De opleiding van een ecologische zoekhond

Dorien
Van Cauteren

Kunnen speurhonden otters redden?

 

De otter in België is terug van weg geweest. Lange tijd kwamen deze dieren niet meer voor in ons land door uitroeiing en vervuiling.  Tot kort na wereldoorlog II werden er premies uitgereikt aan mensen die otters konden vangen. Waardoor de soort zo goed als volledig werd uitgeroeid. Gelukkig is het vangen van otters nu niet meer toegestaan en verbetert onze waterkwaliteit weer langzaam aan waardoor er sporadisch weer otters worden waargenomen. Helaas is het voor deze dieren in België helemaal niet makkelijk. Otters leggen dagelijks meerdere kilometers af, waardoor ze ons wegennetwerk moeten doorkruisen.

Er kunnen maatregelen genomen worden om veilige oversteekplaatsen te voorzien, maar daarvoor is het natuurlijk noodzakelijk om te weten waar de otters voorkomen. Aangezien het om een nachtdier gaat dat vooral in het water leeft is informatie verzamelen over de verblijfplaats van otters niet echt een efficiënte manier. Otters markeren hun territorium met ‘spraints’. Dit zijn hoopjes mest die tactisch worden neergelegd op visueel opvallende plaatsen, bijvoorbeeld een eilandenpunt, een boomstronk of een bruggetje.

 Dit noemen we verklikkerplaatsen. De huidige methode om otters te zoeken, bestaat uit een steekproefsgewijze controle van deze verklikkerplaatsen op spraints. Dit is een erg arbeidsintensieve job.  Hier kunnen honden ons bij helpen.

Het doel van deze haalbaarheidsstudie was na gaan in hoeverre honden het zoeken naar otters kunnen vereenvoudigen en versnellen. Op vraag van het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek werd er een haalbaarheidsstudie uitgevoerd waarvoor er twee honden werden opgeleid tot otterspeurhonden.  De honden werden getraind om te zoeken naar de mest van otters en deze aan te duiden. Zo kunnen gebieden die geschikt zouden kunnen zijn voor otters doorzocht worden om te verifiëren of er ook effectief otters aanwezig zijn.
De hond kan mest die enkele weken oud is na regen en zon nog steeds detecteren en is dus betrouwbaarder dan wanneer we zelf het terrein visueel controleren.

We kunnen ook aan het gedrag van de hond zien, dat er otters zitten, zonder dat er effectief mest gevonden wordt. Verder kan de hond moeilijker bereikbare terreinen controleren die voor ons ontoegankelijk zijn.

 

De haalbaarheidsstudie werd gestart met de opleiding van twee honden zonder speurervaring. We hebben de honden aangeleerd om ottermest aan te duiden met hun neus. Wanneer ze een spraint vinden, zullen ze hier van erg dicht bij intensief naar blijven kijken. Dit noemen we ‘fixeren’. Deze fixatie werd eerst aangeleerd op een potje met ottermest. Hierna moest de hond leren om tussen verschillende potjes met geuren, het potje aan te duiden waar er ottermest in zat. Zo werden er potjes met voedsel en mest van andere dieren tussen gestoken, die de hond moet leren negeren. Er werd ook aangeleerd om zowel verse als oudere meststalen te herkennen en om ottermest van otters met een verschillende herkomst aan te duiden. Otters op een andere locatie eten namelijk niet noodzakelijk hetzelfde, waardoor ook het geurbeeld van hun mest zal verschillen. De hond moet leren om al deze verschillende nuances te herkennen. Dit wordt generaliseren genoemd. Natuurlijk is het ook erg belangrijk dat de hond enkel mest van otters aanduidt. Daarom werd er ook eendenmest, paardenmest en mest van de steenmarter verstopt.

 

Eens de hond dit onder de knie had, konden we echt beginnen met zoeken. Er werden otterstalen in het gras verstopt, die de hond moet zoeken en correct aanduiden.

Eerst werd er geoefend op kleine grasstroken en in een volgende fase op grotere terreinen.

Op verplaatsing moesten de honden leren om zich te concentreren op het zoeken, wat niet elke keer even makkelijk was, door de afleiding.

