Studio Brussel en JOE fm @ Twitter

Gunter
Van Stappen

Twittergebruik Studio Brussel en JOE fm onderzocht

Naar de radio luisteren is anno 2014 nog steeds hip. En dat terwijl de radio een aantal jaren geleden ten dode opgeschreven leek te zijn. Het oudste medium ging de uitdaging met de toenemende digitalisering volledig aan en staat vandaag sterker dan ooit. Ook bij Studio Brussel (VRT) en JOE fm (Medialaan) hadden ze de boodschap begrepen. Zij hebben dan ook handig ingespeeld op de toenemende populariteit van sociale media. Gunter Van Stappen, masterstudent Journalistiek aan de KU Leuven (Campus Brussel), deed voor zijn masterproef onderzoek naar de manier waarop beide zenders tegenwoordig aanwezig zijn op de sociale netwerksite Twitter.

Stijn Van Kerkhove, hoofd digitale media bij Studio Brussel, verklaart dat bij Studio Brussel vijf jaar geleden de klik werd gemaakt om de content van de zender te verspreiden naar plaatsen waar het doelpubliek aanwezig is, namelijk Twitter en Facebook. De zender was er dan ook als de kippen bij om in 2009 een Twitteraccount op te richten. Bij JOE fm verliep dat iets minder vlot, hun Twitteraccount zag pas het daglicht in 2011, maar dat heeft vooral te maken met het doelpubliek van de zender. Volgens Vincent Vangeel, digitaal nethoofd bij zowel JOE fm als Q-Music, bevindt de gemiddelde JOE fm-luisteraar zich weinig op Twitter, vandaar dat de zender zich vooral richt op Facebook. Het verschil in focus op het medium blijkt ook uit het aantal volgers van beide zenders op Twitter. Studio Brussel heeft er vandaag meer dan 158000, terwijl JOE fm er een slordige 2500 heeft.

Voor zijn onderzoek analyseerde Van Stappen 453 tweets door middel van een kwantitatieve inhoudsanalyse. Van Studio Brussel werden er 281 tweets, gepost tussen 1 en 15 april 2013, onder de loep genomen, van JOE fm 172, verspreid over de maanden februari, maart en april 2013. “Door het grote verschil tussen beide zenders qua hoeveelheid gepostte tweets, was het niet gemakkelijk om een gelijkwaardig aantal berichten te selecteren. Daarom moest ik ietwat creatiever omspringen met de periode”, aldus de student Journalistiek. Aan de hand van deze resultaten kon hij zich een beeld vormen van de manier waarop beide zenders Twitter gebruiken in hun dagelijks beleid.

Twitter als promotietool
Uit voorgaand onderzoek bleek reeds dat de rol van Twitter bij mediabedrijven dubbelzijdig is. Enerzijds willen zij via Twitter zo veel mogelijk aan social branding doen. Dat wil zeggen dat ze zoveel mogelijk promotie gaan maken voor de eigen programma’s om de kijk- en/of luistercijfers op te krikken. Anderzijds wordt Twitter vaak gebruikt om nieuws te verspreiden. “Uit de interviews met Stijn Van Kerkhove en Vincent Vangeel kwam naar voor dat beide zenders via Twitter vooral promotie willen maken voor de eigen programma’s”, klinkt het bij Van Stappen. Toch bleek dat bij Studio Brussel niet helemaal het geval te zijn. In amper 39.5% van de tweets werd er verwezen naar een eigen programma. Bij JOE fm klopte die tendens wel: 69.2% van de tweets bevatte informatie over een eigen programma. Studio Brussel gebruikt Twitter dan weer vaker om nieuws te verspreiden dan JOE fm (28.1% tegenover 15.1%). Opvallend is dat het bij beide zenders louter om muziekgerelateerd nieuws gaat.

Reply of retweet?
Twitter is ook een uitstekend kanaal om in contact te blijven met de luisteraars. Het is namelijk bewezen dat een goede communicatie tussen beide partijen de merktrouwheid van de luisteraar vergroot. Beide zenders doen er dus goed aan om dat contact met de luisteraars te verzorgen. Bij Studio Brussel is dat echter niet zo evident. Volgens Van Kerkhove komen er massaal veel reacties binnen op een tweet, dat het onmogelijk is overal op te reageren. StuBru kiest daarom vaker voor het retweeten en ‘favoriten’ van een tweet, omdat dat minder tijdrovend is. Hierdoor krijgt de luisteraar toch het gevoel dat hij gewaardeerd wordt. Dat blijkt ook uit de analyse. Amper 3.2% zijn replies naar luisteraars, 9.2% zijn (aangevulde) retweets. Vincent Vangeel van JOE fm gaf wel aan dat ze zoveel mogelijk rechtstreeks replies sturen naar de luisteraar. Toch is amper 4.1% van de tweets van JOE fm een reply, en dat is bijzonder weinig.

Luistercijfers gaan crescendo
Uit het onderzoek werd duidelijk dat beide zenders al een aantal goede inspanningen hebben geleverd om het rendement van Twitter te verhogen. Toch zijn er nog een aantal verschillen tussen wat Van Kerkhove en Vangeel beweren en wat er effectief gedaan wordt. Feit is wel dat de luistercijfers van de twee zenders de laatste jaren danig vooruitgegaan zijn. “Helaas konden beide heren me niet voor de volle 100% garanderen dat de sociale media er voor iets tussenzitten, maar ik neem aan van wel”, concludeert Van Stappen. 

 

 

Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2014