Therapietrouw aan methotrexaat bij reumatoïde artritis patiënten

Ellen
De Cuyper

Therapietrouw bij reumatoïde artritispatiënten behandeld met methotrexaat

Reumatoïde artritis, de meest voorkomende vorm van ontstekingsreuma, treft 1% van de bevolking. Door aanhoudende ontstekingen in hand-, voet- en andere gewrichten worden deze met de tijd zodanig beschadigd dat de gewrichten hun functie verliezen. Het is bijgevolg een erg invaliderende ziekte. Een behandeling met methotrexaat onderdrukt het afweersysteem waardoor de ontstekingen sterk verminderen of uitblijven en waardoor ook de progressie van de ziekte tegengegaan wordt. Deze medicatie is dus van groot belang voor deze patiënten. De effecten kunnen echter enkel behaald worden indien deze medicatie via tabletten of een inspuiting wekelijks in de juiste dosis genomen wordt, met andere woorden als patiënten therapietrouw zijn.

In dit onderzoek werd nagaan of reumatoïde artritispatiënten de methotrexaatbehandeling op correcte wijze nemen zoals overeengekomen met de reumatoloog en welke factoren het innamegedrag beïnvloeden.

Het nemen van de medicatie werd gemeten met een medicatiepotje waarvan het deksel een chip bevat die het openen van het potje registreert. De 140 patiënten namen gedurende 4 maanden de tabletten uit dit potje. Bij patiënten die inspuitingen kregen, werd de gebruikte naald in het potje gedeponeerd. Indien het potje 1 keer per week geopend werd, waren de patiënten therapietrouw voor die week. Na 16 weken werden de resultaten met behulp van de computer uitgelezen.

Een zeer hoge therapietrouw werd bij deze reumatoïde artritispatiënten gemeten. Bijna twee derde van de deelnemers had iedere week de methotrexaat trouw genomen. Een vierde van de patiënten had meer dan 1 week het nemen van de medicatie overgeslagen en bijna 10 percent had meer dan 3 weken het nemen van de medicatie achterwege gelaten. Een mogelijke verklaring voor de hoge therapietrouw kan liggen in het feit dat de reumatoloog en de reumaverpleegkundige uitgebreid aandacht besteedt aan educatie bij het instellen van de medicatie.

Voor het zoeken naar beïnvloedende factoren werden alle patiënten die geen enkele dosis oversloegen als therapietrouw beschouwd. Alleen wonen beïnvloedde de therapietrouw negatief. Deze patiënten ervaren vaak minder steun met betrekking tot hun ziekte en behandeling vanuit hun directe omgeving. Ook het lijden aan depressie had een negatieve invloed op het nemen van de medicatie. Het lijden aan andere actieve aandoeningen, een leeftijd van meer dan 65 jaar en het nemen van methotrexaat onder de vorm van tabletten beïnvloedden de therapietrouw positief. Deze determinanten verklaarden 36% van de variatie in therapietrouw.

Daarnaast werden er ook andere relaties met therapietrouw blootgelegd. Het ervaren van nevenwerkingen heeft een negatieve invloed op het trouw innemen van de medicatie. Patiënten die minder klachten hebben zullen de medicatie correcter innemen. Wanneer de ziekteactiviteit volledig onder controle is en er dus sprake is van remissie, was men ook therapietrouwer. Daar stelt zich de vraag van de kip of het ei: Is de lage ziekteactiviteit een gevolg van het correct nemen van de medicatie of is het correct nemen van methotrexaat de oorzaak van de remissietoestand?

Het feit dat er een hoge therapietrouw gemeten is, is erg positief. Toch blijft er een kleine groep patiënten die te vaak het nemen van de medicatie overslaat. Deze groep is gebaat bij een verdere opvolging door de reumaverpleegkundige waar de redenen voor het missen van de medicatie verder onder de loep worden genomen en hiervoor samen naar oplossingen worden gezocht. De gevonden determinanten uit dit onderzoek kunnen in de dagelijkse praktijk gebruikt worden om patiënten te selecteren op basis van aanwezige risicofactoren.

Download scriptie (2.85 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2014
Promotor(en)
Prof dr Luc De Clerck, Prof dr Monique Elseviers
Thema('s)