Duizelig? Liever een goed gesprek en lichamelijk onderzoek dan medische beeldvorming!

Antonetta (Nicole)
Vanlaerhoven

Niet zelden gaan mensen met duizeligheidsklachten naar Spoedgevallen. Een belangrijke reden om voor Spoedgevallen te kiezen is de aanwezigheid van medisch technische onderzoeken, zoals medische beeldvorming. Het vertrouwen in een diagnose na medisch technische onderzoeken is groot, zowel bij patiënten als bij hulpverleners in de acute zorg. Maar bij duizeligheidsklachten is er misschien sprake van schijnveiligheid. Een goed gesprek en lichamelijk onderzoek geeft meer kans op een juiste diagnose.

 

Bij 20% van de mensen met duizeligheid als enige klacht, geïsoleerde duizeligheid, wordt een ernstige aandoening gemist nadat op Spoedgevallen medische beeldvorming plaats vond. Deze mensen lijden aan een ernstige aandoening zonder dat deze wordt gediagnosticeerd en behandeld, ondanks raadpleging van hulpverleners in de acute zorg. Daartegenover staat onderzoek dat aantoont dat dezelfde ernstige aandoeningen in vrijwel alle gevallen kunnen worden opgespoord door een goed gesprek te voeren met de patiënt, in combinatie met specifiek lichamelijk onderzoek in de behandelkamer. Nicole Vanlaerhoven onderzocht hoe een goed gesprek en lichamelijk onderzoek er op Vlaamse Spoedgevallendiensten het best uit kan zien en ontwierp het “Triageprotocol geïsoleerde duizeligheid” voor triageverpleegkundigen.

 

Op Spoedgevallen vindt een eerste contact tussen hulpverlener en patiënt meestal plaats via een triageverpleegkundige. De triageverpleegkundige brengt in een kort contact de klacht van de patiënt in kaart en verbindt er een urgentie aan. Het is een inschatting van de ernst van de klachten. Later, mede afhankelijk van de aanwezige drukte op Spoedgevallen, zal een arts de patiënt verder beoordelen. In geval van geïsoleerde duizeligheid bestaat het gevaar dat tijdens triage de ernst van de klacht onderschat wordt. Een goed gesprek en lichamelijk onderzoek bij duizeligheid lijkt daarmee een taak voor de triageverpleegkundige.

 

Aan de hand van literatuuronderzoek ontwierp Nicole Vanlaerhoven het “Triageprotocol Geïsoleerde duizeligheid”, waarmee een triageverpleegkundige een goed gesprek en lichamelijk onderzoek bij geïsoleerde duizeligheid het best kan uitvoeren. Tijdens het gesprek, het anamnesegesprek, staat centraal het stellen van de juiste vragen in de juiste volgorde en het weg laten van overbodige vragen. Een goed gestructureerd gesprek levert tijdwinst op.

De rol van de triageverpleegkundige bij lichamelijk onderzoek is beperkt. Lichamelijk onderzoek correct uitvoeren en interpreteren is meestal een taak van de arts. Een efficiënte samenwerking tussen triageverpleegkundige en arts op een drukke Spoedgevallendienst is dus van belang om met de juiste urgentie de patiënt te behandelen of te verwijzen naar de juiste gespecialiseerde dienst. Het triageprotocol voorziet in een efficiënte samenwerking door aan de hand van uitkomsten van het anamnesegesprek de triageverpleegkundige te leiden naar advies voor lichamelijk onderzoek waaraan een urgentie is gekoppeld. Hiermee kan de triageverpleegkundige op efficiënte wijze de arts op de hoogte brengen van de aard en urgentie van de duizeligheidsklacht. Het is vervolgens aan de arts de patiënt verder te beoordelen en passende maatregelen te voorzien in samenwerking met overige hulpverleners op Spoedgevallen.

 

Voorwaarden voor het succes van het triageprotocol zijn de kwaliteit van samenwerking tussen triageverpleegkundigen en spoedartsen, en, de ervaring en het zelfvertrouwen van spoedartsen in het uitvoeren van specifiek lichamelijk onderzoek bij duizeligheid. Het uitvoeren van specifiek lichamelijk onderzoek wordt tijdens de geneeskunde opleiding aangeleerd, echter, medici moeten durven geloven in hun vaststellingen zonder mee te gaan met de eenvoud van het voorschrijven van medische beeldvorming.

Toepassing van het Triageprotocol geïsoleerde duizeligheid op Vlaamse Spoedgevallendiensten kan leiden tot snellere doorstroming van patiënten met duizeligheidsklachten, minder gemiste ernstige diagnoses, en vermindering van zorgkosten. Toepassing van dergelijke protocollen kunnen, op lange termijn, de burger leren dat dure technische onderzoeken niet steeds zaligmakend zijn, waarmee een hernieuwde kans ontstaat voor organisaties van gezondheidszorg om de eerste lijnszorg te versterken.

Download scriptie (575.57 KB)
Universiteit of Hogeschool
AP Hogeschool Antwerpen
Thesis jaar
2017
Promotor(en)
Marc Van Bouwelen