Één op de vijf Brusselse gebouwen heeft erkende erfgoedwaarde. Maar wat als we die historische gebouwen niet alleen beschouwen als getuigen van het verleden, maar ook als deel van de oplossing om onze toekomst duurzamer te maken? Waarom is de gebouwde erfenis van vorige generaties zo belangrijk voor een verdere duurzame ontwikkeling van de samenleving? Daarvoor moeten we gaan zoeken bij de principes van de circulaire bouweconomie.
In de strijd tegen de klimaatopwarming is de overstap naar een circulaire economie cruciaal; geen wegwerpcultuur meer, maar zo lang mogelijk gebruik maken van materialen omwille van hun technologische, functionele en ecologische waarde. De bouwsector ontwikkelde al heel wat strategieën om circulair te bouwen. Dit kan bijvoorbeeld met kliksystemen en omkeerbare verbindingen. Maar er is een keerzijde: het volstaat niet enkel te vertrekken van alle gebouwen die in de toekomst gebouwd zullen worden. Het bestaande gebouwenbestand moet in dit verhaal de hoofdrol spelen. Zo kan men een circulaire bouweconomie bekomen door het terugwinnen en hergebruiken van materialen, vrijgekomen door gedeeltelijke of volledige afbraak. Het verleden is dus deel van deze omschakeling.
21% van de gebouwen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en 3% in Vlaanderen hebben een erkende en vastgestelde erfgoedwaarde. Dit is geen detail, maar een aanzienlijk deel van het bouwbestand. Op welke manieren kunnen we ons erfgoed inzetten in deze transitie naar een circulaire bouweconomie?
Traditioneel draait de erfgoedzorg grotendeels rond het volledig behouden en beschermen van historische gebouwen. Deze waardevolle getuigen van het verleden kunnen dus niet zomaar verbouwd of afgebroken worden. Er zijn dan ook enkele waarden zoals culturele, historische en contextuele waarde, die absoluut niet verloren mogen gaan. Met deze waarden in het achterhoofd, gebeurt restaureren vaak getrouw aan de originele materialen, context en staat van het gebouw. Het volledig behouden van gebouwen, niets verloren laten gaan, klinkt circulair. Maar, omdat elk gebouw met erfgoedwaarde uniek is, met een eigen combinatie van context, materialen en waarden vereist volledig behoud veel tijd, aandacht, materialen en financiële middelen. Bovendien zijn er in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en Vlaanderen tezamen meer dan 130.000 gebouwen met erfgoedwaarde terug te vinden. Een intensieve bewaarstrategie, wordt meteen onhaalbaar.
Daarom wint de alternatieve bewaarstrategie adaptive reuse aan terrein. Deze strategie laat toe een gebouw te herbestemmen naar een nieuwe functies en compatibele invullingen terwijl de erfgoedwaarden bewaard blijven en gerespecteerd worden. Voorbeelden zijn kerken omtoveren tot appartementen, industrieloodsen tot bibliotheken, enzovoort. Tenslotte heeft een veranderende maatschappij veranderende noden.
Een mooi voorbeeld is de Rubenshuissite in Antwerpen. Hier werden de twee eerdergenoemde strategieën toegepast. In 1939 werd het volledig gerestaureerd door de Antwerpse stadsarchitect Emiel van Averbeke (1876-1946). Én, recent in 2024, voegden Robbrecht en Daem architecten een nieuwe laag toe aan de site, door de bezoekerservaring anders vorm te geven met een nieuw toegangsgebouw. Zo ontstaat een interessant samenspel tussen historische en hedendaagse architectuur.
