Welke ouder is een goede schoolouder? Intergenerationeel onderzoek naar de beleving van de relatie ouderschap en school.

Rocky
Zutterman

 Welke ouder is een goede schoolouder?

Is een moeder die het huiswerk links laat liggen eigenlijk nog wel een goede moeder? Mag een vader zijn tenen krullen als hem gevraagd wordt de klaslokalen te verven? En verdienen kinderen van ouders die een school kiezen omdat ze op weg naar het werk ligt, niet beter?

 

Ouders vinden het hun taak van thuis uit zoveel mogelijk het schoolleven van hun kind te ondersteunen. In die overtuiging worden ze gesterkt door andere ouders en de school. Ook op school zijn ze steeds vaker welkom. Mama en papa worden uitgenodigd om activiteiten bij te wonen of te organiseren, te komen praten over het kind, of pedagogisch betrokken te geraken bij het schoolbeleid. Ouders vinden dit een goede evolutie. Er is echter een schaduwzijde, als we het al zo mogen noemen. De actief betrokken ouder wordt hoe langer hoe meer dé enige goede invulling van de goede schoolouder.

 

Hoe thuis zo belangrijk is kunnen worden voor het schools succes ...

Elk kind is gediend met een betrokken ouder! Het kon een slogan zijn die op snel gefabriceerde pamfletten prijkt, waarmee door de straten getrokken wordt. Sinds de jaren 1960 verschijnen immers steeds weer studies die aantonen dat ‘thuis’ een niet te onderschatten invloed heeft op de schoolse prestaties van kinderen.

 

Wat maakt een ouder betrokken? De dikke Van Dale vertelt ons dat betrokken: 1 in iets gemoeid, 2 met wolken bedekt, 3 somber, treurig betekent. Dat klinkt allemaal niet zo positief. Waarschijnlijk moeten we het elders zoeken. Waar precies? Eerlijk is eerlijk. Een zaligmakende handleiding die je na lezen omvormt tot de perfecte schoolouder vind je niet. Wat van ‘thuis’ precies voor het verschil zorgt is nogal onduidelijk.

 

Dat is zo erg nog niet. Ouders zoeken graag zelf wat hun kind precies verlangt en halen lang vervlogen herinneringen op aan de eigen schooltijd. Dat helpt bij wie ze als schoolouder willen zijn. Maar, of je een goede schoolouder bent, bepaal je niet zelf. Uit intergenerationeel onderzoek met zowel ouders als grootouders blijkt dat de school ten aanzien van de grootouders niet echt veel verwachtingen koesterde. Ze deden er goed aan de school te respecteren en zich niet te veel te ‘moeien’. Hun kinderen, nu zelf ouder, brengen een heel ander verhaal. Ze vertellen dat de school hen ziet als partner in het opleiden van hun kinderen. En zowel ouders als grootouders zijn het eens: dit is een goede evolutie.

 

Hoedje af voor de school!

De school heeft er dan wel een tijdje over gedaan om ouders in de armen te sluiten, maar ze heeft het toch maar mooi gedaan. Zoals wel vaker bij liefdesverhalen, was er in den beginne weinig dat deed vermoeden dat de toekomst er zo zou gaan uitzien. Het was niet bepaald liefde op het eerste gezicht. Een grootouder stelt: “Ik herinner me nooit niet dat ik me ouders op skole (school) geweten hebben, maar dat was toen ook nog geen mode ook hé.” Of een grootmoeder, ietwat verwijtend: “Ewel ja. ’t Is nu toch veel beter hé. De scholen zijn veel meer open, je mag vragen stellen, vroeger niet. En als er problemen zijn: dat is bespreekbaar, en vroeger was dat niet bespreekbaar.” De school van nu is duidelijk niet dezelfde als van een generatie terug. Ouderavonden, rapportbesprekingen en schoolfeesten werden de voorbije decennia aangevuld met knutselmoeders, leesvaders, chauffeurs, ... En dan is er het oudercomité, die de betrokkenheid van ouders op school en in de klas aanmoedigt. Er zijn vandaag zelfs ouders die op bestuurlijk niveau meedenken over de school.

