Sinds 2014 slaagde IS er in om grote gebieden te veroveren in Irak en Syrië en er een bestuurscapaciteit
uit te bouwen.
Sommigen argumenteren dat IS zich hierbij transformeerde in een functionerende
staat. Dit stuit op veel kritiek aangezien velen de groepering als niets meer zien dan een extremistische
terreurbeweging. Dit negeert veel van de dagelijkse realiteiten die zich afspelen in conflictgebieden.
Dit onderzoek probeert dergelijke tekortkomingen te overkomen en tracht via de wetenschappelijke
literatuur omtrent warlordism (vorm van bestuur door krijgsheren die een gebied controleren) en state-building (pogingen tot het opbouwen van een staat) na te gaan welke vormen het bestuur van IS aanneemt.
De behandelde literatuur toont aan hoe meer gesofisticeerde vormen van warlords mogelijk een soort
van ‘gedeeltelijke’ legitimiteit ontwikkelen en zichzelf transformeren in een proto-staat of een vorm
van rebel governance.
IS beantwoordt hierbij in belangrijke mate aan de kenmerken van warlordism maar de organisatie
toont net op het vlak van de legitimiteit een beweging weg van een vorm van warlordism aan. Er is dan
sprake van het ontwikkelen van een set van instituties, gebruiken en bewindspraktijken door
gewapende groeperingen om het sociale en politieke leven van burgers te reguleren. De legitimiteit
van IS heeft hierbij duidelijk de grens van pure militaire legitimiteit overschreden en de organisatie
maakt onderbouwde pogingen om ook een politieke legitimiteit te bestendigen onder de bevolking
van het door hen gecontroleerde gebied.
Ter conclusie kan men stellen dat IS geslaagd is in het overgaan van een vorm van warlordism naar een
project van state-building. Ondanks dat men over enkele kenmerken van daadwerkelijk bestuur
beschikt, blijkt men toch niet in staat om dit project in stand te houden. Het best definieert men IS als
een religieuze terroristische organisatie die een rudimentaire vorm van rebel governance uitvoert.
Kortom, het is mogelijk om het project van IS als een vorm van state-building te zien.