Slachtofferweerstand en dadergeweld in seksuele gewelddelicten

Liesl
Demesmaeker
  • Nancy
    Van Hauwermeiren

Vechten tegen seksueel geweld

Makkelijker gezegd dan gedaan – Beter gedaan dan gezegd

Seksueel geweld is een thema dat we de laatste decennia nog moeilijk kunnen wegdenken uit de nieuwsberichten. Marc Dutroux en Ronald Janssen zijn slechts twee namen die ons herinneren aan gruwelijke seksuele feiten gepleegd op soms weerloze slachtoffers. Die slachtoffers zijn vaak meisjes of vrouwen: uit een Belgische bevolkingsenquête in 2009 blijkt niet minder dan 1 op 16 vrouwen slachtoffer te zijn geweest van een (poging tot) verkrachting tijdens dat afgelopen jaar. Wat maakt hen zo kwetsbaar dat ze niet kunnen ontsnappen uit de handen van een geweldpleger? Wat kunnen ze doen om zich te verzetten tegen een aanvaller en te vermijden verkracht te worden? Een zoektocht doorheen wetenschappelijke studies probeert hierop een antwoord te bieden…

“Ze heeft het zelf gezocht”

Wie heeft ze nog niet gehoord of gebruikt: uitspraken als “ze kleedde zich zo uitdagend, geen wonder dat…” of “hij had zoveel gedronken, hij wist gewoon niet meer wat hij deed”. Het valt meteen op dat zo’n opvattingen het schuldgevoel bij slachtoffers verhogen en bij daders wegnemen. Absurd misschien, maar niet onlogisch aangezien mensen zichzelf op die manier beschermen tegen mogelijk slachtofferschap: “Als ik me niet zo gedraag, zullen ze mij alvast niet krijgen”. De impact van zo’n overtuigingen op de beleving van het slachtoffer valt niet te onderschatten. Aangifte bij de politie gebeurt sowieso al zelden: slechts 11% van de aanrandingen tot 20% van de verkrachtingen wordt aangegeven. Wanneer de dader voor het slachtoffer een bekende is, vormt dit een extra barrière. Daarnaast speelt angst voor wederwraak van de dader een rol, samen met schaamte of de overtuiging dat de verkrachting geen misdrijf was. Wanneer slachtoffers besluiten hun verhaal toch kenbaar te maken, benadrukken ze hun verzet soms ook net extra hard om door anderen geloofd te worden, terwijl weerstand bieden geen evidente opgave is in (seksueel) gewelddadige situaties.

Weerstand: wat en hoe?

Weerstand, verzet, tegenstand, protest, verweer, … hoe doe je dat wanneer een aanvaller je een mes op de keel drukt of je meesleurt in de toiletten? Krijg je een geluid door je keel, kan/durf je een slag uitdelen of het op een lopen te zetten? Slachtoffers vertonen verschillende soorten gedrag om uit een benarde situatie te ontsnappen of die zo snel mogelijk voorbij te laten gaan. Net hierop focussen preventieprogramma’s zich: kennis en vaardigheden bijbrengen waarmee vrouwen zich kunnen verdedigen in bedreigende situaties. In Europa is er echter weinig tot geen duidelijkheid over welke weerstand het meest efficiënt zou zijn; nochtans een meerwaarde voor programma’s die zich richten tot (toekomstige) slachtoffers. Amerikaanse wetenschappelijke onderzoeken besteedden hieraan evenwel al jarenlang aandacht. Doorgaans worden vier weerstandstrategieën onderscheiden.

