Verhoogt het huidige renovatiebeleid de vermogensongelijkheid?

Ward
Brichau

Er zullen stevige inspanningen nodig zijn indien het Vlaamse gebouwenpark wil voldoen aan de klimaatdoelstellingen. Premies en subsidies moeten hierbij op een eerlijke manier verdeeld worden om de vermogensongelijkheid binnen de perken te houden. Een sterk en eenduidig renovatiebeleid dringt zich op.

Tegen 2050 wil Europa, en bij uitbreiding Vlaanderen, klimaatneutraal zijn. Om het Vlaamse gebouwenpark future-proof­ te maken, heeft de Vlaamse overheid beslist dat tegen dan elke woning gerenoveerd moet worden tot deze de energieprestatie heeft van een energetisch performante nieuwbouwwoning. Steunpunt Wonen schat dat dit 137 tot 145 miljard euro miljard zal kosten, een stevige opgave dus. De Vlaamse overheid stimuleert de bevolking om energetisch te renoveren door middel van het renovatiebeleid. De verdeling van deze steunmaatregelen moet echter correct gebeuren, anders dreigt dat waardevolle energetisch performante woningen terechtkomen bij rijke gezinnen, terwijl minder vermogende gezinnen achterblijven. Zo kan de vermogensongelijkheid direct beïnvloed worden. Het onderzoek tracht de invloed van het huidige renovatiebeleid op de vermogensongelijkheid in Vlaanderen te bepalen.

Huidige renovatiebeleid

Eerder werd beslist dat vanaf 2023 woningen die van eigenaar veranderen moeten gerenoveerd worden tot EPC-label D, indien deze beschikken over een energetisch inefficiënt EPC-label E of F. Vermoedelijk zal deze voorwaarde de komende jaren verstrengd worden, tot uiteindelijk renovatie tot EPC-label A verplicht zal worden.

Het renovatiebeleid omvat eveneens een aantal steunmaatregelen. Zo moeten premies niet meer apart aangevraagd worden bij Fluvius, tegenwoordig kunnen deze onder één loket aangevraagd worden, de zogenaamde Mijn VerbouwPremie. Deze maatregel omvat met andere woorden de premies die te krijgen zijn na het plaatsen van dakisolatie, hoogrendementsglas of na het installeren van een warmtepomp. Daarnaast kan beroep gedaan worden op de EPC-labelpremie. Deze premie kan bovenop de Mijn VerbouwPremie gegeven worden indien een voorheen energetisch inefficiënte woning drastisch wordt gerenoveerd tot een energetisch performante woning. De Vlaamse overheid geeft eveneens een rentesubsidie op renovatieleningen. Concreet kunnen burgers die aan de voorwaarden voldoen genieten van een integrale terugbetaling van hun rente die hoort bij de renovatielening. Daarbovenop zal een extra subsidie gegeven worden.

Renovatie dak

Simulatie van scenario’s                           

Hoe deze steunmaatregelen de vermogensongelijkheid in Vlaanderen beïnvloeden, werd onderzocht aan de hand het simuleren van enkele scenario’s. De scenario’s omvatten jaarlijks tot 2050 telkens een aantal woningtransacties, met verplichte renovatie indien nodig. De vastgoedmarkt werd benaderd door woningen met een bepaald EPC-label aan te bieden aan achtereenvolgens arme of rijke gezinnen, die dan aangekocht en gerenoveerd kunnen worden.

Daarnaast werd de invloed van vastgoedprijzen meegenomen, met de veronderstelling dat energetisch performante woningen typisch meer waard zijn dan energie-inefficiënte woningen. Zo werd in enkele scenario’s verondersteld dat vastgoedprijzen constant blijven vanaf 2025. In andere scenario’s werd verondersteld dat de waarde van energetisch performante woningen toeneemt, terwijl de waarde van energie-inefficiënte woningen systematisch afneemt.

Uiteindelijk werden 20 scenario’s bekeken, waarbij verschillende beleidskeuzes werden voorgesteld. Zo werd naast het huidige renovatiebeleid ook gekeken wat er gebeurt indien de verplichte renovatie blijft, maar niemand toegang krijgt tot premies, of indien iedereen toegang krijgt tot dezelfde premies. Daarnaast werd eveneens een verdere verstrenging op het huidige renovatiebeleid bekeken.

Waakzaamheid dringt zich op

In een aantal scenario’s werd vastgesteld dat de vermogensongelijkheid kan dalen, terwijl in andere scenario’s de ongelijkheid toenam, afhankelijk van zowel de benadering van de vastgoedmarkt, de vastgoedprijzen als het gevolgde beleid. Telkens werd duidelijk dat arme gezinnen de steunmaatregelen hard nodig hebben om renovatie te kunnen bekostigen.

Het toenemen van de vermogensongelijkheid ging steevast gepaard met rijke gezinnen die duurdere woningen kunnen opkopen en renoveren, terwijl er bij de armere gezinnen slechts weinig werd gerenoveerd. Deze bevinding wijst op het risico van een duale samenleving, waarbij rijke gezinnen typisch energetisch performante, waardevolle woningen innemen. Arme gezinnen blijven dan achter en worden gedwongen te blijven wonen in energie-inefficiënte woningen. De overheid moet waakzaam zijn dat deze evolutie zich niet voltrekt.

In elk geval presteert het huidige beleid, waarbij premies worden uitgedeeld volgens inkomen, beter dan wanneer dit onderscheid niet gemaakt zou worden. Een verlaging van de vermogensongelijkheid kan bekomen worden indien het beleid verder verstrengd wordt voor rijkere gezinnen. Het beleid mag uiteraard echter niet te streng zijn, aangezien een streng beleid renovatie slechts weinig zou aanmoedigen.

Mattheuseffect

Evangelist Mattheus vermeldt in zijn parabel van de talenten dat “aan ieder die heeft zal gegeven worden, maar wie niet heeft, hem zal nog ontnomen worden zelfs wat hij heeft". Anders gezegd, rijken worden steeds rijker en armen steeds armer. Dit fenomeen wordt vaker waargenomen, en wordt toepasselijk het Mattheuseffect genoemd. In de context van het renovatiebeleid is er sprake van zulk effect indien de steunmaatregelen steevast terechtkomen bij gezinnen die ook zouden renoveren indien zij geen premies zouden krijgen. Inderdaad, uit de simulaties blijkt dat naar schatting 66% van de premies terechtkomen bij deze zogenaamde free riders.

Er is nog een lange weg te gaan tot 2050. Renovatie naar energetisch performante woningen zal steeds belangrijker worden, zeker in het licht van de huidige energieprijzen. De overheid zal een sterk beleid moeten voeren om een evolutie naar een duale samenleving te vermijden.

Download scriptie (2.34 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2022
Promotor(en)
Johan Albrecht