Vergelijkende studie van gebarentaal op de televisie (on- en offline) in Finland en Vlaanderen

Goedele
Debeerst

Gebarentaal op de buis: wens van Vlaamse en Finse doven voor meer mediatoegankelijkheid klinkt luider dan ooit

Doven willen meer gebarentaal op de televisie. Daarmee eisen ze het mensenrecht op van toegang tot informatie. Vorig jaar ondernam de VRT concrete stappen naar meer mediatoegankelijkheid voor die doelgroep via het gebruik van gebarentaal op de tv. Ook in het Scandinavische Finland worden televisieprojecten met gebarentaal aangeboden. Beide situaties omtrent mediatoegankelijkheid voor doven werden echter nooit eerder met elkaar vergeleken. Daarom nam Goedele Debeerst, studente Taal & Communicatie aan de KU Leuven, ze onder de loep. Welke gebarentaalprojecten hebben de Finse en Vlaamse tv-omroepen reeds ontwikkeld? Wat zijn knelpunten daarbij? Hoe reageren doven op die evolutie? En kunnen Finland en Vlaanderen van elkaar leren?

In 2003 werd toegang tot informatie als mensenrecht erkend door de EU, maar tot op vandaag lijkt dat recht nog steeds niet vervuld te zijn voor dove en slechthorende mensen. Een stijgende vraag van Vlaamse doven naar meer toegankelijkheid tot informatie die via de televisie verspreid wordt, toont aan dat daar wel degelijk verandering in moet komen. Gelukkig wordt er nu naar oplossingen gezocht. Denk maar aan Het Journaal van 19:00 uur dat sinds 2012 dagelijks online te zien is met een tolk Vlaamse Gebarentaal (VGT).

Maar hoe gaat het eraan toe in andere Europese landen? Goedele Debeerst bracht vorig jaar in het kader van Erasmus vier maanden door in Finland. Daar ontdekte ze dat ook de Finse televisieomroep al sinds enkele jaren gebarentaal integreert in zijn programmatie. ‘Niet alleen uit interesse voor mijn studiegebied en omwille van de ervaring die ik had in Noord-Europa, maar ook door de opmerkelijk verschillende benadering van toegankelijke media voor doven in Finland en Vlaanderen, voerde ik dit onderzoek uit’, schrijft ze.

Televisieprojecten met gebarentaal in Finland en Vlaanderen

De diverse programmaconcepten in het kader van gebarentaal op de televisie zijn gelijkaardig in Finland en Vlaanderen. Ontwikkelingen omtrent meer toegankelijkheid voor doven bij de VRT zorgden voor de verwezenlijking van een vertolking naar VGT van Het Journaal van 19:00 uur en van het kinderjournaal Karrewiet. Eenmalige projecten op de Vlaamse televisie waren onder andere de informatieve televisiereeks Een wereld van gebaren in de jaren 90 en de gedeeltelijke vertolking van een aflevering van Vlaanderen Vakantieland in 2013. Ook de Dovengemeenschap zelf stak reeds de handen uit de mouwen en stond zo aan de wieg van enkele televisieprojecten waaronder de vertolking naar VGT van De intrede van de Sint op Ketnet en het online kinderprogramma Professor Doof & (S)tom in VGT.

In Finland kunnen doven al langer dan in Vlaanderen gebruik maken van toegankelijke televisieprogramma’s. De Finse omroep YLE zendt voor zijn dove kijkers al enkele decennia een dagelijks nieuwsoverzicht uit met een doof nieuwsanker. Daarnaast kunnen doven wekelijks kijken naar een magazine in Finse Gebarentaal (FinSL)  en een vertolking naar gebarentaal van het wekelijkse debat in het Finse parlement. Net als de VRT heeft YLE doorheen de jaren enkele internet- en eenmalige projecten ontwikkeld, zoals commentaar in gebarentaal bij het Wereldkampioenschap IJshockey in 2010. Wat internettelevisie vanuit de Finse Dovengemeenschap betreft, kunnen doven terecht op de website van Netti-TV waarop in gebarentaal over allerhande onderwerpen wordt bericht.

Knelpunten bij de ontwikkeling van toegankelijke media

De evolutie naar een toegankelijker televisieklimaat voor doven in Finland en Vlaanderen gaat niet van een leien dakje. In beide gebieden ondervinden de medewerkers aan de verschillende projecten gelijkaardige problemen. Die knelpunten gaan van financiële, technische, en praktische beperkingen tot de confrontatie met een eerder negatieve visie tegenover gebarentaal en/of dove mensen. Bij de uitwerking van bepaalde projecten duiken ook problemen op met betrekking tot het taalgebruik, het visuele aspect en de werkomstandigheden.

Uiteenlopende reacties vanuit de Dovengemeenschap

Voor het onderzoek werden 10 mensen uit Finland en een gelijk aantal uit Vlaanderen bevraagd over hun mening naar de ontwikkelingen rond mediatoegankelijkheid tijdens de afgelopen decennia.

In verband met de vaste projecten op de Finse televisie bleek dat de houding van de respondenten daartegenover grotendeels positief is. De respondenten zijn tevreden over de aanwezigheid van thema’s uit de Dovengemeenschap en over de meerwaarde die de projecten geven aan hun begrip van onder meer de nationale en internationale actualiteit en politiek. Over de meestal vrij korte duur van de programma’s is echter niet iedereen even tevreden. Ook weerklinkt de wens voor een algemeen breder aanbod van televisieprogramma’s in gebarentaal. Zo zouden sommigen graag eens een realityshow of een kinderprogramma in gebarentaal willen zien. Tot slot vormt het gebruikte communicatiekanaal van elk project (de televisie en/of het internet) een punt van discussie.

Dat laatste is ook een groot discussiepunt bij de Vlaamse respondenten, wat mogelijk te verklaren is door het feit dat er kwantitatief gezien minder gebarentaal rechtstreeks op de televisie wordt uitgezonden dan in Finland. Daarbij wordt door enkele respondenten vermeld dat het probleem van mediatoegankelijkheid voor doven zo niet voldoende aandacht krijgt. De respondenten geven ook opvallend scherpe feedback over het gebarentaalgebruik en de gehoortoestand van de tolken. Dat er aandacht wordt besteed aan projecten voor kinderen wordt positief onthaald. Een eerder kritische houding tegenover gebarentaalprojecten vanuit de VRT wordt gecounterd door een erg positieve houding tegenover projecten die ontstonden binnen de Dovengemeenschap zelf.

Belang van de studie

De studie tracht een brug te slaan tussen Finland en Vlaanderen, waardoor de mogelijkheid ontstaat eigen producties vanuit een ander licht te bekijken en kennis of vragen uit te wisselen met elkaar. ‘[Projectmedewerkers] in Finland en Vlaanderen […] vullen elkaar aan, maar verschillen evenzeer en kunnen vanuit die verscheidenheid mogelijk een blik werpen op de toekomst’, aldus Debeerst. Desondanks is er nog steeds een grote nood aan verder en diepgaander onderzoek.

Een van de deelnemende respondenten aan het onderzoek besluit als volgt: ‘Dat we doof of slechthorend zijn, wil niet zeggen dat we minderwaardig zijn, we hebben evenveel recht om op [een gelijk] niveau te staan als de horenden.’

Goedele Debeerst studeert de talen Engels en Vlaamse Gebarentaal en startte dit najaar in de master tolken.

Download scriptie (1.32 MB)
Universiteit of Hogeschool
Thomas More Hogeschool
Thesis jaar
2013