"Die moet gebruiken want die wordt knal psychotisch"

Jolien
Vandersmissen

“Die moet gebruiken”. Bovenstaande uitspraak is afkomstig van een ervaren psycholoog. Vreemd toch, zeggen dat iemand drugs of alcohol moet gebruiken? Drugs worden in onze maatschappij dan ook gezien als een genotsmiddel en jezelf ervan bedienen is een misdrijf. Er is echter een grote groep kwetsbare personen die geen drugs of alcohol neemt om meer te genieten, maar die het als enige mogelijke uitweg ziet om het lijden te verzachten.

Van recreatief naar destructief

Een bekend tafereel: je loopt door het park, ruikt plots die kenmerkende geur van cannabis en ziet verderop een groepje jongeren in het gras, genietend van een joint. ‘Recreatieve gebruikers’ worden ze genoemd . Het woord ‘recreatief’ dekt de lading: het druggebruik is een vrijetijdsbesteding met als doel ontspanning en vermaak. Als we denken aan alcohol, zal dit voor nog meer mensen herkenbaar zijn. Een glaasje wijn bij je favoriete serie of je verjaardag vieren op café met wat vrienden. Plezier en vertier alom. Tegenover deze recreatieve gebruikers staat echter een groep kwetsbare personen waarbij het eerder onschuldige drug- en alcoholgebruik dreigt uit de hand te lopen.

Tussen de jaren ’70 en jaren ’90 werd een stijging waargenomen van verslavingsproblematieken bij personen die lijden aan schizofrenie, een vorm van psychose. Het gaat dan om personen met een ‘dubbele diagnose’ aangezien ze zowel lijden aan een psychische stoornis als aan een verslaving. De visie waarbij drug- en alcoholgebruik gezien wordt als een vorm van ontspanning en vermaak gaat bij personen met een dubbele diagnose niet meer op.

image-20200627110036-1

Maar hoe moeten we het middelengebruik bij deze groep dan wel zien? Wat maakt middelen zo aantrekkelijk en waarvoor is het een oplossing? Op deze vragen werd een antwoord gegeven via het interviewen van psychologen die dagelijks werken met personen met een dubbele diagnose.

Problematisch middelengebruik als oplossingspoging

De geïnterviewde psychologen gaven onnoemelijk veel redenen waarom iemand met een psychose naar drugs of alcohol zou grijpen. Hierdoor werd duidelijk hoe veelzijdig en individueel de mogelijke functies van drugs en alcohol voor personen met een psychose zijn. We kunnen drie domeinen onderscheiden waar de middelen op ingrijpen.

image-20200627110036-2

Allereerst vormen de middelen een manier om met zichzelf om te gaan. Personen met een psychose kunnen de grip verliezen op zichzelf en hun lichaam. Zo kunnen ze geconfronteerd worden met overspoelende agressieve of angstige gevoelens, een wankele identiteit, vreemde lichamelijke fenomenen en andere ontwrichtende ervaringen op vlak van het ‘zelf’. Drugs en alcohol kunnen via een dempende of stimulerende werking hier een antwoord op bieden. Door het kalmerende effect van cannabis kunnen deze gevoelens bijvoorbeeld als minder overspoelend ervaren worden. Ook kan het middelengebruik de wankele identiteit verstevigen doordat de persoon met een psychose deel kan uitmaken van een sociale groep, namelijk ‘de gebruikers’. Het idee ‘ik ben een junkie’ is dan gemakkelijker te dragen dan ‘ik ben psychotisch’.

Ten tweede is het middelengebruik een oplossing in de sociale omgang met anderen. Vanuit een psychose kunnen andere personen namelijk als zeer bedreigend of achtervolgend ervaren worden. In dat geval kunnen drugs en alcohol de aanwezigheid van deze bedreigende anderen dempen.

“… het gevoel: ze bekijken mij, ze moeten mij hebben, euh, ze hebben mij allemaal in de gaten. Dus ik kan alleen buitenkomen als ik gedronken heb. Dan verdraag ik dat beter.”

Door het middelengebruik worden de personen met een psychose minder angstig, en dus ook minder achterdochtig naar anderen toe. Ook kunnen bijvoorbeeld oppeppende middelen ervoor zorgen dat een persoon met een psychose zich sterker en meer gewapend voelt tegenover anderen. Doordat personen met een psychose zoveel wantrouwen kunnen ervaren naar anderen, kunnen ze bovendien moeite hebben om zich in het sociale verkeer te begeven. Hierdoor missen zij verbondenheid met anderen. Het druggebruik kan in dat geval een kader bieden om in contact te treden met anderen. Dit contact is vaak minder bedreigend omdat het sterk afgebakend wordt door de duidelijke rollen en regels die heersen in het drugsmilieu.

Ten slotte speelt het middelengebruik een rol in het omgaan met de bredere wereld. Doorheen een psychose kan de wereld zeer anders ervaren worden, bijvoorbeeld door het optreden van hallucinaties en wanen. Drugs en alcohol kunnen dit enerzijds ondersteunen. Zo kan iemand drugs innemen omdat deze gelooft enkel op deze manier boodschappen te kunnen krijgen van een goddelijke figuur. We zien dan dat het drugs- en alcoholgebruik de psychotische realiteit stimuleert.

“Hij zei van: als ik onder invloed ben, zie ik de wereld hoe dat hij is.”

Anderzijds kunnen drugs en alcohol een dempende functie hebben op de wereld en de hallucinaties stilleggen. Zo kan een persoon met een psychose middelen gebruiken om de stemmen in zijn hoofd te dempen.

Tot slot: oproep tot voorzichtigheid

We zien dat het innemen van drugs of alcohol voor personen met een psychose op verschillende gebieden een evenwicht lijkt te herstellen dat verloren is gegaan. Het is een oplossingspoging voor iets ondraaglijks. Vandaar dat middelengebruik bij personen met een psychose door verschillende psychologen in het onderzoek benoemd werd als een vorm van zelfmedicatie. Met deze vaststelling zijn we intussen mijlenver verwijderd van het groepje recreatieve gebruikers in het park. Bij personen met een dubbele diagnose staat niet het verkregen plezier op de voorgrond, maar het dempen van het lijden.

Vanuit dit onderzoek kan een oproep gedaan worden naar de drughulpverlening. Blijf oog hebben voor de individuele redenen van een persoon om zich te wenden tot drugs of alcohol. Enkel zo kunnen we het lijden dat door de middelen werd toegedekt ‘ont-dekken’. Bovendien moet het afbouwen van het middelengebruik met de nodige voorzichtigheid gebeuren. Omdat dit middelengebruik vaak een antwoord is op iets ondraaglijk voor de persoon met psychose is het goed mogelijk dat dit terug de bovenhand krijgt wanneer het middelengebruik stopt. Één van de psychologen gaf ten slotte hieromtrent het volgende mee:

“Vandaar dat de idee … van abstinentie voor iedereen … van dus uw therapeutische doelen niet af te stemmen op de casus, een zeer schadelijk idee kan zijn.”

Download scriptie (1.55 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2020
Promotor(en)
Abe Geldhof