Heeft een accent een invloed op je carrièrekansen? Een experimenteel onderzoek naar accentvooroordelen tijdens sollicitatiegesprekken

Laurens
Biesmans

Waar je ook komt, overal klinkt het Nederlands net dat tikkeltje anders. Soms is er slechts één woord nodig om te horen wat je sociale of geografische afkomst is. Wanneer een accent sterk verschilt van de norm in een regio, kan het negatieve associaties oproepen. In oktober publiceerde Knack een artikel over de houding van Vlamingen tegenover buitenlandse accenten. Het artikel beklemtoont het belang van sociale interpretatie en tolerantie voor het unieke taallandschap in België. Deze masterproef  onderzoekt in welke mate accent een rol speelt tijdens sollicitatiegesprekken. De focus van dit onderzoek ligt op etnolectale accenten, dat zijn accenten waarin je op de een of andere manier een migratie-afkomst hoort. Uit de resultaten bleek dat zulke accenten niet altijd positief worden beoordeeld.

Het Cités, de taal van de multiculturele mijnwerkersgemeenschap

Deze studie richt zich in het bijzonder op de zogenaamde Citétaal. Dat is een etnolectale variëteit die de afgelopen decennia het taallandschap in Midden-Limburgse grondig heeft gewijzigd. Toen in de twintigste eeuw Zuid-Europese mijnwerkers en de Limburgers met elkaar in contact kwamen, vond er een uitwisseling van talen plaats waaruit een mengelmoes van al die talen ontstond: Citétaal. Uitspraken als ‘Wa make?’ voor ‘Hoe gaat het?, vinden hun oorsprong in de Italiaanse taal, maar ook  het Turks en het Arabisch hebben hun invloed gehad op de ontwikkeling van Citétaal. Eén van de meest markante kenmerken in de uitspraak is de zogenaamde palatalisatie van de /s/, waarbij woorden als “spijt” worden uitgesproken alsof er <sj> staat (sjpijt). Daarnaast worden Citétaalsprekers gekenmerkt door een sterk afwisselende intonatie in hun uitspraak, een staccatoritme. De Citétaal kende een grote verspreiding dankzij een aantal bekende mediafiguren, zoals Smos uit Safety First of Ibi uit Spitsbroers. Met hun aanstekelijke taalgebruik wisten zij de harten van vele Vlamingen te winnen. Citétaal is door dit succes een soort van nieuwe omgangstaal geworden. Het lijkt zelfs een nieuwe lokale manier van spreken, waarbij de initiële link met de “allochtone” gemeenschap is  minder sterk aanwezig is.

Wa make? Hoe gaat het

My accent is better than yours

Hoewel citétaalfenomenen de laatste jaren een ongekend succes kenden, blijven dit soort “etnolectale slangs” veelvuldig gestigmatiseerd. Mensen zijn vaak bang dat ze een gevaar vormen voor de standaardtaal. In dit onderzoek wilden we nagaan wat er gebeurt wanneer jonge sollicitanten citétaalfenomenen gebruiken tijdens een rekruteringsgesprek. Eerder onderzoek toonde al aan dat een buitenlands accent tijdens een sollicitatiegesprek bepaalde stereotypes of voordelen kan opwekken. Zo worden sprekers met een Chinees accent vaak toegeschreven aan technologische beroepen en worden personen met een zuiders accent vaker als arbeider beschouwd. Over de effecten van etnolecten (zoals Citétaal) in zulke formele gesprekken is echter amper onderzoek uitgevoerd. In deze masterproef hebben we onderzocht welke citétaalfenomenen worden beoordeeld als  “vreemd”. Bovendien wilden we nagaan of personeelswervers er negatiever tegenover staan vergeleken met het lokale accent, het Limburgs.

Jij spreekt Citétaal, dus jij krijgt een job als…

Om deze vragen te kunnen beantwoorden, moesten we achterhalen wat personeelswervers van Citétaal vinden. We lieten een getalenteerde spreker drie verschillende geluidsfragmenten inspreken: een met een zogenaamd “autochtoon” Limburgs accent, een met een Limburgs accent met de intonatie van de Citétaal (een licht citétaalaccent, met andere woorden) en ten slotte een in een duidelijk gemarkeerd Citétaalaccent. Die drie fragmenten presenteerden we in een enquête aan onze doelgroep, HR professionals die in het dagelijkse leven sollicitatiegesprekken leiden. De resultaten van dit experiment bevestigen onze vermoedens. Niet alleen vonden de deelnemers dat de Citétaal in vergelijking met het Limburgs een lagere status met zich meedraagt, ze schatten deze spreker zijn competenties ook aanzienlijk slechter in. Zo werd de Citétaalspreker steevast als arbeider beoordeeld, en werden zijn communicatievaardigheden significant lager ingeschat dan wanneer hij Limburgs sprak. De combinatie van een lage status en lage communicatievaardigheden leidde dus tot de unanieme conclusie dat de Citétaalspreker geschikt is voor een job als heftruckchauffeur. Ter vergelijking: de beoordelaars koppelden het Limburgse accent consequent aan de functies van accountmanager of verzekeraar. We noemen dit vooroordeel op basis van enkel een accent dan ook een accent bias, een onbewuste afkeer van accenten die anders zijn dan de jouwe.

Status van de onderzochte taalvariëteiten

En wat nu?

De conclusie van dit onderzoek is zeer duidelijk. Citétaalfenomenen hebben sterk aan populariteit gewonnen, maar worden in formelere contexten niet geapprecieerd. Sterker nog: de resultaten wijzen erop dat het gebruik van deze fenomenen je kansen op de arbeidsmarkt zelfs verlagen. Wat kunnen we hieraan doen? Moeten sollicitanten altijd zoveel mogelijk Standaardnederlands spreken? Of moeten we vragen van personeelswervers aanpassen om anders om te gaan met accentvariatie? De aanbevelingen in deze masterproef liggen voornamelijk in de lijn van dat laatste. In onze steeds diverser wordende maatschappij is meer openheid voor accentvariatie een must. Gestructureerde sollicitatiegesprekken waarin de focus ligt op de competenties van de sollicitant zouden in de eerste plaats een oplossing kunnen bieden. Daarnaast kan de gespreksleider ervoor kiezen om net wat persoonlijker met de sollicitant om te gaan. In een gesprek gaan onbekende partijen immers opzoek naar gemeenschappelijke interesses, een common ground. Onderzoek heeft aangetoond dat common ground een positieve invloed heeft op de kans om aangenomen te worden. Zeker het proberen waard dus.

Met dit onderzoek hopen we niet alleen een licht te werpen op een maatschappelijk relevant probleem, maar ook nieuw onderzoek te stimuleren naar onderliggende accentvooroordelen in Vlaanderen.

Download scriptie (778.32 KB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2020
Promotor(en)
prof. dr. Stefania Marzo, prof. dr. Laura Rosseel