THUISLOZEN AAN HET WOORD

Koen
Van der Velden

THUISLOZEN AAN HET WOORD

Dak- en thuisloosheid is wereldwijd een groot en groeiend probleem. Naar schatting leven in België 17.000 dak- en thuislozen. Onderzoek, initiatieven en beleidskeuzes kunnen het tij moeilijk keren. Hoe zien dak- en thuislozen dat?

Dak- en thuislozen bevraagd

Omdat thuisloosheid een problematiek is die zich voornamelijk in grootsteden afspeelt, werden achttien (ex-)dak- en thuislozen uit Antwerpen, Gent en Kortrijk geïnterviewd. De thuislozen werden gecontacteerd via Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW), Centra voor Algemeen Welzijnswerk (CAW), het voetbalproject ‘Belgian Homeless Cup’ en ‘Verenigingen waar armen het woord nemen’.

Wat is dak- en thuisloosheid?

De definities van ‘dak- en thuisloosheid’ in de wetenschappelijke literatuur kunnen we opdelen in twee groepen. Een eerste groep legt de nadruk op het ontbreken van huisvesting. Een tweede schuift de maatschappelijke en relationele kwetsbaarheid naar voor als kenmerkende eigenschap.

Ook (ex-)thuislozen maken dit onderscheid. Sommige omschrijven thuisloosheid als een gebrek aan huisvesting. Anderen geven aan dat ook andere factoren verbonden zijn aan het missen van onderdak. Ze wijzen op een gebrek aan warmte, een vertrouwde omgeving, familie, een rustplaats en een plaats van ontspanning. Vanuit dat perspectief dekt de term ‘thuisloosheid’ beter de lading dan ‘dakloosheid’.

Slechte ervaring

Het tweede deel van de studie vroeg de respondenten hoe ze die thuisloze periode beleven of beleefd hebben.

De periode van thuisloosheid is voor alle thuislozen een slechte ervaring. Koude, honger, dorst en een gebrek aan sanitaire mogelijkheden zijn veel gehoorde pijnlijke herinneringen. Daarnaast speelden ook heel wat mentale moeilijkheden tijdens deze periode.

Overleven of verder gaan

Ondanks deze gemeenschappelijke ervaring gaan niet alle thuislozen op dezelfde manier om met hun precaire leefsituatie.

Een eerste groep focust op overleven en bevredigen van basisbehoeften. Deze mensen leven van dag tot dag en gaan vooral op zoek naar eten en drinken. Een andere groep probeert te ontsnappen aan de thuisloosheid. Deze mensen proberen hun administratieve chaos weer op orde te krijgen. Ze zoeken nieuwe ankerpunten in de samenleving of willen breuken uit het verleden herstellen.

Dit verschil kan mogelijks ten dele verklaard worden door de persoonlijkheid van de thuisloze. Afhankelijk van persoonlijkheidskenmerken gaan mensen met dezelfde stresserende situatie anders om. Iemand die bijvoorbeeld meer consciëntieus is, gaat waarschijnlijk gemakkelijker op zijn doel af en op zoek naar resultaat.

Mensen moeten ook gemotiveerd zijn om hun situatie te veranderen. De ene staat daarin verder dan de andere. Wie actief zijn situatie probeert om te buigen, situeert zich in een hoger stadium van verandering dan wie gericht is op het bevredigen van zijn basisbehoeften.

Een laatste verklaring ligt in de schaarste-theorie. Mensen die in armoede leven, zijn voornamelijk bezig met kortetermijn-beslissingen. Ze denken minder na over andere zaken. Dat verklaart waarom een deel van de respondenten zich niet bezighoudt met het opbouwen van een duurzame toekomst. Wellicht bevinden deze mensen zich in de meest gedepriveerde materiële situatie.

OCMW en CAW

Het derde deel van de studie onderzocht hoe (ex-)thuislozen de gekregen hulp van OCMW, CAW of alternatieve organisaties evalueren. OCMW’s en CAW’s zijn de belangrijkste hulpaanbieders aan dak- en thuislozen.

