Vrouwenbesnijdenis als mensenrechtendilemma: het recht op bescherming van de gezondheid versus het recht op cultuur

Jozef
Nijns

Vrouwenbesnijdenis anno 2013: een verhaal van rechten en plichten?

She was blindfolded, stripped, and laid on the ground. Heavy women sat on her arms, her chest, her legs. Her mouth was stuffed with a rag. Her clitoris was cut off with a crude knife. Despite profuse bleeding she was forced to walk, was beaten and had hot pepper water poured into her eyes.

“My mother had always told me never to let anyone touch me there. I was scared and I tried to fight them off. Nobody talked to me but there was all this clapping, singing, shouting,” recalls Ms Turay. “When I tried to walk on the seventh day I could not walk. All they could say is ‘Today you have become a woman’.”

Deze treffende getuigenis van een slachtoffer van gedwongen vrouwenbesnijdenis legt de problematiek in alle scherpte bloot. Vrouwenbesnijdenis, vrouwelijke genitale verminking of female genital mutilation (FGM) is anno 2013 dan ook een hot topic. De taboe die rond de problematiek heerst verliest elk jaar langzaam maar zeker aan kracht, voornamelijk dankzij de inspanningen van verscheidene mensenrechtenorganisaties en vooral onder impuls van de Verenigde Naties, zodat steeds meer gevallen van vrouwenbesnijdenis en getuigenissen van slachtoffers hun weg naar kranten en journaals vinden. Hoewel deze evolutie toe te juichen valt, blijft vrouwenbesnijdenis een zeer schadelijke en vrouwonvriendelijke culturele praktijk die wereldwijd nog op zeer grote schaal beoefenend wordt, met een bijzondere prevalentie in Afrika (zie bijlage 1, Estimated prevalence of female genital mutilation in girls and women 15 – 49 years (%)).

Om er een cijfer op te plakken: anno 2013 lijden er tussen 100 en 140 miljoen meisjes en vrouwen aan de gevolgen van vrouwenbesnijdenis. Bovendien lopen elk jaar 3 miljoen meisjes en vrouwen het risico om deze (veelal gedwongen) ingreep te ondergaan. Als resultaat van de migratiestromen neemt bovendien het aantal gevallen van vrouwenbesnijdenis in Europa, Australië en de Verenigde Staten toe. Een recent artikel uit De Standaard spreekt boekdelen: “Uit een eerder rapport bleek dat in België 1.975 meisjes het risico lopen om besneden te worden. Ook wonen er in ons land ongeveer 6.260 vrouwen die zeer waarschijnlijk al besneden zijn. Hun aantal is sterk toegenomen, wat onder andere te maken heeft met het feit dat er de laatste jaren veel vrouwen zijn gemigreerd uit landen waar genitale verminking wordt toegepast”.

Maar wat is vrouwenbesnijdenis? Het antwoord is gecompliceerder dan velen vermoeden en bovendien wordt het belang van de vraag onderschat.

Vrouwenbesnijdenis of vrouwelijke genitale verminking bestaat uit de besnijdenis van de vrouwelijke genitaliën omwille van niet-medische redenen. Het is een culturele praktijk die zeer schadelijk is voor de gezondheid van meisjes en vrouwen. Er zijn vier categorieën van vrouwenbesnijdenis, gebaseerd op de ernst van de ingreep (zie bijlage 2, Drie types van vrouwenbesnijdenis). De ernst van de gevolgen zijn verbonden aan het type van besnijdenis, al zijn alle types van vrouwenbesnijdenis uitermate schadelijk voor de gezondheid van meisjes en vrouwen. De besnijdenis wordt niet zelden in erbarmelijke omstandigheden uitgevoerd, zoals door een niet-medisch geschoolde vrouw met behulp van rudimentaire instrumenten in een niet-steriele omgeving. Bovenstaande getuigenis is eerder de regel dan de uitzondering. Maar zelfs in de meest optimale omstandigheden zijn er veel schadelijke gevolgen voor de fysieke en mentale gezondheid. De schadelijke gevolgen manifesteren zich op zowel korte als op lange termijn. Infecties, problemen bij het urineren en menstrueren, bloedverlies, problemen bij de bevalling en bij seksueel contact zijn maar enkele voorbeelden van de schade aan de fysieke gezondheid. Op vlak van het mentaal welzijn zijn er ook een aantal nefaste gevolgen aan de besnijdenis verbonden, zoals post-traumatische stress, depressie, inferioriteitsgevoelens, angst en een gebrek aan vertrouwen in zichzelf en in haar omgeving.

De besnijders van de vrouwelijke genitaliën begaan een inbreuk op een ruim aantal mensenrechten. Het beginsel van gelijkheid en non-discriminatie, het verbod op foltering of van wrede, onmenselijke of onterende behandeling en bestraffing, het recht op fysieke, psychische en seksuele integriteit en het recht op respect voor het privé-, familie- en gezinsleven alsook de waardigheid van meisjes en vrouwen worden met de voeten getreden. Het feit dat vrouwen en kinderen als kwetsbare groepen extra bescherming verdienen, verhoogt daarenboven de ernst van de inbreuk. Men wendt zich dan ook onmiddellijk tot overheden, NGO’s, regionale organisaties en vooral de Verenigde Naties om zijn of haar ongenoegen te uiten. Waarom wordt vrouwenbesnijdenis niet gecriminaliseerd? Waarom worden de daders niet gestraft? Waarom is deze verschrikkelijke praktijk anno 2013 nog zo prevalent?

Er heerst op internationaal niveau een consensus over de onwenselijkheid van de voortzetting van vrouwenbesnijdenis. Op internationaal, regionaal en nationaal niveau worden verschillende maatregelen ondernomen om vrouwenbesnijdenis uit de wereld te bannen. De meest gehanteerde maatregel is de criminalisering van vrouwenbesnijdenis. De traditionele gemeenschappen die vrouwenbesnijdenis als traditie koesteren, bestempelen de kritiek en de genomen maatregelen (onder impuls) van de internationale gemeenschap echter als een inbreuk op hun recht op culturele en maatschappelijke ontplooiing. Vooral de benadering vanuit een mensenrechtenperspectief wordt bekritiseerd vanwege de dominantie van Westerse waarden en invloeden in dit discours. Wanneer de voormelde maatregelen aan deze gemeenschappen worden opgedrongen (top-down), zullen de gemeenschappen bijgevolg weigeren om hun steun hieraan te verlenen.

Om aan deze kritiek tegemoet te komen voerde ik in mijn masterproef een billijke afweging uit tussen twee mensenrechten die makkelijker worden erkend door deze gemeenschappen, namelijk het recht op bescherming van de gezondheid en het recht op culturele en maatschappelijke ontplooiing. De resultaten van een objectieve, kritische en billijke afweging tussen deze twee rechten die door de traditionele gemeenschappen worden erkend, kunnen wellicht een cultuursensitieve basis bieden waarop verdere acties die gericht zijn op vrouwenbesnijdenis uit de wereld te bannen, kunnen steunen. Het is dan ook veel waarschijnlijker dat deze acties ook de steun genieten van de leden van deze gemeenschappen zelf, aangezien door een dergelijke afweging het besef van de onwenselijkheid van deze praktijk uit de gemeenschap zelf groeit en bijgevolg de acties ook zullen worden ondersteund door die gemeenschappen (bottom-up).

Download scriptie (1.25 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2013