Zijn de dagen van het liberale humanitarisme geteld?

Laura
Werbrouck

Steeds vaker nemen niet-Westerse staten een belangrijkere rol op in het humanitaire veld. Gekleurd door een Westers gedomineerd verleden, is het liberale humanitarisme één van de fundamenten van onze wereldorde. Nochtans merken we anno 2020 meer dan ooit tevoren dat opkomende machten de wereld niet altijd op dezelfde manier zien. Dat is ook niet zo gek. Het fundament van de liberale wereldorde werd gelegd in 1648, toen enkele Europese grootmachten een reeks vredesverdragen tekenden na de Tachtigjarige oorlog. En niet-Westerse landen? Je raadt het goed, die waren niet aanwezig. Vandaag de dag wordt dat steeds pijnlijker duidelijk, ook in het humanitaire veld. Meer en meer niet-Westerse naties zoals Turkije laten hun macht gelden en de vraag is wat de gevolgen ervan kunnen zijn voor het liberale humanitarisme. 

Hedendaags humanitarisme: de ultieme uiting van ons liberale gedachtegoed?

Internationaal humanitarisme is sinds decennia gestoeld op pijlers van neutraliteit, onafhankelijkheid en onpartijdigheid. In theorie is het dus een apolitieke ruimte, waarin hulp gegeven wordt aan iedereen die het nodig heeft. In realiteit is dat echter anders. De jaren ’90 produceerden heel wat tragedies die duidelijk maakten dat vooral onderliggende drijfveren bepaalden waar geld en hulp naartoe zouden gaan. Deze context gaf vorm aan het liberale humanitarisme, waarin het geloof in de democratische vrede en mensenrechten centraal staan; twee noties waar sommige niet-Westerse staten niet altijd even wild van zijn. Hoe staan die staten dan tegenover het liberale humanitarisme?

Turkije’s Humanitaire Diplomatie: het hoogtepunt van altruïsme?

Turkish flagEén van de rising stars in het humanitaire veld is Turkije. Het engagement van het land werd duidelijk in 2013 toen het humanitaire diplomatie opnam als officieel onderdeel van het Turks buitenlands beleid. Turkije nam steeds vaker deel aan bemiddeling en vredesmissies, ondersteunde ontwikkelingslanden in hun economische groei en stuurde hulp naar verschillende regio’s in de wereld. Laat ons vooral ook de miljoenen Syrische vluchtelingen binnen de Turkse grenzen niet vergeten. Stapt Turkije zo mee in het Westerse liberale humanitarisme? In feite doet Turkije méér; het combineert humanitaire hulp en ontwikkelingssamenwerking met het sluiten van lucratieve business deals en het uitbouwen van politieke relaties. Heeft Turkije dan een andere visie op humanitarisme? Het antwoord op die vraag werd gezocht in 4895 officiële Turkse speeches, persberichten, artikels en interviews. Een doorgedreven discoursanalyse creëerde een beeld van de Turkse humanitaire hulp; enerzijds reflecteerde het hoe Turkse politici humanitaire hulp vormgeven en anderzijds kwam hun standpunt tegenover de liberale en veelal Westerse vorm van humanitarisme boven drijven.

Turkse humanitaire hulp: een superieur alternatief voor een gefaald Westers concept?

Het traditionele veld had gefaald en sleepte zichzelf voort, struikelend over haar vele gebreken maar ondersteund door haar hypocriete sponsors

Uit het onderzoek bleek dat Turkije zichzelf presenteerde als een land dat het liberale humanitarisme omarmde door onder andere vaak liberale ideeën te vermelden. Toch namen ze duidelijk afstand van de klassieke Westerse donoren. Die zagen ze als passief en gedreven door onderliggende politieke drijfveren. De hulp die deze traditionele donoren gaven was allesbehalve onpartijdig en was volgens Turkije misschien zelfs eerder een middel om onrechtmatig te kunnen interveniëren in andere landen. Het traditionele veld had met andere woorden gefaald en sleepte zichzelf voort, struikelend over haar vele gebreken maar ondersteund door haar hypocriete sponsors. Door de realiteit zo te framen, kon Turkije zijn eigen humanitaire diplomatie voorstellen als een superieur alternatief. Het stokpaardje in hun retoriek was het veelvuldig benadrukken dat Turkije, in tegenstelling tot de traditionele donors, wél hulp verleende aan iedereen die het nodig had. Maar was dat wel zo?

Door de ontvangende landen in kaart te brengen, bleek dat Turkije zijn hulp voornamelijk aanbood aan landen waar het banden mee had. Zo werd duidelijk dat hulp vooral gegeven werd aan landen in de Oemma, de Islamitische gemeenschap. Op zich is dat niet zo vreemd. Het is eigen aan de mens om hulp te willen geven aan diegenen waarmee je een connectie hebt, maar wanneer dat aanbod getriggerd wordt door een wens om meer macht uit te kunnen oefenen in de regio? Dan zit je natuurlijk met een politiek gekleurd verhaal. En was dat niet wat Turkije de anderen verweet? Toch kregen ook landen buiten de Oemma humanitaire steun van Turkije. Maar ook hier leek telkens een politiek motief aanwezig. Er werd vooral assistentie aangeboden in regio’s die Turkije’s eigen economische groei ten goede zou komen. De onderliggende drijfveren maakten een significant deel uit van de humanitaire diplomatie van Turkije, maar werden consequent bedekt met een dikke mantel van liberale waarden en geframed vanuit een alomvattende verplichting tegenover de mensheid om actie te ondernemen. Vanaf 2015 werd die morele verplichting nog breder gezien en startte Turkije zijn strijd tegen het terrorisme. Het gaf aan op die manier miljoenen Syriërs te beschermen, maar het leek vooral een manier te zijn om de eigen nationale veiligheid te waarborgen en het aantal Syrische vluchtelingen binnen de Turkse grenzen te reduceren.

De resultaten van dit onderzoek tonen vooral aan dat landen zoals Turkije een actieve bijdrage willen leveren aan het humanitaire veld en dat ze doorgedreven veranderingen daarbij niet schuwen. Als ze hierin slagen, wordt de vraag wat dit op lange termijn betekent voor de liberale wereldorde.

Boven alles bleek dat Turkije zijn humanitaire diplomatie een onderdeel is en blijft van het Turkse buitenlandse beleid. Het naleven van apolitieke waarden zoals neutraliteit, onafhankelijkheid en onpartijdigheid zou daarom altijd een uitdaging zijn geweest. In de plaats daarvan lijkt de humanitaire hulp vooral een manier te zijn om nationale belangen en doelen na te streven en veilig te stellen. Wat Turkije zo interessant maakt is dat het in die queeste zijn eigen model van humanitaire hulp nog steeds als superieur alternatief naar voren schuift. De resultaten van dit onderzoek tonen vooral aan dat landen zoals Turkije een actieve bijdrage willen leveren aan het humanitaire veld en dat ze doorgedreven veranderingen daarbij niet schuwen. Als ze hierin slagen, wordt de vraag wat dit op lange termijn betekent voor de liberale wereldorde.

Download scriptie (1.24 MB)
Genomineerde longlist Scriptieprijs
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2020
Promotor(en)
Prof. Dr. Jorg Kustermans