De helft van de bevraagde thuislozen heeft negatieve ervaringen met het OCMW. Ze hangen samen met de ervaring dat het OCMW gevraagde hulp weigert. De weigering werd niet duidelijk verantwoord, waardoor men ze als onterecht ervoer.  De negatieve reacties gaan meestal over het OCMW als instelling. Over de hulpverleners zijn de reacties positiever.

De meningen over het CAW en zijn hulpverleners zijn over het algemeen positief.

Verschillende opdrachten

Een verklaring voor het verschil in ervaringen met OCMW en CAW ligt in het onderscheid in takenpakket. Het OCMW beheert de financiële kant van de zaak, het CAW voorziet begeleiding en opvang.

Soms neemt de OCMW-begeleider een dubbele rol op. Hij stelt het leefloon ter beschikking, maar controleert het ook. Die dubbele rol kan een goede vertrouwensband met de cliënt in de weg staan.

Bovendien hebben beslissingen van het OCMW vaak een directe impact op de situatie van de thuisloze. Beslist het OCMW om niet langer een leefloon uit te keren, dan heeft de thuisloze het nog moeilijker om zijn basisbehoeften te bevredigen. Wordt de begeleiding in het CAW stopgezet, zijn de directe gevolgen meer beperkt.

Voetballen helpt

Sommige thuislozen vinden hun weg naar laagdrempelige organisaties, bijvoorbeeld de ‘Belgian Homeless Cup’. Dat is een samenwerking tussen steden, OCMW’s, CAW’s, straathoekwerk en (semi-)professionele voetbalclubs.

Tijdens voetbalactiviteiten komen ze in contact met mensen met dezelfde problemen en worden ze ondersteund door een voetbalcoach. Doordat er systematisch getraind wordt, kunnen deze thuislozen opgevolgd worden.

Dit voetbalinitiatief gooit het over een heel andere boeg dan de klassieke opvang- en begeleidingsdiensten. Dit alternatief is vaak succesvol, omdat veel dak- en thuislozen hun geloof in de ‘klassieke’ hulpverlening kwijt zijn. Deze manier van hulp kan in de toekomst een belangrijke rol spelen om thuislozen ongedwongen op te volgen.

Housing First

Nog zo’n andere aanpak is Housing First. Dit project heeft tot doel om chronische thuislozen die kampen met verslavings- of psychiatrische problemen, permanent te huisvesten. In plaats van thuislozen eerst een langdurig traject te laten doorlopen, helpt Housing First deze mensen meteen aan een woonst, samen met ongedwongen en flexibele begeleiding.

Housing First-aanpak

Dat alternatief blijkt beloftevol. Dankzij de Housing First-aanpak blijven daklozen langer in eenzelfde woning en is de kans op herval minder groot.

Ook de thuislozen zijn voorstander van zo’n aanpak. Deze methode geeft hen een nieuwe kans om hun woonst te behouden. Bovendien zorgt een vaste woonst volgens heel wat thuislozen voor stabiliteit in het leven.

Toekomst

Er kunnen een aantal conclusies uit dit onderzoek geformuleerd worden. Zo is dak- en thuisloosheid voor de meeste thuislozen meer dan geen onderdak. Ten tweede gaan ze mogelijks door persoonlijkheidsverschillen, motivatie en schaarste anders om met dakloosheid. Ten derde rapporteerde de helft slechte ervaringen met het OCMW. Laagdrempelige initiatieven scoorden dan weer zeer goed. Hoe kunnen de slechte ervaringen vermeden worden? En kunnen deze alternatieve hulpverleningsvormen uitgebreid worden? Dat zijn vragen die verder onderzoek en nieuwe beleidskeuzes als antwoord nodig hebben. Met het recent goedgekeurde actieplan tegen thuisloosheid is alvast een eerste stap gezet.

Download scriptie (1.08 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2017
Promotor(en)
Prof. dr. Koen Ponnet