Tangible catalogues

Dilara
Tuygar
  • Tessa
    Heyninck

Istanbul wordt doorgaans niet direct gelinkt aan de Art Nouveau stijl. Nochtans beschikt het over een uitgebreide en bijzondere collectie aan Art Nouveau gebouwen. In vergelijking met Europa lijken traditionele en regionale invloeden de stijl sterk te karakteriseren, vooral wanneer deze wordt toegepast op houten huizen.

Art Nouveau komt in Istanbul zelden voor als totaalconcept, maar wordt er vaak vermengd met formele tradities en andere Europese stijlen tot een eclectische samenstelling. De invloeden van een traditionele houten typologie zijn terug te vinden in ruimtelijke verdeling en decoratieve elementen. Een soortgelijke traditie bestaat ook in Rusland, de dacha. Een vergelijking met de ontwikkeling van Art Nouveau in Rusland stelt ons in staat om onze observaties binnen Istanbul uit te breiden.

Bovendien veroorzaakt een toe-eigening door de lagere klassen het ontstaan van repetities en gelijkaardige elementen. Deze populaire herhaling suggereert de commercialisering van de stijl en een mogelijke verspreiding van catalogi. Tegelijk impliceert een bijzondere relatie tussen klant en vakman een grotere rol van de lokale ambachten. De traditie om inspiratie te halen vanuit de directe omgeving zorgt ervoor dat de straat zelf een driedimensionale tastbare catalogus wordt. Het verkennen van deze verschillende waarnemingen laat ons toe een breder inzicht te bieden in regionale invloeden. 

Het eerste deel van de thesis streeft naar een bredere en meer genuanceerde analyse van de politieke en architecturale context in Istanbul. Bestaande literatuur heeft de neiging een eerder beperkt standpunt in te nemen tegenover de modernisering en implementatie van Art Nouveau in Istanbul. Een noemenswaardige bijdrage is de publicatie van Diana Barillari en Ezio Godoli, Istanbul 1900: Art Nouveau Architecture and Interiors. Het is één van de weinige bronnen die de typische beeldvorming rond Art Nouveau in Istanbul verruimt. Met het baseren van deze studie op zowel Europese, als Turkse bronnen, merken we een opvallende tegenstelling. Terwijl Turkse bronnen zich vaak richten op het sultanaat als belangrijkste drijfkracht van de modernisering en wersternisering, ontwikkelen de Europese een eerder koloniaal verhaal over modernisering gedreven door Europese vertegenwoordiging. Aan beide zijden wordt de Italiaanse architect, Raimondo D’Aronco, herhaaldelijk afgebeeld als de voornaamste en enige figuur die Art Nouveau in Istanbul heeft binnengebracht. De combinatie van beide verhalen biedt ons de nodige inzichten om deze conventionele perceptie in twijfel te trekken.

Het tweede deel documenteert enkele huizen. Naast de meer prominente en recentelijk gerenoveerde Art Nouveau projecten, blijft dit patrimonium over het algemenen anoniem en slecht gedocumenteerd. In de geselecteerde casestudies analyseren we enerzijds plan en snede en anderzijds gevelontwerp en decoratie. Door de ruimtelijke compositie en gevel afzonderlijk te analyseren, worden de tekeningen vergelijkbaar. De thematisch indeling wordt gebruikt als instrument om de toepassing van Art Nouveau in Istanbul te onderscheiden. Bovendien worden de tekeningen aangevuld met een tekst, die de de ontwikkeling van de traditionele houten typologie, gekend als de hayatlı ev, illustreert. Het voortbestaan van bepaalde kenmerken van deze typologie in Istanbul verduidelijkt de regionale invloeden. Ook een vergelijking van de gevels toont restanten van deze typologie aan. Sommige gevels vertonen een zeer bewuste en zorgvuldige integratie van decoratie, terwijl anderen slechts individuele decoratieve elementen bevatten.

Het derde deel komt voort uit een interessante ontdekking, opgemerkt tijdens het tekenen van de gevels. We stellen gelijkaardige elementen vast bij verschillende huizen en onregelmatigheden in hun bevestiging. Serieproductie en geprefabriceerde elementen roepen de vraag op of er in Istanbul catalogi in omloop waren. In een poging om een dergelijke catalogus samen te stellen, worden de gevels gedeconstrueerd. Decomposities van de gevels functioneren als tussenfase en enkel de gedecoreerde, houten en terugkerende elementen worden gebruikt om de catalogus op te maken. Een overzicht van de elementen in de casestudies levert een tastbaar document op, dat vermoedelijk nooit heeft bestaan.

Download scriptie (235.21 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2020
Promotor(en)
Prof. Dirk De Meyer
Thema('s)