Tips en tools voor de begeleiding van eetproblemen bij kinderen met een autismespectrumstoornis.

Idris
Dheedene

Tips en tools voor eetproblemen bij kinderen met autisme.

Eten is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Kinderen met ASS (autismespectrumstoornis) blijken in de praktijk vaak te kampen met eetproblemen. Te veel of te weinig eten, extreme selectiviteit, maaltijdcomponenten gescheiden willen, agressiviteit tijdens het eetmoment: het zijn allemaal gedragingen die zich kunnen voordoen. De eetproblemen worden veroorzaakt door de typische kenmerken die gepaard gaan met ASS. Als ouder of begeleider is het niet evident om met deze eetproblemen om te gaan. Zeker omdat er geen kant - en klare oplossingen bestaan. Elk kind is anders en vraagt een aangepaste begeleidingswijze. Idris Dheedene, studente voedings - en dieetkunde, ging in haar bachelorproef na welke tips en tools er in het werkveld kunnen worden aangeboden om de eetproblemen te begeleiden.

Oorzaken van eetproblemen bij kinderen met ASS

Eetproblemen bij kinderen met ASS ontstaan door de specifieke aspecten van ASS. Een eerste grote oorzaak is de Triade van beperkingen. Deze bestaat uit drie peilers: sociale interactie, communicatie en verbeelding. Kinderen met ASS hebben vaak beperkingen op een of meerdere van deze domeinen. Sociaal contact brengt voor hen dikwijls stress teweeg. Aangezien de eetsituatie meestal een sociaal gebeuren is, kan het eetmoment een onaangename ervaring zijn. Communiceren lukt vaak niet goed of doen kinderen met ASS het liefst zo weinig mogelijk. Vandaar dat het aangeven van een hongergevoel als een drempel kan beschouwd worden. Kinderen met autisme hebben een beperkt verbeeldingsvermogen. Zich visualiseren aan de hand van de naam van een gerecht wat er ’s middags op het bord komt, is daarom moeilijk.

Kinderen met  ASS kampen eveneens met een andere zintuiglijke informatieverwerking. In de hersenen is er een soort filter die bescherming biedt tegen een te grote instroom aan prikkels. Bij kinderen met ASS functioneert deze filter niet adequaat met als gevolg dat deze kinderen overspoeld worden met prikkels of net bepaalde prikkels onvoldoende doorkrijgen. Op elk zintuiglijk vlak kunnen autistische kinderen dus onder – of overgevoelig zijn. En dat geeft regelmatig problemen in de eetsituatie. Een overgevoeligheid voor geuren kan bijvoorbeeld leiden tot een afkeer voor voedingsmiddelen met een sterke geur. Anderzijds kan een ondergevoeligheid voor geuren leiden tot het eten van bedorven voedingsmiddelen. Ieder kind is verschillend en elk zintuig kan anders functioneren. Zowel het voedsel als de omgeving spelen een rol.

De meest bekende denkpatronen bij kinderen met een ASS zijn detaildenken en contextblindheid. Detaildenken betekent geen samenhangend geheel kunnen zien. Kinderen met autisme herkennen personen soms louter door details zoals een bril, een baard, een paar oorbellen,… Dit geldt ook voor voedingsmiddelen. Verandert de bereidingswijze van een voedingsmiddel, dan is het detail waarmee een kind dit voedingsmiddel herkende mogelijks verdwenen. Daarom zijn geraspte wortels en wortelschijfjes in de ogen van kinderen met ASS dikwijls compleet verschillende voedingsmiddelen. Weigering van voedingsmiddelen kan hiervan een gevolg zijn. Als kinderen met een ASS iets waarnemen, dan heeft dit voor hen in alle contexten dezelfde betekenis. Men spreekt van contextblindheid. Zo kan een kind met autisme een tafel zien als een ding waaraan men eet. Wanneer er aan dit kind gevraagd wordt om aan dezelfde tafel te zitten om te tekenen dan kan dit voor verwarring zorgen.  

Uiteraard kunnen bepaalde eetproblemen een effect uitoefenen op de gezondheid van een kind. Als een kind met autisme bijvoobeeld consequent weigert te eten of onvoldoende voedsel opneemt, dan is het mogelijk dat er een tekort aan bepaalde voedingsstoffen (zoals vitaminen en mineralen) optreedt.

Voedingsbehoeften van lagere schoolkinderen

Om het eetpatroon van kinderen met ASS te kunnen evalueren, is een vergelijking met een bepaalde norm of standaard wenselijk. Hiervoor kunnen de aanbevelingen van de actieve voedingsdriehoek gehanteerd worden. Figuur 1 geeft een kindvriendelijke versie van de actieve voedingsdriehoek weer. Om tot een evenwichtige voeding te komen, is het nodig om dagelijks voedingsmiddelen uit iedere groep te eten en binnen eenzelfde groep voldoende te variëren. Dit geldt natuurlijk niet voor de restgroep. Variëren is dus de boodschap en dat is nu net het probleem bij kinderen met ASS. Zij houden niet van verandering. Structuur en routine zijn voor hen van fundamenteel belang.

ASS – Toolbox: tips en tools in de praktijk

Via vier gevalstudies beschrijft Dheedene in haar bachelorproef een ‘ASS – Toolbox’. Dit is een box waaruit ouders en begeleiders ideeën kunnen putten om de aanpak van eetproblemen bij kinderen met ASS vlotter te laten verlopen. De tools in de doos zijn uiteraard geen schroevendraaiers of hamers. De meeste tools bieden hulp door zaken te visualiseren. Zo kan de tijd gevisualiseerd worden door een kleurenklok of een Time Timer®. Figuur 2 stelt een Time Timer® voor. Een placemat en een compartimentenbord mikken op het visualiseren van de eetruimte. Met pictogrammen is het dan weer mogelijk om de eetactiviteit zelf te visualiseren en te structureren. Een fotoboekje met portiegroottes van voedingsmiddelen kan van pas komen om gezonde hoeveelheden aan te leren. Met voedingsmiddelenkaartjes kunnen kinderen met ASS kennismaken met nieuwe voedingsmiddelen of is het mogelijk om verschillende vormen waarin een voedingsmiddel voorkomt, aan te duiden. Figuur 3 is een voorbeeld van een voedingsmiddelenkaartje. Er kan ook gebruik gemaakt worden van een eetdagboekje . Op die manier kan berekend worden of er nutritionele tekorten of overschotten zijn.

Conclusie

Er kan geconcludeerd worden dat bij kinderen met ASS een heel spectrum van factoren eetproblemen kan veroorzaken. Daarenboven heeft elk kind andere kenmerken. Om in de praktijk hulp te bieden, is het vooral belangrijk om via duidelijke taal te communiceren en zowel structuur als visualisaties aan te reiken. Dit kan aan de hand van verschillende hulpmiddelen. Toch moeten ouders en begeleiders er  bedacht op zijn dat de tools aangepast moeten worden aan de interesses en fascinaties van een kind. Enkel begeleiding op maat kan een effect teweegbrengen.

Download scriptie (8.45 MB)
Universiteit of Hogeschool
Hogeschool Gent
Thesis jaar
2012
Promotor(en)
An Vandenhaute, Jessie Callewaert
Thema('s)