Black Economic Empowerment: onmogelijk om zaken te doen in Zuid-Afrika?

Julian
De Bisschop

"Omgekeerde discriminatie" is een uitspraak van één der respondenten in het onderzoek rond de interculturele ervaringen van Vlaamse ondernemers in het zakendoen met Zuid-Afrika. Het doelt op de Black Economic Empowerment, een systeem dat ertoe dient om in Zuid-Afrika bepaalde bevolkingsgroepen te helpen in hun economische ontwikkeling. Volgens de respondenten valt de blanke bevolkingsgroep niet onder deze bevoordeelden. De Black Economic Empowerment staat centraal als probleem voor Vlaamse ondernemers om op termijn zaken te doen in Zuid-Afrika.

Het onderzoek heeft als centrale thema de Zuid-Afrikaanse bedrijfscultuur en er werd gezocht naar manieren voor Vlaamse ondernemers om met deze bedrijfscultuur om te gaan. De Zuid-Afrikaanse bedrijfscultuur werd hiervoor geïdentificeerd, bij monde van de respondenten, maar ernaast was er ook aandacht voor de relatie met de Vlaamse bedrijfscultuur en tot welke problemen het zou kunnen leiden. Het onderzoek werd gevoerd aan de hand van interviews, gevoerd bij Vlaamse ondernemers die zaken deden met Zuid-Afrika, uit meerdere sectoren. Binnen het onderzoek werd voorts ook aandacht besteed aan gangbare modellen in het interculturele zakendoen, meer specifiek aan het model van Hofstede rond de culturele dimensies en aan de GLOBE-studie. De meningen van de respondenten legden verschillen bloot met de resultaten bekomen uit de respectievelijke modellen, maar ook gelijkenissen kwamen aan het licht. Bij beide modellen is er bijvoorbeeld sprake van machtafstand, wat ook in de interviews aan bod kwam. De hiërarchie ligt, volgens respondenten, duidelijker vast in de Zuid-Afrikaanse bedrijfscultuur dan in de Vlaamse. 

Al snel breidde het onderzoek zich uit van een onderzoek specifiek naar de culturen, naar een onderzoek dat zich ook inhield met verschillen tussen Vlaanderen en Zuid-Afrika. Deze verschillen kunnen het zakendoen moeilijker maken, maar liggen verder dan het zuiver culturele. Drie problemen kwamen duidelijk aan bod. Het eerste probleem is gekend onder de naam corruptie. De corruptie in Zuid-Afrika zou, volgens de respondenten, zeer grote vormen aannemen. Enerzijds is er de persoonlijke corruptie die het mogelijk maakt om bij een bepaald misdrijf een overheidsfunctionaris, in de vorm van een agent, om te kopen en het probleem te zien verdwijnen. Het geeft aan wat door meerdere respondenten werd gezien als een zeer corrupte politiek in het land. Anderzijds zakelijke corruptie. Bepaalde Zuid-Afrikaanse zakenpartners zouden, in de visie van de respondenten, graag wat geld onder tafel zien verdwijnen. Het zakendoen zou voor Vlaamse ondernemers vlotter kunnen verlopen. Respondenten in dit onderzoek gaven nadrukkelijk aan geen gevolg te geven aan de corruptie en raden het elk ander bedrijf voorts ook af.

Het tweede probleem komt voor uit de politieke situatie in het land. Dit komt ook deels voort uit het probleem dat hiervoor beschreven staat onder de noemer "Corruptie". Binnen het overheidsapparaat viert de corruptie volgens de respondenten hoogtij. Het is dan ook moeilijk te zeggen dat het verrassend te noemen is dat Jacob Zuma, voormalig president van Zuid-Afrika, vriendelijk doch met de nodige aandrang verzocht werd om af te treden, onder de zweem van corruptie. Voorts geldt er ook nog het gevaar van Julius Malema, leider van de Economic Freedom Fighters, een extreemlinkse partij die het gemunt zou hebben op de blanke boeren. Zoals in de media reeds verschenen, is het aantal boeren dat wordt overvallen en zelfs vermoord in Zuid-Afrika een schrijnend probleem. Een persoon als Julius Malema lijkt de haat tegenover deze boeren en de daarbij horende criminaliteit jegens deze personen alleen maar aan te zwengelen. Dat terwijl Nelson Mandela nog sprak over het niet met haat bestrijden van haat, na de apartheid, zoals een respondent het beschreef.  

Derde probleem is dat van de Black Economic Empowerment, uitgebreid naar Broad-Based Black Economic Empowerment. Het is een systeem dat als reactie werd ingevoerd op de apartheid, om bepaalde bevolkingsgroepen economisch te helpen. Hiervoor wordt vooral gedoeld op de als in de Zuid-Afrikaanse wetgeving beschreven black people, wat neerkomt de zwarte bevolkingsgroep en de coloured people. Het systeem veronderstelt dat ondernemingen black people moeten aanstellen, zoveel mogelijk en op zo hoog mogelijke posities, binnen hun bedrijf. Volgens meerdere respondenten is het een onmogelijk systeem, aangezien gesproken werd over het gebrek aan educatie van deze black people. Het niet navolgen van dit systeem leidt tot een bepaalde quotatie, die gaat van één tot zeven, die het aan het bedrijf in kwestie moeilijker maakt om zaken te doen in Zuid-Afrika. Vooral zakendoen met de Zuid-Afrikaanse overheid is praktisch onmogelijk indien het systeem niet wordt nageleefd. Volgens de respondenten leidt het tot allerlei wanpraktijken, bedrijven die het systeem trachten te omzeilen, via bv. fronting, wat staat voor het in dienst nemen van iemand die onder de noemer "black people" valt, die eigenlijk niets in de pap te brokken heeft. Kort gezegd, maakt het Vlaamse bedrijven veel moeilijker om zaken te doen in het land. Op lange termijn vrezen ze dat hun Zuid-Afrikaanse zakenpartners geen zaken meer zullen doen met de Vlaamse bedrijven, omdat het de lokale bedrijven zelf niet makkelijker maakt. 

Drie centrale problemen werden, na dit onderzoek te hebben gevoerd, duidelijk. Het is immers zo dat, hoewel de respondenten aangaven zeer veel linken te zien met de Zuid-Afrikaanse bedrijfscultuur, deze problemen als zeer moeilijk te zien. Deze problemen gaan verder dan zuiver cultuur. De respondenten zagen deze problemen graag opgelost in de toekomst, maar vrezen er toch een beetje voor. Het anders bekijken van verschillende bevolkingsgroepen ligt zeer gevoelig in het land. Nelson Mandela zag het land nog als de rainbow nation, Zuid-Afrika als land dat toebehoorde aan iedereen die eraan toebehoorde. De respondenten zagen de situatie veranderd. 

Download scriptie (1.09 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2018
Promotor(en)
Christiane Verschooten