Veiligheid in wielrennen: vallen en niet meer opstaan?

Glenn
Tordeurs

Veiligheid in wielrennen: vallen en niet meer opstaan?

Je moet er af en toe bij stilstaan, ook niet te veel natuurlijk, dat je vroeg of laat ten val komt of aangereden wordt als wielrenner”, aldus Belgisch kampioen Oliver Naesen. Is het werkelijk zo slecht gesteld met de veiligheid binnen de koers? Deze masterproef probeert de huidige stand van zaken te schetsen en onderzoekt op welke manier men de veiligheid in het professioneel wielrennen naar een hoger niveau kan brengen. (On)veiligheid in de koers blijft alleszins een zeer actueel thema. Denk maar aan de zware ongevallen die in 2016 hebben plaatsgevonden, zoals bv. het overlijden van Antoine Demoitié en het ongeval met Stig Broeckx. Het is dan ook uitermate belangrijk om steeds te blijven nadenken over hoe we de levens en het welzijn van de mensen in het wielerpeloton nog beter kunnen beschermen.

 

De mening van Lefevere en co.

In het kader van het onderzoek werden 11 wielerexperts geïnterviewd, onder wie Patrick Lefevere, Oliver Naesen,  Carl Berteele en Bert Roesems. Tijdens deze gesprekken mochten de experten hun licht op de zaak laten schijnen en de potentiële veiligheidsmaatregelen tegen elkaar afwegen, elk vanuit hun eigen standpunt. Daarnaast werd eveneens een MAMCA-analyse (Multi-Actor Multi-Criteria Analysis) uitgevoerd. Dit is een analysetechniek (met bijhorende software) die de gebruiker in staat stelt om beleidsalternatieven of scenario’s te evalueren, rekening houdend met de belangrijkste stakeholdergroepen en hun belangen. In dat verband werden de respondenten in 5 subgroepen ingedeeld: de competitieve participanten, de neutrale volgers, de inrichtende macht, de mediaomgeving en de gemeenschap.

5 veiligheidsscenario’s

In de analyse werden 5 veiligheidsscenario’s onderzocht: 1 status-quo scenario waarin geen maatregelen worden doorgevoerd en 4 nieuwe strategieën. Een gedetailleerde beschrijving van elke van deze scenario’s kan u terugvinden in bijlage. Onderstaande figuur is het resultaat van de MAMCA-analyse en rangschikt de 5 veiligheidsscenario’s volgens evaluatiescore voor elk van de 5 stakeholdergroepen. 

Afslanking van het peloton

Op basis van de gesprekken met de respondenten kan de wielerwereld enigszins als conservatief bestempeld worden: mensen houden niet van verandering en nemen doorgaans een vijandige houding aan t.o.v. nieuwigheden. Daarom is het van belang dat men bij het formuleren van een nieuw veiligheidsbeleid rekening houdt met de implementatiecontext van het wielrennen, i.e. het geheel van socio-culturele waarden en fundamentele principes binnen de sport. Zo niet, dan is de kans groot dat nieuwe maatregelen afgestoten worden door de sportgemeenschap. Gelet op dit conservatisme en de rigide implementatiecontext is het belangrijk een onderscheid te maken tussen de korte en de lange termijn. Op korte termijn is het immers wenselijk om enkel scenario’s te implementeren die op de Multi-actor Line Chart stabiliteit vertonen over de stakeholdergroepen heen. Op basis van de analyse lijkt het bijgevolg opportuun om op korte termijn te opteren voor scenario 3 (Vermindering van de “frictie” in het peloton) en/of scenario 5 (Meer sensibilisering en straffen). Met het oog op scenario 3 dient men een inkrimping van één renner per ploeg na te streven, wat het peloton doet afslanken naar ongeveer 175 renners. Waarom is dit het ideale aantal? Wel, als je de Ronde van Frankrijk beschouwt, is het opvallend dat de meeste valpartijen en opgaves plaatsvinden in de eerste week. Van zodra het aantal renners tot 175 herleid wordt, neemt het aantal valpartijen en opgaves aanzienlijk af en stabiliseert de grootte van het peloton. Een peloton van 175 renners elimineert m.a.w. de “overtollige frictie” die aanwezig is bij een peloton van 200 renners.

 

Afgesloten circuits

Over een langere tijdspanne lijkt het waarschijnlijk dat afgesloten circuits op incrementele wijze hun intrede zullen maken in het moderne wielrennen. Gelet op de verzadiging van de verkeerscapaciteit, de toenemende terreurdreiging en de steeds specifieker wordende veiligheidsvoorschriften van de maatschappij lijkt de toenemende relevantie van afgesloten parcoursen onvermijdelijk. Er bestaat echter protest van wielerfans: afgesloten circuits zouden de aantrekkelijkheid van wedstrijden in het gedrang brengen. Dit zou een hinderpaal kunnen vormen, maar op termijn zal iedereen mee moeten evolueren. Zeker voor de veiligheid van amateurs en jongeren is deze evolutie een dringende noodzaak, aangezien zij niet over dezelfde vaardigheden beschikken als professionele renners. Daarenboven kan in deze nieuwe setting vaker gebruik gemaakt worden van vaste seingevers en vaste camerastandpunten, waardoor organisatoren in staat zijn de hoeveelheid gemotoriseerde elementen (mobiele seingevers en cameramotoren) verder te beperken.

 

Schijven, pistes en externe hulp

Tot slot leveren de interviews nog enkele cruciale inzichten op. Wat betreft de controverse m.b.t. schijfremmen dient men wederom het onderscheid te maken tussen de korte en de lange termijn. Op dit moment is het opportuun om schijfremmen nog te verbieden, omwille van de problematiek m.b.t. incompatibele remafstanden en het hedendaagse wantrouwen ten aanzien van dit remsysteem. Over 2 à 3 jaar echter, wanneer de technologie volledig op punt staat op technisch en veiligheidsvlak, dringt een algemene verplichting zich op. Ten tweede dienen er in België meer wielerpistes gebouwd te worden omdat de openbare weg geen veilig trainingsgebied is voor jongeren. Zo niet, dan zal de wielersport een zeker verval kennen t.o.v. sporten die wél veilige trainingsomstandigheden kunnen garanderen. Tot slot moet er nog meer samenwerking plaatsvinden tussen de beleidsmakers van het wielrennen en onderzoekers uit externe disciplines, inclusief de overheid, om het veiligheidsprobleem verder aan te pakken.

 

Met het oog op het veiligheidsvraagstuk binnen de wielersport gelooft deze masterproef op korte termijn in de afslanking van het peloton en op lange termijn in de toenemende rol van afgesloten parcoursen. Op de middellange termijn dient men schijfremmen te verplichten, wielerpistes te bouwen en meer samenwerking met externe deskundigen te bewerkstelligen. Deze suggesties kunnen alvast een stap in de goede richting betekenen, maar bieden geen garantie op complete veiligheid. Ex-renner Bert Roesems geeft aan dat vooral de menselijke factor een rol speelt en dat de wielersport nooit vrij zal zijn van valpartijen: “Als er twee renners in elkaar haken, dan is er geen maatregel in de wereld die dat kan verhinderen”.

 

Download scriptie (4.94 MB)
Universiteit of Hogeschool
Vrije Universiteit Brussel
Thesis jaar
2017
Promotor(en)
Koen Van Raemdonck
Thema('s)