Jouw (stads)tuin is belangrijk voor ons allemaal!

Kobe
Tilley

“De voorbije weken hadden Karim en Laure regelmatig elkaar en de andere buren uitgenodigd in hun eigen tuin. Nu lanceerde Karim het idee of Laure haar tuin niet mee wilde inschakelen in een grotere burentuin. Karims andere buur en de buur rechts van Laure waren er tijdens de housewarming al over beginnen dromen. Maar nu blijkt dat de tuinenteams van het Gents Milieu Front van Stad Gent extra middelen hebben gekregen om dit soort bureninitiatieven te steunen, kan hun samentuin wel eens snel realiteit worden.”

 

Onze tuinen, ruim aanwezig maar onbemind?

Het citaat hierboven is geen realiteit, maar deel van een scenario dat een potentiële toekomst van stadstuinen en een tuinenbeleid voorstelt. Het scenario zou in 2035 wel realiteit kunnen worden als we met ons allen anders gaan denken over de plaats van onze tuinen in het landschap, en als gemeentebesturen het potentieel van onze tuinen ten volle zouden willen benutten. Dat potentieel is er zeker, want er zijn veel tuinen in Vlaanderen. Meer dan twee miljoen stuks, of zo’n 12,5% van de oppervlakte in Vlaanderen. Onze steden bestaan gemiddeld voor een derde uit tuinen; in Gent is zelfs bijna de helft van het stedelijk gebied ingekleurd als tuin of koer. Ondanks dat tuinen een grote oppervlakte innemen, komen ze echter amper tot niet voor in wetgeving of beleid. Tijd voor verandering?

Een thesis op de schouders van (een) reuze(n)(groot project)

Het vertrekpunt van deze thesis was het burgerwetenschapsproject CurieuzeNeuzen in de Tuin, waarbij door 4400 tuineigenaars in 2021 een klein weerstation (een zogenaamde ‘gazondolk’) in de tuin werd geplaatst. Tijdens dit project werd onderzocht hoe Vlaamse tuinen de gevolgen van (extreme) weersomstandigheden ervaren. 

Met behulp van 1179 sensoren in stadstuinen over heel Vlaanderen, dook ik binnen mijn masterproefonderzoek dieper in de data: hoe groot is de invloed van de inrichting van onze stadstuinen en bouwblokken op de temperatuur tijdens de warmste periode van 2021? Kunnen we onze stadstuinen inzetten als middel om negatieve gevolgen van klimaatverandering in steden te milderen.

Dit werd onderzocht op basis van een brede statistische analyse en een ruimtelijke analyse van vier casussen waarin de inrichting en het beheer van tuinen werd beschreven. Vier scenario’s waarin mogelijke uitwerkingen van een tuinenbeleid werden beschreven, vormen het eindpunt van deze masterproef en een beginpunt voor debat.

Tuineigenaars halen best zoveel mogelijk verharding weg uit hun tuinen, maar de bal ligt nu ook in het kamp van beleidsmakers. Want de vraag om mee af te sluiten is niet óf er een tuinenbeleid moet komen, maar wannéér dit er kan komen.

Kan de inrichting van stadstuinen temperaturen milderen?

Ja, die invloed is stevig, zegt de data: 10% minder verharding in tuinen binnen een bouwblok kan de temperatuur ’s nachts tot bijna 0,30°C doen afkoelen. De verharding in de ruimere omgeving 10% terugdringen kan temperaturen met bijna 0,40°C verder doen zakken. Om nachttemperaturen te milderen zal het ontharden van de ruime omgeving het belangrijkste zijn, maar stadstuinen kunnen een uitgebroken steentje bijdragen.

Overdag waren bomen dan weer beter om de hittestress in onze stadstuinen te verminderen. 10% meer ‘hoog groen’ doet de temperatuur dalen met 0,13°C – 0,47°C als je de bomen binnen je bouwblok zet, en 0,05°C tot zelfs 0,74°C voor bomen in de ruimere omgeving. Opvallend was wel dat bomen er ’s nachts voor kunnen zorgen dat warmte langer wordt vastgehouden. Gecombineerd met een positief effect van groen op het gemoed en het versterken van lokale biodiversiteit, blijft de balans voor het planten van bomen in de tuin echter wel overduidelijk positief.

Kaart met de 'temperatuurprestaties' van de meetpunten in Gent en Antwerpen. Met vooral warme tuinen 's nachts in de centra van beide steden.

 

Tuinenbeleid gezocht!

In Vlaanderen en de Vlaamse steden zijn er veel tuinen. Bovendien – zo blijkt nu - kunnen ze ook helpen om de temperaturen te milderen en het stedelijk klimaat aangenamer te houden. De vraag is nu – en daarin ging dit onderzoek verder waar eerder onderzoek stopt: hoe doen we dat? Wie staat er aan het roer? En hoe kan een tuinenbeleid eruitzien als een gemeente of stad beslist het tuinenpotentieel te willen benutten?

Vertrekkende vanuit de cijfers hierboven werden interessante denkers, planners en doeners binnen het tuin- en ruimtelijke planningsonderzoek aan het woord gelaten. Binnen deze interviews werd gezocht naar evoluties of ingrepen die bepalend kunnen zijn voor een toekomstig beleid rond stadstuinen. Komt er een collectieve verandering in de manier waarop we naar onze tuinen kijken en ermee omgaan? Moet een stad strikte maatregelen opleggen voor de inrichting van tuinen, of juist niet? Op basis van mogelijke evoluties werden vier exploratieve scenario’s uitgewerkt. Dat zijn scenario’s die mogelijke toekomsten voorstellen, niet voorspellen.

Het citaat aan het begin van dit artikel komt uit één van die toekomstscenario’s. Het zijn verbeeldingen om na te gaan wat we met onze tuinen kunnen doen en wat de gevolgen ervan kunnen zijn. Tuineigenaars halen best zoveel mogelijk verharding weg uit hun tuinen, maar de bal ligt nu ook in het kamp van beleidsmakers. Zij kunnen met de resultaten en de verbeelde toekomsten aan de slag om vanuit een creatieve insteek het debat aan te gaan. Want vanuit dit onderzoek zou de vraag om mee af te sluiten niet moeten zijn óf er een tuinenbeleid moet komen, maar wannéér dit er kan komen.

Jouw tuin doet ertoe, voor ons allemaal!

 

Download scriptie (30.27 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2022
Promotor(en)
Veerle Van Eetvelde & Jonas Lembrechts