Ouder-leraar communicatie: het oordeel van experten

Ine
Ophalvens



Oudercontacten. Voor de ene ouder is het een moment van trots, terwijl het voor de andere kan uitdraaien op een koude douche. Bovendien zijn oudercontacten voor leraren vaak een moeilijke evenwichtsoefening waar ze tijdens hun opleiding onvoldoende op voorbereid worden.

Deze studie wil de professional vision van experten omtrent ouder-leraar communicatie onderzoeken. Bij professional vision wordt een onderscheid gemaakt tussen noticing en reasoning. Noticing gaat over de zaken en gebeurtenissen die een persoon opvallen en waar deze aandacht aan schenkt bij het observeren van bijvoorbeeld video’s of klassituaties. Reasoning is het redeneren en beargumenteren van deze waargenomen zaken op basis van de eigen kennis.

Het is noodzakelijk om de professional vision van experten omtrent ouder-leraar communicatie, of  anders gezegd de manier waarop experten hieromtrent denken, te kennen willen we studenten in de toekomst beter voorbereiden op deze belangrijke professionele taak.

Om inzicht te krijgen in welke competenties experten doorslaggevend vinden in een geslaagd ouder-leraar gesprek werd een onderzoek met video’s opgezet bij zeventig experten (leraren, lerarenopleiders, directies, onderzoekers, pedagogisch begeleiders,…).

8 belangrijke competenties

Ouder-leraar communicatie is een kernpraktijk waar leraren zeer frequent, wekelijks tot dagelijks, mee in aanraking komen. Het belang van een goede voorbereiding, zodat elke toekomstige leraar weet hoe een goed ouder-leraar gesprek te houden, valt niet te betwisten. Het ouder-leraar communicatie competentiemodel (zie figuur 1) beschrijft welke competenties en dimensies belangrijk zijn in een succesvol ouder-leraar gesprek (zie ook, het doctoraatsonderzoek van Karen de Coninck, 2019).

Het model bestaat uit twee clusters. Enerzijds de gespreksfasen die onderverdeeld worden in de begin- en eindfase. Tot de beginfase behoren: positieve opening, verzamelen van informatie en het geven van informatie. De eindfase bevat: komen tot een overeenkomst en positieve afronding. Anderzijds zijn er de psychologische structuren van een gesprek. Hieronder vallen het aanvaarden van emoties en het bewerkstelligen van positieve relaties. Het managen van de flow, op vlak van emoties en op vlak van het verloop van het gesprek, is een meta-communicatieve vaardigheid die doorheen het hele gesprek belangrijk is (De Coninck et al., 2018).

image 294Figuur 1: Het ouder-leraar communicatie competentiemodel 

(De Coninck, Valcke, & Vanderlinde, 2018)

Onderzoek met video’s

De experten bekeken video’s van gesimuleerde ouder-leraar gesprekken die plaatsvonden binnen de lerarenopleiding. In zo’n gesimuleerd gesprek wordt de rol van de ouder gespeeld door een getrainde acteur. Deze vertoont steeds dezelfde gedragingen en heeft dezelfde (non-)verbale reacties overheen de verschillende gesimuleerde gesprekken. De rol van de leraar wordt uitgevoerd door een student-leraar. Experten observeerden die gesprekken (i.e. noticing) en moesten belangrijke gebeurtenissen interpreteren (i.e. reasoning). Op die manier werd hun professional vision onderzocht.

Het onderzoek gebeurde aan de hand van een paarsgewijze vergelijking. Hierbij kregen de experten twee video’s te zien van ouder-leraar gesprekken waarvan ze het fragment met de volgens hen beste aanpak moesten selecteren. Vervolgens schreven ze van elke video de goede punten en werkpunten neer. De foto’s hieronder tonen hoe deze paarsgewijze vergelijking eruit zag.

image 292 Figuur 2:  Schermafbeelding 1 paarsgewijze vergelijking

 

image 293 Figuur 3:  Schermafbeelding 2 paarsgewijze vergelijking

Het oordeel van experten

Als experten moeten beschrijven wat goed en minder goed is aan de aanpak van de student-leraren, keren de componenten uit het ouder-leraar communicatie competentiemodel terug. Geen enkele component blijft onbenoemd en de meerderheid van de experten heeft aandacht voor de verschillende componenten.  Dit bevestigt dat al deze zaken de kwaliteit van een gesprek mee bepalen en dat het ouder-leraar communicatie competentiemodel de lading dekt.

Toch is het opvallend dat de kwaliteit van een gesprek verschillend beoordeeld wordt door experten. De keuzes van de experten liggen niet in een lijn en er kan geen patroon in gevonden worden De rangorde die de video’s van beste naar minst goede prestatie ordent is niet betrouwbaar. Met andere woorden, als er andere experten hadden deelgenomen aan het onderzoek zou het resultaat er heel anders hebben uitgezien.

De experten verwijzen onderling wel naar de verschillende aspecten uit het ouder-leraar communicatie competentiemodel, maar lijken aan deze aspecten andere gewichten te geven. Ze denken na en argumenteren over alle dimensies en componenten uit het model, maar maken toch andere keuzes en raken het niet eens.

Leraren opleiden tot echte professionals

Het onderzoek biedt stof tot nadenken. De vraag die gesteld kan worden, is wat we kunnen ondernemen om leraren in de toekomst beter voor te bereiden op ouder-leraar communicatie. De verschillende componenten uit het model zijn duidelijk allemaal van belang volgens experten om een ouder-leraar gesprek te doen slagen. De invulling van de componenten kan en mag wel verschillen.

Het valt niet te ontkennen dat ouder-leraar communicatie een complex gegeven is. Mensen die in het werkveld komen, communiceren met ouders op basis van hun eerdere ervaringen en hun buikgevoel. Daarom is het belangrijk dat we hieraan tegemoet komen door bijvoorbeeld verdere workshops, trainingen en opleidingen te organiseren die de focus leggen op ouder-leraar communicatie.

Een andere belangrijke stap is om ouder-leraar communicatie een duidelijke plek te geven binnen het curriculum van de lerarenopleiding. Hier ligt eveneens een belangrijke taak weggelegd voor het beleid. Soms krijgen student-leraren weleens een les over ouder-leraar communicatie of krijgen ze tips en tricks, maar dit dient structureel verankerd te worden in het curriculum. Er zijn binnen de lerarenopleiding momenteel geen concrete handvaten aanwezig met als resultaat dat iedereen losse en verschillende zaken doet. Het model dat gehanteerd werd binnen deze studie, het ouder-leraar communicatie competentiemodel (Zie De Coninck et al., 2018), biedt een concrete houvast.

Als we student-leraren in de toekomst beter willen voorbereiden op deze belangrijke professionele taak, dient dit model een plek te krijgen in de lerarenopleiding. Hiermee kan tegemoet gekomen worden aan de bezorgdheden van leraren die inhouden dat ze zich niet voldoende voorbereid en bekwaam voelen om ouder-leraar communicatie op een goede manier vorm te geven.

Of de leraar nu goed of slecht nieuws brengt tijdens het oudercontact, de stappen uit het model dienen een plek te krijgen in een ouder-leraar gesprek. Op die manier zal de komende generatie zich oudercontacten herinneren die gebaseerd zijn op een goed onderzocht model dat gesteund wordt door experten.

Download scriptie (1.31 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2019
Promotor(en)
Prof. Dr. Ruben Vanderlinde