Stieglers deconstructie van de film. Op zoek naar een agogische relevantie.

Kenneth
Verhoeven

Wegwijs in de digitale beeldcultuur

Men heeft ons allemaal wel eens op school tijdens de geschiedenislessen verteld dat onze historische tijdslijn slechts artificieel is en dient ter beschrijving van onze evolutie als mens door tijd. Historici en andere wetenschappers delen onze geschiedenis op in verschillende periodes en geven die “tijdsvakken” een naam die de betreffende periode het meest omvattend beschrijven. Als we nu het heden, deze eigenste tijd, zouden moeten omschrijven met slechts één enkel woord, zouden er velen dit doen met het woord ‘technologie’ of ‘digitaal’.

In mijn masterproef vertrek ik vanuit bovenstaande gedachte; wij, de Westerse beschaving, leven in een “getechnologiseerd” of digitaal tijdperk. Dit gegeven beïnvloedt alle aspecten van ons dagelijks leven. De opkomst en snelle ontwikkeling van de televisie, internet, sociale media… hebben een ontegensprekelijke impact op ons doen en laten. Bovendien zorgt dit ervoor dat wij op elk moment van de dag overstelpt worden met beeldcultuur. De grens tussen werkelijkheid en datgene wat we digitale realiteit noemen, vervaagt als het ware. Vanuit deze constatatie betrek ik de Franse cultuurfilosoof Bernard Stiegler, die stelt dat vanaf het ontstaan van de mens er altijd een noodzakelijk technisch element aanwezig is geweest, zoals bijvoorbeeld het schrift, om ervaringen en kennis op te slaan en te delen met de medemens. De laatste honderd jaar zijn die technische elementen in ijltempo gedigitaliseerd.

De laatste vijftig à zestig jaar is er echter een evolutie binnen deze evolutie tot stand gekomen die, niet per toeval, het vrijemarktprincipe belichaamt. Stiegler wijdt deze tendens toe aan de kracht die tv en internet op ons (collectief) bewustzijn hebben. Hier is sinds de helft van de 20ste eeuw duchtig op ingespeeld door onder meer het neefje van Freud, Edward Bernays, die als een van de eerste met het idee kwam om via reclamebeelden in te spelen op de onderbewuste noden van de mens.

In mijn scriptie trek ik deze lijn door naar film en meer bepaald de artistieke film, die ik contrasteer met de “Hollywoodmachine”. Deze laatste dient vaak slechts ter verstrooiing en ontspanning van de kijker zonder een kritische kijk of bedenking te willen meegeven. Massamedia en winst gaan hier hand in hand. Het resultaat hiervan is dat het informatieve op de achtergrond treedt. Heel het idee van beeldcultuur die mensen tracht een verrijkende blik te gunnen op de realiteit is door het kapitalistische marktdenken getransformeerd in een, volgens Stiegler, passieve afstompende commerciële beeldenstroom met een existentiële crisis ten gevolge.

Volgens hem is het daarom belangrijk om de mens bewuster te leren omgaan met de overmaat van beelden die we steeds opnieuw voorgeschoteld krijgen. Hiervoor heeft hij in samenwerking met Centre Pompidou te Parijs, een gratis softwareprogramma ontwikkeld, genaamd ‘Lignes de Temps’, waardoor het makkelijker wordt om filmtaal aan te leren doordat scènes individueel geïndexeerd, beoordeeld en geannoteerd kunnen worden. Op deze manier ontstaat een tijdlijn van een film(fragment) dat kan gezien worden als filmpartituur, waardoor een film “gelezen” kan worden en de vorm en inhoud beter te achterhalen zijn. Het is hierbij significant te weten dat het idee van montage een van de belangrijkste assumpties is bij het bewuster omgaan van televisie- en filmbeelden.

Als cultuur agoog ben ik met dit gedachtegoed te werk gegaan en gaan kijken waar juist het (kunst)educatief en maatschappelijk relevante aanwezig is binnen deze filosofisch omvangrijke theorie. De mens is immers altijd gefascineerd geweest door verhalen. Het aanhoren en doorgeven is reeds sinds mensenheugenis een manier van educatieve vormgeving. Daarom dat film, in mijn én Stieglers ogen, een uitgelezen kans is om kennis aan te leren en door te geven. Ook televisieprogramma’s hebben deze potentie wanneer ze de juiste intentie hebben. De link tussen Lignes de Temps en televisiestudies is omwille van die reden snel gemaakt, omdat er juist de mogelijkheid wordt gecreëerd om kritisch stil te staan bij beelden die we te zien krijgen via de tv en/of computer.

De relevantie van deze bevinding is niet ver te zoeken wanneer de dagelijkse krantenberichtgeving doorgenomen wordt.  Zo is een krantenkop “Minder VRT maakt dom” (dewerelmorgen.be) een van de vele koppen die de laatste maanden de revue passeren. Wordt er namelijk genoeg stil gestaan bij het feit dat de publieke omroep en haar “correcte” verslaggeving kwalitatief zullen moeten inboeten wegens drastische besparingen de komende jaren? Of wat met de intrede van Netflix in België, waardoor de film slechts een commerce zal zijn waarvan de meest winstgevende, die met de breedste doelgroep, nog slechts beschikbaar zullen zijn voor het grote publiek? Wat met de transcenderende kunstervaring, die ons kritisch leert omgaan met onze dagelijkse routine die te vaak zo evident en vanzelfsprekend lijkt?

Een andere mogelijke toepassing van Lignes de Temps is te vinden in het feit dat steeds meer mensen in bezit zijn van een smartphone en bijgevolg altijd de mogelijkheid hebben hun ervaringen met een kwaliteitsvolle camera vast te leggen en te delen met anderen. Beelden vervangen op deze manier woorden. Opnieuw groeit hier de noodzaak om mensen van kinds af aan op te voeden in het lezen en maken van beelden, en meer bepaald bewegende beelden, aangezien er in de opeenvolging van beelden altijd het principe van montage komt kijken. Dat wil zeggen dat er een persoon of instantie aanwezig is die beslissingen maakt over wat er wel en niet vertoond zal worden. Zo zal de werkelijkheid, zelfs door amateurs, bewust of onbewust, vaak verbloemd of gereduceerd worden. Wat blijft er dus uiteindelijk nog over van onze realiteit? Dat is hetgene wat ik aan de hand van Bernard Stiegler zijn filosofie onder de loep heb willen nemen.

Download scriptie (2.23 MB)
Universiteit of Hogeschool
Vrije Universiteit Brussel
Thesis jaar
2014