Instanthouding Afrikaanse Impatiens via teeltoptimalisatie, steklijsten en quasi in-situ preservatie

Michelle
Nocon

image 7

Agentschap Plantentuin Meise

Agentschap Plantentuin te Meise bezit een wetenschappelijke collectie van Impatiens, een moeilijk geslacht waarover er nog weinig geweten is en waarmee nog maar weinig geëxperimenteerd is. Het is de vraag van de Plantentuin van Meise of hun huidige manier van teelt geoptimaliseerd kan worden.



De problematiek van Impatiens

Planten die op tropische bergflanken groeien zijn afhankelijk van een specifiek klimaat dat samenhangt met hun hoogteligging. Hierdoor hebben ze een zeer beperkt verspreidingsgebied. Door klimaatopwarming zijn deze soorten vaak kwetsbaar net omdat ze vaak slechts op één enkele berg voorkomen. Impatiens bururiensis vindt men enkel in het Bururi District in Burundi. Deze soort is met uitsterven bedreigd. De Plantentuin van Meise is nog de enige instelling die in het bezit is van deze soort. 



Conservatiewaarde van de collectie

Via een assessment werden een vijftal soorten geselecteerd voor het stekexperiment. Deze analyse werd in eerste instantie uitgevoerd op basis van de conservatiewaarde. De collectie is van grootte waarde; 32% van de collectie is rechtstreeks of onrechtstreeks afkomstig uit het wild.

image 5

 

Stekexperiment op verschillende substraten

Het experiment zelf is uitgevoerd met vijf verschillende soorten Impatiens op vijf verschillende substraten. Er was per soort per substraat telkens een beschikbaarheid van vier stekken. Van de stekken werd de beginlengte gemeten en het bladgewicht per blad, en werd er gekomen tot een totaal bladgewicht per stek. Het stekexperiment werd wekelijks opgevolgd en de uitval werd zo in opgevolgd. Op het einde van het experiment werd opnieuw de steklengte gemeten van de overgebleven stekken. Er werd ook een herhaling gedaan op het meten van het bladgewicht per stek (per blad en het totale bladgewicht per stek). De wortelgroei werd geschat en op basis van klassen in kaart gebracht.

 

Resultaten

Wat betreft de uitval is impatiens burtonii voor 100% uitgevallen en Impatiens bururiensis voor 90%. Deze twee soorten zijn hierdoor uitgesloten voor verder onderzoek wat betreft de wortel -en gewasgroei. Impatiens niamniamensis toont een uitval van 45%. Impatiens irvingii en Impatiens mackeyana subsp. zenkeri geven een uitval van respectievelijk 25% en 10%. Wat betreft de wortel-en gewasgroei worden er gelijkaardige resultaten bevonden. De groei van Impatiens irvingii was het grootst op H2O. Ook het savannesubstraat geeft een goed resultaat. Wat betreft Impatiens niamniamensis zijn de stabielste resultaten gevonden op het bos-en epifytensubstraat. Echter wordt er aangeraden te vermeerderen door af te leggen, vanwege de twijfelachtige slagingskans van de stekken. Wat betreft Impatiens mackeyana subsp. zenkeri geeft het resultaat groei aan op elk substraat. Het is echter aan te raden de soort te vermeerderen op het bossubstraat. De manier van stekken wordt best afgestemd op de ecologie van de verschillende soorten. Er is mogelijk een verband tussen de steklengte en het overleven van de stekken maar dit zou verder getest moeten worden met meer exemplaren. Duidelijk is stekken niet de beste manier van vermeerderen van alle soorten. In dat geval is het aan te raden andere manieren van vermeerderen te testen. Afleggen kan hier een oplossing bieden.



Innovatieve oplossingen buiten het cultiveren

Het is aan te raden de oplossingen open te trekken voor de meest bedreigde soorten. Zo kan er bekeken worden of er gewerkt kan worden met een steklijst. Dit zou een innovatief alternatief zijn voor de zadenbank. De Plantentuin van Meise en de Plantentuin van Bonn ontdubbelen hun collectie reeds op deze manier. Een andere optie kan het quasi in-situ preserveren zijn waarbij samenwerkingen in het buitenland gestimuleerd worden en planten beschermd worden in een semi-natuurlijke habitat.

Download scriptie (2.62 MB)
Universiteit of Hogeschool
Hogeschool PXL
Thesis jaar
2019
Promotor(en)
Jelle Van den Berghe, Marc Reynders