Actieve fysieke weerstand

Schoppen, slaan, aan de haren trekken, een wapen gebruiken, …

Passieve fysieke weerstand

Proberen vluchten, de dader wegduwen, …

Actieve verbale weerstand

Schreeuwen, gillen, schelden, …

Passieve verbale weerstand

Huilen, smeken, proberen in te praten op de dader, …

 

Binnen het onderzoeksveld heerst de overtuiging dat actieve weerstand effectief helpt om verkrachting te vermijden, zonder dat het risico op verwondingen stijgt. Door te slaan of te gillen zal een dader meer moeite hebben zijn slachtoffer te veroveren of de aandacht van de omgeving af te houden. Elke vorm van passieve verbale weerstand zou tot een grotere kans op voltooiing van de verkrachting leiden. Wanneer slachtoffers zich erg onderdanig opstellen en huilen of smeken om te stoppen, vergroot dit de motivatie van de dader om zijn slachtoffer te krenken en controle en macht te verwerven.

En voor België?

Voor het eerst wordt dus in België onderzocht welke soort weerstand kan helpen een verkrachting te vermijden. Na verschillende analyses blijkt de stelling voor de Belgische delicten niet helemaal bevestigd te kunnen worden maar is wel eenzelfde trend merkbaar (in statistische termen: de grootte van het resultaat is niet sterk genoeg om echt een uitspraak over te kunnen/mogen doen).

Algemeen komt naar voren dat om verkrachting te vermijden, een actieve weerstand efficiënter is dan een passieve weerstand. Dat geldt vooral voor de verbale vorm. Passief verbaal verzet blijkt zelfs het omgekeerde effect te hebben; de kans dat de verkrachting wordt voltooid, verdubbelt wanneer slachtoffers huilen of proberen in te praten op hun aanvallers. Daarentegen maakt het bij fysieke weerstand weinig verschil of slachtoffers eerder gaan duwen of proberen vluchten, of een wederaanval plannen op de dader. In beide strategieën daalt de kans met zo’n 40%. Kortom: roepen en schreeuwen helpt, maar slaan, schoppen, duwen of proberen vluchten is nog beter. Daarbij moet beklemtoond worden dat vrouwen geen schuld treft indien ze niet in staat zouden zijn zich te verzetten, net zoals bij vrouwen die ondanks hun weerstand toch verkracht worden.

Niet enkel de slachtofferweerstand maar ook sommige situatiekenmerken kunnen een beschermend effect hebben. Een publieke locatie (zoals bioscoop, bar of park) verkleint de kans op voltooiing opmerkelijk, net als omgevingsinterventies die het delict kunnen onderbreken (bijvoorbeeld een voorbijganger of telefoongerinkel). Het is dan ook ten zeerste aangeraden ‘de omgeving’ attent te maken op haar invloed in het onderbreken van delicten en de bereidheid om slachtoffers te helpen aan te moedigen.

 

Wat helpt?!

Fysieke weerstand – actief en/of passief

Verbale weerstand – in combinatie met fysieke weerstand

 

Omgeving waar je omringd bent door anderen

 

Interventies van omstaanders, voorbijgangers, …

Wat helpt niet?!

Passieve verbale weerstand

Slechts het begin

Dit Belgische onderzoek is slechts een eerste verkenning naar de invloed van slachtofferweerstand op de afloop van een seksueel gewelddelict. Toekomstige studies zullen moeten uitwijzen of nog meer relevante informatie kan helpen om het seksueel geweld tegen te gaan en slachtoffers te sterken in hun weerstandstrategieën. Tot dan is ‘vechten tegen seksueel geweld’ de boodschap; zowel voor het slachtoffer als voor iedereen die getuige is of kan zijn!

 

In de kantlijn

Artikel 375 van het Belgisch Strafwetboek omschrijft verkrachting als “elke daad van seksuele penetratie van welke aard en met welk middel ook, gepleegd op een persoon die daar niet in toestemt”.

Het Belgisch onderzoek focust zich op vrouwelijke slachtoffers (16+) en mannelijke daders (18+) die voor elkaar onbekend zijn.

Download scriptie (961.31 KB)
Universiteit of Hogeschool
Vrije Universiteit Brussel
Thesis jaar
2012