Trends en evoluties inzake vrijwillige inzet door jongeren tussen 15 en 30 jaar in Vlaanderen

Aïsha
Cordy
  • Laura
    Anne
  • Emma
    Vankeirsbilck
  • Alison
    Dequidt
  • Emily
    Vanmeenen
  • Manon
    Detavernier
  • Sara
    Tanghe

Wij zijn zeven studenten van de studiegebieden sociaal-agogisch werk en onderwijs aan de Katholieke Hogeschool VIVES te Kortrijk. Vanuit Hogeschool VIVES en het Departement Cultuur, Jeugd en Media van de Vlaamse overheid deden we een onderzoek naar trends en evoluties inzake vrijwillige inzet door jongeren tussen 15 en 30 jaar in Vlaanderen. We vroegen ons af in welke mate er een match is tussen vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties inzake de vrijwillige inzet. Onze centrale onderzoeksvraag luidt als volgt: ‘Hoe is de beleving en wat zijn de belemmerende- en de bevorderende factoren van jongeren (15 en 30 jaar) en organisaties inzake van de vrijwillige inzet van jongeren in de samenleving anno 2022?’ 

Ons mixed method onderzoek bestond uit online focusgroepen voor zowel (ex-)vrijwilligers als organisaties en een aanvullende enquête met open-, halfopen en gesloten vragen voor alle jongeren tussen 15 en 30 jaar in Vlaanderen die we respectievelijk met een thematische analyse en met SPSS (Statistical Package for the Social Sciences) analyseerden. Na een grondige literatuurstudie die we gebruikten als input voor de enquête, hebben we de resultaten van de enquête benut om de focusgroepen vorm te geven. 

We kunnen concluderen dat de beleving van vrijwilligers en organisaties over het algemeen positief wordt ervaren ondanks dat er wel enkele belemmerende factoren aanwezig zijn. We merken heel wat gemeenschappelijke noden en verwachtingen tussen vrijwilligers en organisaties. Er zijn ook enkele verschillen aanwezig waarin er geen afstemming tussen vrijwilligers en organisaties is.  Vrijwilligersorganisaties en vrijwilligers zien beiden het vrijwillig engagement als meerwaarde. Voor vrijwilligers is dit vooral op cognitief en sociaal-emotioneel vlak, terwijl dit voor de organisaties vooral op financieel en personeel vlak is. Het vrijwillig engagement wordt echter ook negatief of minder goed ervaren omwille van hoge verwachtingen, tijdsintensiviteit, et cetera. Vervolgens kwamen heel wat drijfveren van vrijwilligers aan bod en zetten organisaties zich ook in om de vrijwilligers te motiveren. Dit zorgt ervoor dat het vrijwillig engagement (langer) aangegaan wordt. Naast drijfveren ervaren vrijwilligers en organisaties ook enkele belemmerende factoren. Hierbij merken we een nauw verband tussen de drempels, de redenen om het vrijwillig engagement te stoppen en de noden en verwachtingen van zowel vrijwilligers als organisaties. Het niet invullen of tegemoetkomen aan de noden en verwachtingen kan belemmerend werken.  

Tot slot kunnen we enkele trends en evoluties inzake het profiel van de vrijwilliger afleiden. Vanuit de literatuur werd het concept van de nieuwe vrijwilliger omschreven als: steeds meer informeel engagement, kortdurende inzet, flexibiliteit, minder loyaliteit, persoonlijke interesses en selectiviteit. We kunnen concluderen dat het concept ‘nieuwe vrijwilliger’ deels achterhaald is en deels aangevuld werd door het onderzoek.  

Na ons onderzoek ontdekten we enkele beperkingen verbonden aan het onderzoek: geen representatieve gegevens, vooral onderzoek in de diepte, et cetera. Verder onderzoek zou zich kunnen toespitsen op de mogelijke verbanden tussen de thema’s, grootschalig kwantitatief onderzoek … 

Het sluitstuk van ons onderzoek omvat vijf aanbevelingen voor het Vlaams beleid en negen aanbevelingen voor de vrijwilligersorganisaties.  

Download scriptie (2.73 MB)
Universiteit of Hogeschool
VIVES Hogeschool
Thesis jaar
2022
Promotor(en)
Benedicte Roose