 

Hoe is er zoveel kunnen veranderen? Wel, vooreerst worden scholen aangespoord om zich zo voorbeeldig te gedragen. Er zijn immers die studies die schools slagen én falen van kinderen koppelen aan het thuismilieu. De school heeft de ouders nodig, wil ze slagen. Mooi meegenomen is dat men via ouders tot meer efficiënte scholen komt. Als ouders zowel bij de dagelijkse- als beleidsmatige beslissingen betrokken worden, zorgen ze meteen ook voor een zeker kwaliteitstoezicht. Een opener school is verder een antwoord op de wens van ouders om meer te mogen betekenen in het schoolleven. En uiteindelijk is de school zelf eveneens gebaat bij meer betrokken ouders. Samen bereik je meer. Het lijkt wel alsof iedereen wint bij ‘ouderbetrokkenheid’.

 

Even advocaat van de duivel spelen. Ouders gaan mee in het verhaal van meer op de school aanwezig zijn en de school meer in de huiskamer toelaten. Dat betekent voor hen dat er meer tijd naar school dient uit te gaan. Tijd die eigenlijk met andere, leukere dingen kan worden opgevuld. Desalniettemin blijkt uit dit onderzoek dat ouders graag meer tijd in school steken dan hun ouders gedaan hebben.

 

Waarom, vraag je je misschien af. Welnu, het antwoord ligt in het geluk van het kind. Als er één iets is wat ouders willen, dan is het dat hun kind gelukkig wordt. Het getuigt van een knap staaltje kunst- en vliegwerk dat de school dit geluk met (een) bepaalde invulling(en) van schools ouderschap weet te verbinden. Ouders worden steeds meer en beter aangesproken om iets te doen voor hun kind naast en zeker ook op de school. Dit is opmerkelijk, temeer omdat ouders vandaag minder tijd hebben (en dus ook voor hun kinderen) dan de voorgaande generatie. Meer ouders gaan uit werken, en toch neemt de thuistijd die aan school gespendeerd wordt, toe. Daarenboven willen ouders die thuistijd zo ‘pedagogisch’ mogelijk invullen. Om deze houding aan te sterken voert de school, alsook het beleid, een discours dat ouders doordringt van haar goedheid. Ouders hebben het gevoel samen met de school aan een gedeeld project te werken, namelijk het geluk van hun kind. Door een verhoogde betrokkenheid thuis en op school wordt ouders verzekerd dat ze het (school)leven van hun kind leuker maken en bouwen aan een mooie toekomst. Als ouder doe je er dus goed aan hier in mee te stappen. Wie wil er nou een ongelukkig kind op zijn geweten? Op subtiele wijze raakt aandacht hebben voor de school vervlochten met goed ouderschap.

 

Ziehier zwart op wit: de goede schoolouder

Ouders doen ongelooflijk goed hun best. Wil je superpapa of -mama zijn, dan doe je er goed aan een actief betrokken schoolouder te zijn. Dat maakt wel dat je een grote verantwoordelijkheid in handen krijgt. Het schools slagen en een gelukkige toekomst hangen af van wie jij bent als ouder. Het kan peentjes zweten zijn voor mama en papa.

 

Onder de geïnterviewde (groot)ouders voel je dat ook. Enerzijds zijn er onzekere ouders die zich verontschuldigen omdat ze niet zo betrokken zijn zoals de school lijkt te verwachten, ouders die bang zijn om wat de leerkracht zegt over zij die te weinig belang hechten aan school. Anderzijds zijn er ook zelfzekere ‘slechte’ ouders, die weinig op school komen, weinig actief het dagelijks schoolleven van hun kind opvolgen, die pas op de proppen komen als er problemen zijn. Gelukkig misschien, want het zijn net zij die aanzetten tot nadenken over de goede schoolouder en de onzin van het streven naar één bepaalde invulling van het schoolouderschap.

Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2009