004 studeerde hij af als burgerlijk ingenieur-architect (UGent). In 2025 behaalde hij het masterdiploma Vrije Kunsten aan PXL-MAD School of Arts Hasselt, met de scriptie Postscriptum. Zijn werk situeert zich op de grens van architectuur en beeldende kunst, met bijzondere aandacht voor materialiteit, vergankelijkheid en hoe context betekenis vormt. Hij woont en werkt in Lint.
---
Motivatie:
Deze scriptie verdient extra aandacht omdat ze, in een tijd van versnelling en verharding, pleit voor traagheid en nuance. Postscriptum nodigt uit om bewuster om te gaan met ruimte, architectuur en kunst — en scherper te kijken naar wat vaak over het hoofd wordt gezien. Het werk toont dat minimale ingrepen en aandacht voor het vergankelijke net zo relevant zijn als grote gebaren. Omdat onze keuzes als makers — of als mensen — sporen nalaten, ook voor wie ze niet bedoeld waren. Door twijfel en omwegen toe te laten, opent deze scriptie een bredere blik op wat waardevol is in onze gebouwde en tijdelijke wereld.
Benjamin, W. (2022). Het kunstwerk in het tijdperk van zijn technische reproduceerbaarheid. Amsterdam: Boom Uitgevers.
Buren, D. (2002). Daniel Buren:mot à mot. Parijs: Centre Pompidou.
de Haan, M. (2005, december 2005). Variaties op het 'ik': in de marge van Milan Kundera. Opgeroepen op februari 2, 2024, van hof/haan: https://www.hofhaan.nl/2005/martin-de-haan/variaties-op-het-ik-in-de-ma…
Deleu, L. (2023, oktober 10). (B. Martens, Interviewer)
Dercon, C., & Buren, D. (2000). De musea moeten worden gevuld. In C. Dercon, Ik zou een museum willen maken waar de dingen elkaar overlappen (pp. 75-82). Amsterdam: Nai Uitgevers.
Dercon, C., & Naumann, B. (2000). Alles steeds verder uit elkaar halen. In C. Dercon, Ik zou een museum willen maken waar de dingen elkaar overlappen (pp. 101-116). Amsterdam: Nai uitgevers.
Dercon, C., & Sennett, R. (2000). Het museum als een anarchistische ervaring. In C. Dercon, Ik zou een museum willen maken waar de dingen elkaar overlappen (pp. 33-44). Rotterdam: NAi Uitgevers.
Geers, K. (2024). Duchamp’s Endgame. Da Vinci, Dürer, Ingres, Poussin. Brussel, België: Mercatorfonds.
Guichard, C. (Regisseur). (2000). Daniel Buren [Film].
Katambayi Mukendi, J. (2025, april 28). Jean Katambayi Mukendi. BAC ART LAB Leuven, België.
Kundera, M. (2004). Onsterfelijkheid. Amsterdam: Ambo - Anthos.
Lambrecht, L. (2024, december 12). (B. Martens, Interviewer)
Lambrecht, L. (2024, april 3). de volle leegte van Sarah Smolders. Opgeroepen op maart 27, 2025, van Flux News: https://fluxnews.be/de-volle-leegte-van-sarah-smolders/
Latta, R. (sd). What did Wittgenstein mean by this "A man will be imprisoned in a room with a door that's unlocked and opens inwards; as long as it does not occur to him to pull rather than push it."? Opgehaald van Quora: https://www.quora.com/What-did-Wittgenstein-mean-by-this-A-man-will-be-…
Martens, B. (2023, juni 14). Dwaalsporen addendum [ongepubliceerd addendum bij Bachelorpaper]. Hasselt: PXL-MAD.
Morrens, P. (2024). De Proeflezer. Audiotour bij de expo 'OEEEEEEUUUUVVRE'. Leuven, België.
Rüdiger, B. (2018). Resist in time! Remain in space! The work of Sarah Smolders by Bernhard Rüdiger. Opgeroepen op april 2, 2025, van Sarah Smolders: https://www.sarahsmolders.be/text
Rafael, M.-F. (2013). Pierre huyghe; On site. Köln: Verlag der Buchhandlung Walther König.
Rilke, R. (2021). Brieven aan een jonge dichter. Amsterdam: Uitgeverij Balans.
Shamma, M. (2024, Herfst). Shadow on the walls. MacGuffin(N° 14), pp. 73-80.
Siegert, B. (2015). Door Logic, or, the Materiality of the Symbolic: From Cultural Techniques to Cybernetic. In S. Bernhard, Cultural Techniques; Grids, Filter, Doors, and Other Articulatioons of the Real (G. Winthorp-Young, Vert., pp. 192-205). New York: Fordham University Press.
Smolders, S. (2024, maart 15). Culture Club. Sarah Smolders maakt installatie in Museum M: "Ik gebruik de maat en schaal van ruimtes om mijn werk te creëren". (B. Van Looy, Interviewer)
Spector, N. (sd). Robert Smithson Hotel Palenque. Opgeroepen op maart 31, 2024, van Guggenheim: https://www.guggenheim.org/artwork/5321
T'Jonck, P. (2017, november-december). Live art: opmaat voor een nieuw museum of kritische rand? De Witte Raaf, Editie 190.
Vanhauwaert, M. (2014). Wij zijn evenwijdig_. Amsterdam-Antwerpen: Querindo.
Vergaert, F. (2025, april 1). (B. Martens, Interviewer)
Wikipedia-bijdragers. (2020, mei 29). Wet van Parkinson. Opgeroepen op april 13, 2024, van Wikipedia: https://nl.wikipedia.org/wiki/Wet_van_Parkinson