Zapatisten: rebellen of antiglobalisten

Wouter
Boesman

De zon van middernacht schijnt nog niet.

- Wouter Boesman

 

Toen Carlos Salinas de Gortari, de toenmalige president van Mexico, op oudejaarsavond 1993 ging slapen hoopte hij door het in werking treden van het North American Free Trade Agreement (NAFTA) in de eerste wereld wakker te worden. In de vroege ochtend van 1 januari 1994 stapte in de meest zuidelijke Mexicaanse deelstaat, Chiapas, een groep gemaskerde guerrillero´s uit de jungle om een nieuwe Zapatistische opstand te beginnen en Salinas ontwaakte in een derdewereldland.

 

Antiglobalisme op sandalen

Sindsdien is het EZLN (Zapatistische Leger voor Nationale Bevrijding) uitgegroeid tot een wereldwijde hit. Het kleine, slecht uitgeruste rebellenleger speelde van de eerste dag af op de nationale en internationale pers in en slaagde erin bij veel groepen en individuen over de hele wereld sympathie op te wekken.

 

Vooral de mysterieuze woordvoerder van de beweging, ‘subcommandante Marcos’ is een nieuwe cultfiguur geworden. Hij en de beweging werden geadopteerd als symbolen van de snelgroeiende antiglobalistische beweging. Foto’s van hem verschijnen naast die van Ché Guevarra als iconen op de antiblogalistische betogingen. Velen gaan er van uit dat de kern van de boodschap van de zapatisten gericht is tegen het neoliberalisme en de blinde globalisering.

 

Een dergelijke stelling gaat voorbij aan de kern van het verhaal en veralgemeent het discours tot de boodschap. Het concept van de antisysteembewegingen dat in de wereld-systeemanalyse, die door Immanuel Wallerstein werd uitgewerkt, vervat zit geeft een interessant uitgangspunt om over antiglobalistisch verzet te denken. Een onderzoek van de Zapatistische beweging binnen dit kader spreekt het populaire beeld van de beweging tegen.

 

Het antisysteemdiscours dat vooral door Marcos gevoerd wordt is een reactie tegen de vaststelling dat het oprukkende neoliberalisme geen ruimte laat voor de integratie van groepen die op een meer traditionele manier leven. Het is echter in de eerste plaats bedoeld om voldoende (inter)nationale steun te krijgen, waarmee de beweging zich sterker kan opstellen in de relatie met de overheid. Een gedetailleerd onderzoek van de praktijk en het discours van de beweging toont dat het hier niet gaat om een ´echte antisysteembeweging´.

 

La pesadilla (de nachtmerrie)

Rafael Guillén Vicente, die zich later ´subcommandante Marcos´ zal laten noemen, trok in november 1983 samen met vijf andere protorevolutionairen de Lacandona Jungle van Chiapas in. Hun eerste kamp doopten ze ‘la pesadilla’, de nachtmerrie.  Ze kwamen allen uit de hoger opgeleide middenklasse en waren gestuurd door het FLN (Front voor de Nationale Bevrijding), een groep die actief was in de stadsguerilla in Monterrey. Hun doel was het opzetten van een revolutionair leger dat van Mexico een revolutionaire staat zou maken naar het voorbeeld van de strijd van Che Guevarra.

 

Deze uitgangspunten botsten echter met de belangen van de indiaanse bevolking die ze wilden mobiliseren. Uit deze botsing groeide een nieuwe beweging die een links discours behield maar zich vooral bekommerde om het welzijn van de bevolking van de Lacandona Jungle. De verwijzing naar Che, het universele prototype van de linkse revolutionair, werd steeds meer symbolisch en de principes van Emiliano Zapata, Het Mexicaanse prototype van de revolutionaire held die in de Mexicaanse revolutie voor de belangen van de boeren vocht, kwamen centraal te staan.

 

De beweging die in januari 1994 naar buiten kwam was niet meer de klassieke revolutionaire groep die in de jungle was getrokken. Op dat ogenblik ging het reeds om een beweging die op een heel intelligente manier omsprong met de informatiekanalen en meer belang hechtte aan communicatie dan aan gewapende strijd. Het gaat om een `Community in arms´, niet om de zoveelste revolutionaire foco. Remko Van Broekhoven omschrijft het alsvolgt: ´hinderlagen en aanslag hebben plaats gemaakt voor persconferenties; het toetsenbord ligt naast de AK-47 en machete, en in de plaats  van de Molotov-Coctail is er nu de muis. Ziedaar de guerrilla van de jaren negentig: 50% inhoud, 49% communicatie en 1% wapengeweld´.

