Suggesties voor de invoering van een eenvormig relatievermogensrecht - Een vangnet voor ongehuwde partners in de financiële kou

Maxime
Dupan

Suggesties voor de invoering van een eenvormig Belgisch relatievermogensrecht

Een vangnet voor ongehuwde partners in de financiële kou

Mieke is het beu. Ze woont nu al twaalf  jaar samen met haar vriend Marc en heeft ondertussen twee kinderen met hem. Terwijl Marc elke avond lange uren klopt voor zijn hooggeplaatste baan, is zij iedere dag bezig met het huishouden en de kinderen. Daarom heeft ze sinds de komst van haar eerste kind beslist om deeltijds te beginnen werken. Een huwelijksaanzoek of voorstel om wettelijk samen te wonen kwam er maar niet. Marc kwam gisteren thuis en kondigde aan dat hij iemand anders had leren kennen en verzocht Mieke vriendelijk om een ander onderkomen te zoeken, het huis stond immers op zijn naam. Mieke en haar twee kinderen stonden na twaalf jaar plots op straat.

 

De ongehuwde samenwoning in opmars

Het Belgische recht kent op dit moment drie samenlevingsvormen: het huwelijk, de wettelijke samenwoning en de feitelijke samenwoning. Mieke en Marc wonen feitelijk samen. Deze samenlevingsvorm wordt in het huidige familierecht niet geregeld: er is geen wettelijk kader voorzien. Voor gehuwden is er altijd het huwelijksvermogensrecht dat als vangnet fungeert wanneer de relatie spaak loopt, maar ongehuwd samenwonenden hebben amper iets om op terug te vallen. De wettelijke samenwoning kent immers ook nauwelijks tot geen wetgeving die de situatie post-relatiebreuk regelt. Uit onderzoek is gebleken dat in 2014 reeds 21,5% van de samenwonende koppels ongehuwd samenwoonden en dus niet onder de vleugels van het huwelijksvermogensrecht vallen. Die ongehuwd samenwonenden zijn overgeleverd aan de vaak onbillijke resultaten die de toepassing van het gemene recht met zich meebrengt. Deze vaststelling is problematisch, zeker wanneer men weet dat slechts zeer weinig samenwonenden hun situatie regelen in een samenlevingscontract.

 

Gebrekkige juridische kennis leidt tot problemen

Het grootste probleem situeert zich bij de gebrekkige juridische kennis van de gemiddelde burger. De wetgever gaat er van uit dat ieder koppel een bewuste keuze maakt wanneer hun relatie zich in een bepaalde samenlevingsvorm nestelt, met een bewuste afweging van zowel de positieve als negatieve gevolgen van hun keuze. Sociologisch onderzoek wijst echter uit dat een grote meerderheid deze keuze zeker niet bewust maakt en de juridische consequenties van een bepaalde keuze in elk geval amper gekend zijn. 

Daarnaast neemt de wetgever ook verkeerdelijk aan dat de keuze door het koppel gemaakt wordt: indien elke partner dezelfde keuze maakt, is er geen enkel probleem. Beide partners hebben echter elk een eigen keuze: wanneer de ene niet wil trouwen, kan de ander daar niets aan doen. Critici beweren dat deze partner dan de relatie kan verbreken, maar een affectieve of liefdesrelatie werkt niet op dezelfde manier als een contractsrelatie: mensen zijn vaak verblind door de liefde en maken daarom zelden rationele beslissingen in dergelijke situaties. Onderzoek toont ook aan dat het vaak de economisch sterkere partner is die zich verzet tegen het formaliseren van de relatie, waardoor de economisch zwakkere partner na een eventuele relatiebreuk in de kou komt te staan. Is het echter rechtvaardig dat partners hun verantwoordelijkheden ten aanzien van hun levensgezel kunnen ontlopen door simpelweg niet te huwen?

 

Solidariteit en bescherming van de zwakkere partner, ook buiten het huwelijk?