foto's genomen door Marie-Charlotte Le Bailly, links de oude ingang, rechts de nieuwe toevoeging door Robbrecht en Daem Architecten

Om een volledige circulaire bouweconomie op niveau van het gebouwd erfgoed te introduceren volstaan deze twee strategieën toch niet. Adaptive reuse is al een goede tussenkomst voor de gebouwen die niet meer in hun originele functie gebruikt kunnen worden, of gebouwen waar slechts nog enkele delen erfgoedwaarde bevatten. Maar, wat met de fragmenten die de selectie niet halen? Worden zij afval, of kunnen we ervoor zorgen dat ze elders een tweede leven krijgen? Kunnen ze door verplaatsing en herintegratie opgewaardeerd worden? Daarnaast zijn er ook gebouwfragmenten die op hun originele locatie niet meer hun oorspronkelijke functie kunnen vervullen, maar die daarom niet verloren hoeven te gaan. Twee voorbeelden uit de praktijk tonen dat dit kan.
Zo werden in het CBR-gebouw in Brussel enkele raampanelen vervangen omdat ze niet meer konden voldoen aan de hedendaagse energievoorschriften. Door hun iconische gele kleur en ovale vorm, dragen ze erg bij aan de erfgoedwaarde van het gebouw. Maar, ook op zichzelf dragen de fragmenten erfgoedwaarde uit. Rotor zag dit potentieel in de raampanelen in, en verkocht ze na demontage. Kopers gaven nieuwe invulling aan de raampanelen gaande van spiegels, tot tafelbladen.
Foto's genomen door Marie-Charlotte Le Bailly, CBR gebouw in Watermaal-Bosvoorde
Foto genomen door Esther Geboes, in kader van haar doctoraatsonderzoek: "Closing the glass loop. Prototyping a practitioner’s road map to valorise end-of-life architectural flat glass."
Ook in de Schaarbeekse apotheek Pharmacie Émilie werden dergelijke historische fragmenten hergebruikt. In deze apotheek zijn de hangende plafondelementen, oorspronkelijk uit het eerder afgebroken Générale de Banque gebouw in Brussel, het pronkstuk van het interieur. Het verdere interieur werd er duidelijk goed op afgestemd en ze vallen de bezoekers meteen op. Deze voorbeelden tonen hoe historische fragmenten ook in nieuwe contexten van betekenis kunnen zijn en niet altijd vastzitten op één plek.

Foto's genomen door Marie-Charlotte Le Bailly, Pharmacie Émilie 
Is de originele context en locatie niet erg belangrijk voor het behouden van de erfgoedwaarde? Ja, maar dat betekent niet dat een architecturaal erfgoedfragment elders betekenisloos wordt. Indien zorgvuldig gekozen en afgewogen, kan de verplaatsing de erfgoedwaarde en betekenis ook versterken, verdiepen en opnieuw doen opleven. Een best practice ontwikkelen voor het verplaatsen van architecturale erfgoedfragmenten, net zoals eerder gebeurde voor adaptive reuse zal ons ook beter doen begrijpen hoe we waarde hechten aan het architecturaal erfgoed.
Door circulariteit op alle niveaus binnen erfgoed te omarmen, van volledig behoud tot slimme herbestemmingen en hergebruik van fragmenten, kunnen we nog meer architecturaal erfgoed een toekomst bieden. Zo kan de overstap naar een circulaire bouweconomie samengaan met een inclusievere en allomvattende bescherming en behoud van erfgoed en materialen van historisch en cultureel belang.
Theuns, Koen. “Paviljoen Toyo Ito Brugge krijgt tweede leven.” De Standaard, April 18, 2018. https://www.standaard.be/nieuws/paviljoen-toyo-ito-brugge-krijgt-tweede….
“Zonnige Kempen - Interior Design for a Social Housing Company | Rotor.” Accessed May 11, 2025. https://rotordb.org/en/projects/zonnige-kempen-interior-design-social-h….
De Vlieger, Lionel. “Rotor: Reverse Architecture.” The Architectural League of New York, Virtual lecture, April 20, 2021. Posted on June 2, 2021by the Architectural League on Youtube. https://www.youtube.com/watch?v=6I877eKS8Cg&t=4424s.