Trialogen in de EU: de geheime achterkamerpolitiek in het biodossier

Bram
Seeuws

Trialogen in de EU: de geheime achterkamerpolitiek in het biodossier

 

Doet de term ‘trialoog’ geen belletje rinkelen? Geen paniek. U behoort wellicht tot de overgrote meerderheid van de Europeanen die nog nooit van deze informele ontmoeting tussen de drie EU-instellingen (de Raad, de Europese Commissie en het Europees Parlement) heeft gehoord. Nochtans zijn ze allesbepalend in het dagelijkse leven van elke EU-burger. Minstens 74% van alle Europese wetten wordt beslist in een trialoog. Desondanks is er maar weinig geweten over de samenstelling en werking ervan, laat staan over de rol die lobbyisten er in spelen.

2017 werd met de Nederlandse, Franse en Duitse verkiezingen het jaar van de waarheid voor de EU. In het discours van president Macron en Commissievoorzitter Juncker komt steevast één element naar voor: Europa moet dichter bij de burger gaan staan. Paradoxaal genoeg verloopt het hart van de Europese besluitvorming - de trialoog - allesbehalve transparant en open, zo blijkt uit onderzoek van diverse academici, de gespecialiseerde EU-pers en de EU-ombudsman. Nochtans zijn er binnen de academische wereld ook stemmen die stellen dat trialogen voor lobbyisten geen obstakel vormen.

De rode draad doorheen deze thesis is dus de vraag of lobbyisten al dan niet toegang hebben tot de trialoog. Het actuele biodossier wordt daarbij als gevalstudie gebruikt.

Trendy bio

Wanneer u door eender welke Belgische supermarkt wandelt kan u er niet meer naast kijken: bioproducten zijn hip. Daar waar de consumptie op 10 jaar tijd is verviervoudigd, stagneert de productie. Dit zette de Europese Commissie in het maart 2014 aan om met een wetsvoorstel te komen. Nadien volgde een periode van meer dan een jaar waarbij zowel de Raad als het Europees Parlement wijzigingen aan het voorstel aanbrachten. Omdat zowel het Europees Parlement als de Raad van Ministers hun goedkeuring moeten geven, werden in november 2015 de eerste trialooggesprekken opgestart. Het zou tot de 18de trialoog van 28 juni 2017 duren vooraleer er een politiek compromis uit de bus kwam. De thesis reconstrueert aan de hand van inside informatie het hele trialoogproces en legt allerhande debacles en persoonlijke twisten bloot.

Tria wat?

Ondanks het gegeven dat trialogen geen legitieme rechtsbasis hebben, worden ruim driekwart van de EU-dossiers in een trialoog behandeld. Deze ontmoetingen vinden plaats achter de gesloten deuren van het Justus Lipiusgebouw of het Europees Parlement. Buitenstaanders worden geweerd en foto’s delen op sociale media is absoluut not done.

Aan de ovalen tafel zitten - naargelang de politieke gevoeligheid– doorgaans 30 tot 60 aanwezigen: 5 tot 10 voor de Raad, 5 tot 20 voor de Commissie en 20 tot 30 voor het Europees Parlement. De spilfiguren zijn echter de onderhandelaar voor de Raad en de rapporteur. Zij zullen in deze fase constant vanuit alle hoeken belobbyd worden. De rapporteur voert de facto het woord voor het Parlement. De onderhandelaar voor de Raad is de bevoegde minister, een ambassadeur of een ambtenaar. Al deze actoren pogen het laken naar zich toe te trekken en zoveel mogelijk eigen voorstellen in de finale compromistekst te krijgen.

Dirty politics

Martin Haüsling (Greens/EFA) trad op als rapporteur in dit dossier. Hij werd bijgestaan door twee adviseurs en het secretariaat van het Parlement. In zijn zog zaten juristen, vertalers en de schaduwrapporteurs van de andere fracties - eveneens bijgestaan door hun assistenten. Het is cruciaal dat de aanwezigen van het Parlement aan hetzelfde zeel trekken om niet uit elkaar te worden gespeeld.

In dit onderzoek wordt de striemende kritiek op de rapporteur nauwgezet weergegeven. Zo omschreef collega Girling (ECR) hem als iemand die bol staat van de wanorde maar werd ook zijn taalbekwaamheid en dossierkennis sterk in vraag gesteld. Desondanks haalde het Parlement een aantal slagen binnen via allerhande theatrale politieke spelletjes.

Aan de overkant van de tafel zat de ambassadeur bij de Permanente Vertegenwoordiging. Omdat het dossier over vier voorzitterschappen heen liep, ging het om een Luxemburgse, Nederlandse, Slovaakse en Maltese ambassadeur of ambassadrice.

De thesis analyseert op basis van interne informatie de onderhandelingscapaciteiten van de betrokkenen. Opvallend daarbij is de kritiek aan het adres van onderhandelaars Bonnici (Malta) en De groot (Nederland) die arrogantie en lafheid werd verweten. Het ging zelfs zover dat de Raad de tegenpartij schaakmat probeerde te zetten door het aanbieden van Italiaanse wijnen en vleeswaren bij aanvang van een trialoog, een praktijk die not done is.

Tot slot zat ook de Commissie aan tafel. Ondanks dat zij formeel geen beslisser zijn traden zij op als derde partij. De Commissie probeerde haar oorspronkelijk voorstel te verdedigen en zocht daarbij toenadering tot de Raad en het Parlement. Binnen de Commissie stonden DG Landbouw en DG Gezondheid echter lijnrecht tegenover elkaar, wat lange tijd tot een patstelling binnen de Commissie leidde.

Lobbyisten

Het lobbywerk tijdens een trialoog is het hoogtepunt van een lang proces. Een goed lobbyist laat zich dan ook niet afschrikken door de geslotenheid van een trialoog en staat voortdurend in contact met de besluitvormers. Het ging daarbij om rapporteur Haüsling en mensen binnen de Commissie en Raad. Het onderzoek toont aan dat er gedurende de trialoog voortdurend contact was met lobbyisten. Dit kon gaan om formele georganiseerde ontmoetingen, maar eveneens om zeer informele contacten op en rond het Luxemburgplein. Zo blijkt uit een aantal interne mails en brieven waar de onderzoeker beslag op kon leggen dat Europese organisaties als IFOAM, EOCC en COPA-COGECA tot de laatste dag probeerden de eindbeslissing in de trialoog te beïnvloeden. Dat impliceerde echter niet dat kleinere Belgische organisaties als Boerenbond, Certisys en Bioforum buitenspel stonden. Ook zij hadden hun contacten met de Europese vertegenwoordigers.

De thesis toont dus aan dat de “mythe” van de gesloten trialoog moet genuanceerd worden. Dit onderzoek weerlegt een aantal stellingen uit de literatuur en schuift alternatieven naar voor.  Politiek is en blijft een arena van diverse persoonlijkheden met hun eigen kleur en visie waardoor het moeilijk is om regelmatigheden, laat staan wetmatigheden, te detecteren. "Het grootste kwaad van de politiek is dat ze geen vaste voorschriften kent" zei ene Napoleon Bonaparte ooit, iets wat de resultaten van dit onderzoek alleen maar beamen.

 

 

 

Download scriptie (985.85 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2017
Promotor(en)
Hendrik Vos