In het huwelijk zijn echtgenoten elkaar hulp en bijstand verschuldigd, dienen beide echtgenoten bij te dragen in de lasten van het huwelijk, is er bescherming van de gezinswoning en zorgt een stelsel van vergoedingsregels er op het einde voor dat vermogensverschuivingen die tijdens het huwelijk gebeurden, worden gecorrigeerd. Deze rechten en plichten zijn van dwingend recht en zijn verankerd in het Burgerlijk Wetboek. Een afgezwakte versie hiervan geldt voor de wettelijke samenwoning. De wettelijke samenwoning is echter zeer snel en zelfs eenzijdig te beëindigen, en bij de beëindiging stopt ook de doorwerking van de toepasselijke wetgeving. De partner die er financieel niet goed voorstaat, kan dus van de ene op de andere dag op straat komen, zonder aanspraak te maken op enige hulp vanwege de voormalig wettelijk samenwonende partner. Een feitelijke samenwoner moet op helemaal niets rekenen, want de wet regelt deze samenlevingsvorm gewoon niet. 

Een relatievermogensrecht zou deze problemen kunnen opvangen. Dergelijk recht, gebaseerd op waarden zoals solidariteit, gelijkwaardigheid en de bescherming van de zwakkere partner, dat tegelijkertijd – doch in beperkte mate – rekening houdt met de keuzevrijheid van de partners, zou de relatiespecifieke problemen na de beëindiging van een (wettelijke) samenwoningsrelatie kunnen opvangen. In Zweden bestaat er al een samenwoningsrecht dat onder bepaalde voorwaarden automatisch van toepassing wordt op ongehuwd samenwonende koppels. Nieuw-Zeeland schakelt ongehuwd samenwonenden onder bepaalde voorwaarden bijna volledig gelijk met gehuwden wat betreft de toepasselijke wetgeving op hun relatie. Ook in Spanje is er in verschillende regio’s reeds sprake van relatievermogensrecht.

Zweden is erin geslaagd om voor ongehuwd samenwonenden een relatievermogensrecht te ontwikkelen dat tegemoet komt aan de specifieke noden van partners in een samenwoningsrelatie. De keuzevrijheid van de partners bestaat erin dat zij kunnen kiezen om niét onder de regeling te vallen: het is dus een opt-out regime.

 

Rechten en plichten essentieel verbonden met de samenwoning

Een eenvormig relatievermogensrecht zou inhoudelijk herleid moeten worden tot enkel die rechten en plichten overblijven die essentieel verbonden zijn met de samenwoningsrelatie zelf. Dit houdt in dat de gezinswoning niet zomaar mag worden verkocht of verhuurd, dat de bijdrageplicht in de gezinslasten wettelijk wordt vastgelegd, evenals een eventueel recht op partneralimentatie en een minimaal wettelijk erfrecht. Wat de eigendomsrechtelijke aspecten van de relatie betreft, is het samenwoningsrecht in Zweden (opnieuw) een nuttige inspiratie.

 

Een eenvormig relatievermogensrecht in België: toekomstmuziek?

De toepassing van dergelijk relatievermogensrecht zou echter niet probleemloos zijn. Men moet zich (althans voor feitelijk samenwonenden) bijna uitsluitend baseren op feitelijke aanknopingspunten, zoals onder andere de duur van de relatie. Dat mag natuurlijk geen reden zijn om zelfs geen poging te wagen om een relatievermogensrecht voor ongehuwd samenwonenden te ontwikkelen. Zolang het Grondwettelijk Hof en de Belgische wetgever de (juridische) verschillen tussen de relatievormen echter blijven handhaven, omdat de samenlevingsvormen nu eenmaal verschillende (rechts)gevolgen hebben, lijkt een eenvormig relatievermogensrecht - zoals voorgesteld in mijn masterproef - veraf.

 

Download scriptie (933.53 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2017
Promotor(en)
Prof. dr. Gerd Verschelden
Kernwoorden