In de laatste fase werd er met de hond gezocht in natuurgebieden waar er waarnemingen van otters geweest zijn en waar er al enkele keren ottermest is gevonden.

In Kruibeke ligt het grootste overstromingsgebied van Vlaanderen. Dit natuurgebied is beschermd en wij kregen toestemming om hier met de honden te gaan zoeken.

Hier werden enkele wildcamera’s opgehangen waar maar zeer af en toe een otter met werd gespot. Gelukkig konden onze honden dankzij hun goede neus, effectief een aantal otterspraints vinden.

Na deze studie en het vergelijken van alle resultaten werd berekend dat de honden in  80 procent van de gevallen een betrouwbaar signaal geven. Dit is erg hoog en betekent dat het inderdaad erg efficiënt zou zijn, om honden in te zetten bij het monitoren van bedreigde diersoorten. Zeker als we er rekening mee houden, dat onze honden deel uitmaken van een haalbaarheidsstudie en de opleiding dus nog in een testfase zat.

Met intensieve training zouden nog veel betere resultaten behaald kunnen worden.

 

Dankzij de hond zouden de spraints veel sneller kunnen worden gevonden en waardoor de verspreiding van de otter in kaart kan worden gebracht. Op deze plaatsen zouden dan migratieknelpunten kunnen worden bepaald en verholpen. Otters kruisen bijvoorbeeld rivieren altijd bovengronds als ze niet langs een oever naast de waterloop kunnen. Hierdoor vallen er erg veel verkeersslachtoffers. Dit kan verholpen worden door oevers minder steil te maken, door drijvende oevers en door ecoducten of tunnels aan te leggen waar wegen een waterloop kruisen.

Nu de otter na enkele decennia zich terug in België gevestigd heeft, moeten we proberen hem zo goed mogelijk te beschermen, wat een heel stuk makkelijker gemaakt kan worden, dankzij onze honden. Ja dus, de ecologische zoekhond, zou de otter kunnen redden!

 

Bibliografie

Bronvermelding

 

Internetbronnen

 

Dierenkliniek Wilheminapark, Wormen bij de hond en kat, ‘internet’, s.d., (http://www.dierenkliniekwilhelminapark.nl/nieuwsbrief/wormen.html).

 

Departement leefmilieu, natuur & energie, Vlaanderen is milieubewust, ‘internet’, s.d., (http://www.lne.be/themas/beleid/milieueconomie/lne-zine-focus/wat-lever…).

 

INBO, groepen en diensten, ‘internet’, s.d, (https://www.inbo.be/nl/onderzoeksgroepen).

 

Ken Ramirez, using an ‘all-clear’ in Scent-detection, ‘internet’, 25-11-2015.,(http://www.clickertraining.com/How-to-Use-an-All-Clear).

 

Luc De Roy, Honden meer inzetten om kanker op te sporen, 20-5-2014. (http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/wetenschap/1.1973307).

 

 

Trueman C. N., Dogs in world war one,‘internet’, 15-4-2014,(http://www.historylearningsite.co.uk/world-war-one/the-western-front-in…).

 

Speurhonden Instructie school, de zekerheid van het juiste spoor,’internet’,5-2-2016, (http://www.speurhondeninstructieschool.nl/).

 

 

 

 

Boeken

 

"Chasse du Loup", L'Encyclopédie, Diderot et d'Alembert, 1751-1780.

 

De pauw, W., Van Den Berge, K., Zoogdierenatlas Vlaanderen: Lutra lutra, 2003.

 

 

Wetenschappelijke artikelen


Beerens, R., Migratieknelpunten van de otter in Willebroek, 2015.

 

Chanin, P., otter road casualties,  Hystrix It. J. Mamm (n.s.) 17 (1) (2006): 79-90.

 

Nolet, , B. 1983. Sporen van otters. Uitgave Nationale Campagne Bescherming Roofdieren, Gavere.

 

PHILCOX C.K., GROGAN A.L., MACDONALD, D. W., Journal of Applied Ecology, Patterns of otter Lutra lutra road mortality in Britain',1999-36. 

 

 

 

 

 

Download scriptie (2.01 MB)
Universiteit of Hogeschool
VIVES Hogeschool