Angstige sukkel of manipulatieve narcist? - Vertelstrategieën voor onsympathieke personages

Margo
Destrijcker

 

Onsympathieke romanpersonages wekken bij lezers veel tegenstrijdige gevoelens op, die kunnen gaan van ergernis en zelfs walging tot empathie en medelijden. Het zijn figuren die we in de echte wereld - als mensen van vlees en bloed - zoveel mogelijk zouden vermijden. En toch zijn we al lezend wél bereid ons te verdiepen in hun visie, emoties en gedachten. Meer nog; we kunnen er zelfs van genieten. Maar waarom hoe komt het dat we die personages eigenlijk zo onsympathiek vinden? Ik onderzocht in mijn masterproef welke strategieën de verteller van een roman kan gebruiken om ervoor te zorgen dat de lezer de hoofdrolspeler onsympathiek gaat vinden. Dat deed ik aan de hand van Willem Termeer en Ewout Meysters, respectievelijk de protagonist van Een nagelaten bekentenis (1894) van Marcellus Emants en van De opdracht (1995) van Wessel te Gussinklo.

 

Willem en Ewout: onsympathieke protagonisten

Ewout Meyster, de tiener uit te Gussinklo’s vuistdikke roman, spendeert tien dagen op een zomerkamp voor kinderen van ex-verzetslieden. Tijdens dit kamp verliest de jongen langzaam maar zeker zijn - ingebeelde - greep op anderen. Willem Termeer, de verteller uit Emants’ klassieker, schrijft op vijfendertigjarige leeftijd zijn relaas. Hierin probeert hij de keuzes en het gedrag van zijn vroegere zelf te rechtvaardigen. Vreemd genoeg wil hij door schuldig te pleiten voor de moord op zijn vrouw, zijn aandeel in die hele zaak juist relativeren.

De meest voor de hand liggende kenmerken van het onsympathieke karakter van deze personages zijn natuurlijk in de eerste plaats terug te vinden in hun gedachten en gedrag: hun neiging tot liegen en manipuleren, verregaande verkrachtingsfantasieën en een totaal gebrek aan empathie - om er maar een paar te noemen. Dit zijn kenmerken van weinig empathisch gedrag die waarschijnlijk elke lezer van deze romans zou kunnen opsommen. Maar de verteller van een roman heeft een heel scala aan mogelijkheden om de lezer stiekem te manipuleren. Hij kan verschillende vormelijke strategieën gebruiken die het karakter van het personage mee bepalen, zonder dat de lezer dit onmiddellijk doorheeft.

Om deze strategieën te achterhalen, heb ik onder andere gebruik gemaakt van de poststructuralistische cognitieve narratologie van Alan Palmers Fictional Minds theory, die hij uit de doeken doet in zijn werk Fictional Minds (2004). Kort gezegd vergroten de inzichten van Palmer de aandacht van de lezer voor wat zich buiten het hoofd van het personage afspeelt.

 

Herkennen van de manipulatieve karakterisering

In deze twee romans is het echter geen sinecure om een juist beeld te krijgen van de context van de fictionele realiteit. Zo nemen de vertellers van beide romans bijvoorbeeld nooit het standpunt in van andere personages: de ene verteller gaat mee in de gedachten van het hoofdpersonage (Ewout), de andere verteller is een ik-verteller (Willem). Hierdoor beleeft de lezer de fictionele wereld dus voornamelijk vanuit het perspectief van Willem en Ewout, en kan hij dus enkel op hun interpretatie van de gebeurtenissen steunen om situaties uit die wereld in te schatten. Dit houdt in dat ook de gedachten en handelingen van andere personages telkens door Ewout en Willem worden geïnterpreteerd.  

Vormelijk ondersteunt dit perspectief onder meer het verregaand egocentrisme van beide figuren. De vertellers van De opdracht en Een nagelaten bekentenis maken ook volop gebruik van deze beperkte visie op de feiten om andere personages, die de protagonist mogelijk in de weg staan, onderuit te halen. Het is als lezer gemakkelijk en comfortabel om in die retoriek mee te gaan. Wie kritisch is en zich niet laat bedotten, herkent hier echter een handige en bovendien herkenbare manier in om iemand neer te halen of zwart te maken: de gedachten van anderen zo realistisch mogelijk verwoorden als argument om jezelf in een beter daglicht te stellen of je gelijk te halen. Zo schildert Willem een jonge vrouw af als een hooghartige snob wanneer zij zijn opdringerige traktaties niet kan appreciëren. Maar het is niet omdat iemand verwoordt wat een ander denkt, dat dit overeenkomt met wat die ander effectief denkt en voelt. Andere personages worden zo in beide romans gereduceerd tot lege canvassen, die als het ware gebruikt worden om de verlangens, gevoelens en wensen van de protagonist op te projecteren.

Naast die manipulatieve karakterisering van de andere personages, blijkt ook de manier waarop Willem en Ewout zichzelf voorstellen totaal ongeloofwaardig en bijzonder manipulatief. De lezer heeft hier zeer weinig houvast. Ik toon aan hoe belangrijk de dialogen hierin zijn; deze scènes spelen een belangrijke rol in de ontmaskering van zowel Willem als Ewout. Zo wordt in het geval van Ewout vooral duidelijk hoe zielig en kinderachtig dit jongetje eigenlijk is, wat totaal niet overeenkomt met hoe hij zichzelf ziet en voorstelt. In het geval van Termeer ziet de lezer dat hij helemaal niet de onzekere, schuchtere man is die hij pretendeert te zijn.

 

Een nieuwe interpretatie

Concreet toont mijn masterproef aan dat wanneer de lezer zich bij beide romans de situaties zo levendig mogelijk probeert voor te stellen, er automatisch een alternatieve interpretatie van de situatie ontstaat - een heel andere dan die van Termeer of Ewout. Hun onsympathieke karakter wordt dus duidelijk door vormelijke strategieën van de verteller ondersteund en benadrukt. Dit werpt een nieuw licht op deze personages. Vooral in het geval van Een nagelaten bekentenis, een werk dat al bijzonder vaak besproken werd, ontstaat een heel nieuwe interpretatie van de roman en de verborgen agenda van zijn verteller. In zijn relaas zet hij zichzelf neer als een angstige sukkel, die het nu eenmaal niet kan helpen te zijn wie hij is. Zijn betoog steunt op zijn zogenaamde grote zelfkennis en jaren van diepgaande introspectie maar blijkt niet meer te zijn dan een strategie om te verhullen wat er écht gebeurd is. Dit doet vermoeden dat Willem Termeer waarschijnlijk nog een stuk onsympathieker was dan hij in zijn betoog doet uitschijnen.

 

Download scriptie (2.18 MB)
Universiteit of Hogeschool
Vrije Universiteit Brussel
Thesis jaar
2022
Promotor(en)
Hans Vandevoorde