De grote hervorming van het seksueel strafrecht: politiek paradepaardje of langverwachte doorbraak?

Mariet
Stiers

Nieuw seksueel strafrecht

image-20230930085850-1 “De golf van seksueel geweld is niet nieuw”, aldus federaal Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne. Het seksueel strafrecht was dat tot voor kort ook niet, maar daar werd op 1 juni 2022 verandering in gebracht. Hoewel een hervorming van het gehele Strafwetboek al langer op de politieke agenda stond/staat, kreeg de hervorming van het seksueel strafrecht voorrang. De aanpak van seksuele misdrijven vormde immers een topprioriteit voor de regering

Met deze hervorming wilde de wetgever het oud seksueel strafrecht moderniseren. Het oude seksueel strafrecht was op verschillende vlakken verouderd en vertoonde meerdere pijnpunten.

In dit onderzoek werd gefocust op twee misdrijven: verkrachting en aantasting van de seksuele integriteit (voorheen aanranding van de eerbaarheid). Meer bepaald werden de pijnpunten blootgelegd van de oude strafbaarstellingen. Onder meer aan de hand hiervan kon het nieuw seksueel strafrecht worden geëvalueerd.

Aan veel – maar niet alle - pijnpunten werd in grote mate werd verholpen. De hervorming bleek dan ook op sommige vlakken ook een gemiste kans…

Welke pijnpunten van het oud seksueel strafrecht werden verholpen?

Een aantal pijnpunten werden verholpen. Zo bepaalt de wet voortaan vanaf welke leeftijd een minderjarige kan toestemmen met seksuele handelingen. Vroeger zorgden de verschillende leeftijdsgrenzen per misdrijf voor nogal wat onduidelijkheid: een vijftienjarige leek te kunnen instemmen met een seksuele penetratie (want dit werd niet automatisch gekwalificeerd als verkrachting), maar niet met een minder verregaande seksuele handeling (want dit werd wel automatisch gekwalificeerd als aanranding van de eerbaarheid). Het feit dat er voortaan een uniforme leeftijdsgrens geldt voor seksuele meerderjarigheid is dan ook een positieve evolutie.

image-20230930085850-2Daarnaast speelt (de afwezigheid van) toestemming voortaan een centrale rol in het seksueel strafrecht. Bij gebreke aan een geldige toestemming zal de seksuele handeling als verkrachting of aantasting van de seksuele integriteit kunnen worden gekwalificeerd. Dit wordt voortaan expliciet bepaald in de strafbaarstellingen, wat evenzeer een positieve evolutie is. Het oude artikel van aanranding van de eerbaarheid vereiste immers dat er sprake was van bijvoorbeeld dwang of geweld. Daardoor bestond er discussie over de vraag of de afwezigheid van toestemming (bijvoorbeeld een slachtoffer dat bevriest en daardoor de handelingen ondergaat) op zich voldoende was om te kunnen spreken van een aanranding. Voortaan bestaat hierover geen twijfel meer en zal dit kunnen worden gekwalificeerd als aantasting van de seksuele integriteit.

Een ander discussiepunt betrof de vraag of iets ook een verkrachting kon uitmaken indien niet het slachtoffer zelf gepenetreerd werd, maar wel de dader door het daartoe verplichte slachtoffer. Door een verschil in formulering van de strafbaarstelling van verkrachting met deze van aanranding, leek de oude wettekst van verkrachting enkel de eerste situatie te viseren, waardoor de tweede situatie enkel maar als aanranding kon worden gekwalificeerd (waarop een lagere strafmaat van toepassing is). Voortaan blijkt duidelijk uit de strafbaarstellingen dat beide situaties als verkrachting kunnen worden gekwalificeerd.

Tot slot bestond vroeger ook discussie over het gevolg van een aanvankelijk geldig gegeven toestemming, waar vervolgens tijdens de seksuele betrekkingen op wordt teruggekomen, ook verkrachting kon uitmaken. De nieuwe strafbaarstelling van verkrachting evenals de definitie van toestemming laten hierover geen twijfel meer bestaan: toestemming kan op elk moment worden ingetrokken.

Gemiste kans?

De hervorming van het seksueel strafrecht heeft dus zeker aan heel wat pijnpunten van de oude wetgeving verholpen. Toch bleek uit dit onderzoek dat dit niet voor alle pijnpunten van het oud seksueel strafrecht het geval was. 

Zo is de strafbaarstelling van verkrachting nog steeds erg ruim geformuleerd (penetratie van welke aard en met welk middel ook), waardoor ook een tongzoen hieronder zou kunnen vallen. De wetgever geeft echter in de memorie van toelichting aan dat dit niet als verkrachting zou moeten worden gekwalificeerd. Het College van procureurs-generaal geeft daarentegen te kennen dat een tongzoen wel een verkrachting kan uitmaken. Hierdoor zullen de hoven en rechtbanken zich geconfronteerd zien met de moeilijke vraag of dit (maar ook andere minder duidelijke situaties) al dan niet een verkrachting uitmaakt. Deze discussie had mijns inziens dan ook beter op wetgevend niveau gevoerd kunnen worden en ook in de wettekst zelf opgenomen worden, in plaats van te opteren voor een ruime wettekst en een striktere interpretatie in de memorie van toelichting. Het is aan de wetgever om voor een van beide opties te kiezen.

Last but not least, is het moreel bestanddeel nog steeds niet expliciet opgenomen in de strafbaarstellingen. Het moreel bestanddeel vormt samen met het materieel bestanddeel de constitutieve bestanddelen of kortweg de delictstypiciteit. Dit laatste is op zijn beurt een van de vier constitutieve elementen, nodig om te kunnen spreken van een misdrijf. Dat het vereiste moreel bestanddeel niet in de wettekst werd opgenomen is dan ook betreurenswaardig: op die manier wordt immers de deur naar rechtsonzekerheid op een kiertje gezet.

Kunnen de nieuwe regels al worden toegepast vanaf 1 juni 2022?

In het strafrecht geldt het principe dat een wet geen terugwerkende kracht mag hebben. Dit betekent dat een wet die vandaag in werking treedt, enkel maar mag worden toegepast op feiten die vanaf vandaag plaatsvonden. Dit tenzij de nieuwe wet minder streng is ten aanzien van de persoon die verdacht wordt van de feiten (bijvoorbeeld een lagere straf). 

Het nieuw seksueel strafrecht is dus zonder meer van toepassing op feiten die dateren van 1 juni 2022 of later. 

Voor feiten die dateren van voor deze datum, maar waarover nog geen uitspraak werd gedaan, is het antwoord ingewikkelder. De vraag waarop een antwoord moet worden gezocht is dan: is het nieuw seksueel strafrecht milder? 

Gelet op de vele discussies die gevoerd werden omtrent het oud seksueel strafrecht, kan deze vraag niet simpel met ja of neen worden beantwoord voor het misdrijf van verkrachting, noch voor het misdrijf van aantasting van de seksuele integriteit. 

Bovenstaande vraag moet dan ook beantwoord worden per constitutief bestanddeel van het misdrijf. Een uitgebreide analyse hiervan evenals een schematische samenvatting per constitutief bestanddeel is dan ook terug te vinden in de masterscriptie zelf. Advocaten, magistraten en andere rechtsgeleerden kunnen zich hierop baseren om zelf standpunt in te nemen omtrent de temporele werking in een bepaalde situatie.

Download scriptie (1.32 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Hasselt
Thesis jaar
2023
Promotor(en)
Prof. dr. Bart SPRIET