 

In Mexico zijn veel waarnemers helemaal niet zo overtuigd van het waarheidsgehalte van dit verhaal. De mystiek rond de figuur van Marcos heeft heel wat speculaties uitgelokt en velen hebben er geen vertrouwen in dat Marcos oprecht veranderd is van een linkse revolutionair tot een verdediger van indianenrechten.

 

Het beeld van de nobele blanke, Marcos en zijn internationale sympathisanten tussen de wilde indianen heeft een erg negatieve impact op de perceptie van de beweging. Velen geloven dat hij uit is op de afscheiding van Chiapas, een staat die door zijn bodemrijkdom van strategisch belang is voor Mexico. De beweging is op die manier enigszins de gevangene geworden van het eigen imago, en dat van haar meest publieke figuur.

 

Revolutoinaire toeristen

De Zapatistische opstand en het discours dat gehanteerd werd heeft veel weerklank gekregen in het Westen. Vooral bij individuen en groepen die wezenloos achterbleven na het ineenstorten van de laatste linkse experimenten in ´het oude continent´. Het linkse discours van Marcos heeft al die politieke wezen in zijn richting gedreven.

 

Het gematigde discours dat tijdens de mars op Mexico Stad in maart 2001 werd gebruikt en dat in de eerste plaats gericht was op de indiaanse en boerenproblematiek heeft dan ook heel veel westerse sympathisanten, die hoopten op een nieuwe bestorming van een willekeurig winterpaleis, teleurgesteld.

 

Uiteraard zijn zij niet gekant tegen betere rechten voor de Mexicaanse indiaanse gemeenschappen. Het besef dat de door hen geproclameerde voortrekkers van een nieuwe ‘internationale revolutie’ eigenlijk in de eerste plaats lokale bezorgdheden hebben, kwam voor velen als een schok.

 

De grote internationale steun die werd opgewekt heeft ervoor gezorgd dat de beweging kon overleven door een harde repressie feitelijk onmogelijk, want publiek onaanvaardbaar, te maken. Maar het heeft ook tot gevolg dat in Mexico heel wat ongenoegen ontstaan is over de buitenlandse inmenging. De vele, vooral Spaanse en Italiaanse, jongeren die aan revolutionair toerisme doen in Chiapas zijn allesbehalve populair bij de doorsnee Mexicaan die opgevoed is  met een afkeer voor buitenlandse inmenging. Hardnekkige geruchten gaan de ronde dat Marcos in wezen een pion is van een buitenlandse beweging die uit is op de rijkdommen van Chiapas.

 

De gemaskerde maan

De Zapatistische opstand heeft veel losgemaakt in Mexico. De beweging heeft Mexico, een land dat nog steeds niet volledig verzoend is met zijn indiaans verleden en er een vrij dubbelzinnige houding tegenover heeft, een spiegel voorgehouden. De opstand heeft een nieuw leven gegeven aan vele sociale bewegingen, heeft het land bewust gemaakt van zijn multiculturele samenstelling en heeft de positie van ‘de massa’ tegenover de overheid versterkt. De maskers die de Zapatisten dragen zijn dan ook symbool geworden voor verzet, voor een eis voor meer waardigheid.

 

Maar ondertussen gaat de onderdrukking van de indiaanse en boerengemeenschappen verder op het Mexicaanse platteland, worden de paramilitaire organisaties nog steeds niet  aangepakt, worden nog steeds boeren van hun landen verdreven. Sinds de grote mars op Mexico Stad in maart 2001 waarbij de Zapatistische kopstukken heel het zuiden van het land doorkruisten en zo de grootste mobilisatie sinds de revolutie realiseerden heeft de beweging niets meer van zich laten horen. Het lijkt er op dat de Zapatistische beweging het niet makkelijk heeft met de verwerking van de teleurstelling na de mars, die bedoeld was een definitieve doorbraak te realiseren.

 

De wetten over indianenrechten die er kwamen naar aanleiding van de mars worden door alle organisaties die bekommerd zijn om indianenrechten als onvoldoende afgedaan. Mexico is een ander land geworden sinds de opstand in 1994 maar het zal nog veel moeite kosten ‘encontrar el sol de medianoche’. 

 

Bron: licenciaatsscriptie, Wouter Boesman; Zapatisten, Rebellen of antiglobalisten? Een analyse van de antiglobalistische beweging binnen het theoretische kader van de wereld-systeemanalyse´. Lic Politieke Wetenschappen, Internationale betrekkingen, juni 2002

 

Universiteit of Hogeschool
Andere
Thesis jaar
2002