Over Leven

Katinka
Verbeken

Over wiens leven?

Over dat van werknemers zonder wettig verblijf in België. Deze werknemers kunnen én worden in praktijk slachtoffers van ernstige arbeidsongevallen, waardoor men een hele tijd niet kan werken. Na dit ongeval hebben deze personen echter, theoretisch, dezelfde rechten als werknemers mét wettig verblijf. De arbeidsongevallenverzekeraar komt tussen en het slachtoffer ontvangt vergoedingen voor bijvoorbeeld medische kosten en een soort vervangingsloon. Op het eerste zicht lijkt er zich geen probleem te stellen.

De realiteit leert ons dat het anders is.

Wanneer leven overleven wordt

Wanneer de werknemer in kwestie het slachtoffer wordt van een arbeidsongeval, loopt de procedure om vergoedingen te bekomen vaak niet van een leien dakje. De werknemer mag immers eigenlijk niet in België verblijven en heeft ook geen toegang tot de arbeidsmarkt. De tewerkstelling als werknemer is verboden. Omwille hiervan stelt de werkgever meestal geen schriftelijke arbeidsovereenkomst op. Want wie schrijft een verboden handeling netjes uit op papier? Niemand. Hierdoor wordt het bewijzen van tewerkstelling, wat noodzakelijk is voor de kwalificatie als arbeidsongeval, bijzonder moeilijk.

Ook het gebrek aan verblijfsrecht zelf is een hindernis. Wanneer de bevoegde autoriteiten op de hoogte zijn van de aanwezigheid van de persoon zonder wettig verblijf, moet deze autoriteit een bevel tot het verlaten van het grondgebied afleveren. Het slachtoffer van het ongeval moet België verlaten en kan diens procedure niet van dichtbij opvolgen. Ook het ondergaan van medische onderzoeken in het kader van de procedure wordt bijzonder moeilijk, indien de persoon zich in het buitenland bevindt.

Deze hindernissen, samen met een aantal andere, zorgen ervoor dat de procedure alvorens men tegemoetkomingen verkrijgt, heel lang kunnen duren. Ook wordt vaak beroep gedaan op de arbeidsrechtbank, wat de zaken opnieuw vertraagd. In afwachting van de uitkomst van de procedure, wordt de sociale bijstand tot het uiterste minimum beperkt.

Ik hoor het u al denken. “Werknemers die wel mogen werken moeten soms toch ook lang wachten voordat de arbeidsongevallenverzekeraar tussenkomt?”. Helemaal waar! Het grote verschil is echter dat een persoon met wettig verblijf aangesloten is bij een ziekenfonds, welke tussenkomt in afwachting van de beslissing van de verzekeraar. Dit vangnet heeft een persoon zonder wettig verblijf niet. Ook kan men niet verder werken. Het slachtoffer verkrijgt op geen enkele manier een inkomen. Het voorzien in eten en onderdak worden haast onmogelijk na het ongeval. Leven wordt gereduceerd tot overleven. Dit terwijl we het er wel over eens zijn dat het algemene socialezekerheids- en arbeidsrecht betreffende arbeidsongevallen van toepassing is. Het verzilveren van deze rechten wordt uitermate moeilijk voor de werknemer in kwestie.

Verblijfsrecht als (schijn-)oplossing?

Nu duidelijk is hoe schrijnend de situatie van de werknemer in kwestie is, kan nagedacht worden waarom er al dan niet een verblijfsrecht verleend zou moeten worden tijdens de doorlooptijd van de procedure (dus de tijd vóórdat er een beslissing van de verzekeraar of rechter is). Hierbij onderzocht ik wat de voor- en tegenargumenten van dergelijk verblijfsrecht zouden kunnen zijn.

In de niet-limitatieve lijst van argumenten, verschijnen onder andere het recht op menselijke waardigheid (of het “recht op respect”), het recht op sociale zekerheid en het recht op een behoorlijke levensstandaard aan de pro-zijde van het debat. We kunnen erover discussiëren of aan deze rechten voldaan wordt. Het verlenen van een verblijfsrecht zou een positieve impact hebben op het vervullen van deze rechten.

Aan de contra-zijde kan bijvoorbeeld het gelijkheidsbeginsel aangehaald worden. Waarom aan deze slachtoffers een verblijfsrecht verlenen en aan andere “categorieën” slachtoffers niet?

Het recht is nooit zwart-wit. Er zijn relevante argumenten pro een verblijfsrecht, maar ook tegenargumenten kunnen hard gemaakt worden. Op basis van mijn analyse ben ik echter van mening dat de huidige situatie van de werknemers in kwestie niet strookt met diens mensenrechten.

Stel: we moeten iets veranderen…

Indien we vinden dat er een verblijfsrecht moet worden toegekend voor de doorlooptijd van de procedure, kan nagedacht worden over hoe dit ingevuld kan worden. Hiertoe onderzocht ik de bestaande, relevante, verblijfsprocedures en ging ik aan de hand van rechtspraakanalyse na of deze pistes in praktijk reeds soelaas bieden.

Zo onderzocht ik de procedure mensenhandel. De slachtoffers van mensenhandel hebben, onder een aantal voorwaarden, recht op verblijf. Ook slachtoffers van ernstige arbeidsongevallen kunnen gezien worden als slachtoffers van mensenhandel in de praktijk; al zal deze piste meestal enkel worden toegepast indien ook andere aspecten uit de arbeidsrelatie problematisch waren. Dit kader biedt dus niet steeds een sluitend antwoord.

Daarnaast onderzocht ik de pistes van regularisatie. Zowel op grond van humanitaire, als op grond van medische redenen kan een persoon die in België verblijft een verblijfsrecht bekomen. In de praktijk blijken beide procedures echter geen oplossing te bieden voor de werknemers in kwestie.

De bestaande verblijfsrechtelijke pistes bieden onvoldoende soelaas voor de uiterst schrijnende situatie van de slachtoffers.

Licht aan het einde van de tunnel?

Om toch een verblijfsrecht te kunnen verlenen aan de werknemers in kwestie, deed ik een aantal aanbevelingen.

Zo zou er een omzendbrief verspreid kunnen worden die duidelijk maakt dat er sprake kan zijn van mensenhandel vanaf het ernstige arbeidsongeval, zonder dat andere aspecten uit de voorgaande arbeidsrelatie problematisch moeten zijn.

Een andere oplossing kan erin bestaan om een interne afspraak te maken met de bevoegde instanties, waarin wordt bepaald dat de slachtoffers “kwetsbare personen” zijn die geregulariseerd kunnen worden op grond van humanitaire redenen.

Verder kan nagedacht worden over een volledig nieuw verblijfsrecht voor “ernstig benadeelden in het kader van een arbeidsrelatie”.

Concluderend

De situatie van werknemers zonder wettig verblijf na een ernstig arbeidsongeval is uitermate precair. Deze schrijnende situatie zou (deels) opgelost kunnen worden door het verlenen van een verblijfsrecht. Op deze manier kunnen de mensenrechten van de personen in kwestie effectief worden gewaarborgd. Er zijn voor- en tegenargumenten voor het verlenen van dergelijk recht. Mensenrechten mogen echter geen dode letter worden. Ook niet voor mensen zonder wettig verblijf.

Desalniettemin bieden de bestaande verblijfsrechtelijke pistes in praktijk onvoldoende oplossingen. Omwille hiervan werden een aantal aanbevelingen geformuleerd.

Hoe dan ook mag niet uit het oog verloren worden dat het hier gaat om mensen.

Download scriptie (1.33 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2023
Promotor(en)
Ellen Desmet, Marijke D'Haese