Een rots aanzien voor een beer? Animistische wortels en verkenningen van religieus bewustzijn

Bernice
Brijan

Vreemde verschijnselen

De Finse wildernis kenmerkt zich door talloze bomen, vele rotsblokken en uitgestrekte meren. Sommige van die rotsen ogen nét iets imposanter, krachtiger en levendiger dan andere. Ze hebben een kenmerkende vorm of een ongewone kleur. Vaak staan ze op een bijzondere plaats in het landschap. Dat dit geen normale rotsen zijn, blijkt uit het feit dat de Sámische volken dergelijke gesteenten van oudsher een andere naam geven dan simpelweg “rots” (vuohttut) of “steen” (geađgi). Het zijn sieidi: entiteiten die erom bekend staan dat men daar een relatie mee kan aangaan en dat zij, bij de juiste offers, voorzien in geluk en materiële voorspoed. 

Finse wildernis

Dit soort verschijnselen is niet alleen bekend van sommige Finoegrische volken, waar ook de Sámi bij horen, maar het komt voor onder inheemse culturen over de hele wereld. Als westerse mensen kunnen we daar ongemak of onbegrip bij voelen. Dergelijke volken lijken immers iets te doen wat wij waarschijnlijk niet in ons hoofd zouden halen, iets dat de suggestie wekt dat wat levenloos is, wordt aangezien voor iets levends of zelfs dat met sommige stenen wordt omgegaan alsof het personen zijn.

Toch hoeven we niet zo heel lang te zoeken om dit soort vreemde verschijnselen ook dichter bij huis te vinden. Zo worden natuurelementen in de Bijbel beschreven als actief en levend. Ze uiten zelfs gevoelens. In een van de profetische teksten van de Hebreeuwse Bijbel (Jesaja 35:1-2) staat bijvoorbeeld:     

De woestijn en de dorre plaatsen zullen vrolijk zijn, de wildernis zal zich verheugen en in bloei staan als een roos. Zij zal welig bloeien en zich verheugen, ja, zij zal jubelen en juichen.

Inschattingen om te overleven

… En dit is niet het enige voorbeeld. In andere teksten wordt gesproken over bergen die beven, bomen die in hun handen klappen en de aarde zelf die rouwt. Wat zijn dit voor teksten en waarom staan ze vol met metaforen? Hebben ze op de een of andere manier iets te maken met de Sámische sieidi? Dat is wel wat is gesuggereerd. Niet dat het precies hetzelfde is, maar wel dat er een zekere familiegelijkenis tussen beide bestaat, en dat dit soort teksten uit het Oude Testament kunnen helpen om dergelijke verschijnselen beter te begrijpen.

Een manier om de thematiek aan te vliegen, is door te kijken naar wat al een aantal eeuwen door onderzoekers uit het westen ‘animisme’ wordt genoemd: een van de oudste vormen van religiositeit die onze wereld rijk is. Door de jaren heen hebben verschillende definities en opvattingen van animisme het licht gezien. Toch wordt nog altijd niet goed begrepen wat het precies is, waardoor er vaak neerbuigend of vanuit onbegrip tegenaan is gekeken of waarbij het gezien wordt als een redeneerfout.

Opvallende vormen

De laatstgenoemde opvatting kent een lange geschiedenis in het westerse denken en werkt nog altijd door in het vakgebied van de cognitiewetenschap van religie. Deze benadering gaat grotendeels terug op het denken van de antropoloog Stewart Guthrie. Guthrie stelt dat animisme te maken heeft met een overgevoeligheid voor agency in onze omgeving. Met andere woorden, wij zijn geneigd elementen om ons heen als handelende entiteiten te zien. Volgens Guthrie komt dit voort uit onze waarneming. Evolutionair gezien is het immers uiteindelijk minder riskant om een rots aan te zien voor een beer, dan andersom …

 

Een wereld vol personen

Zo heeft het ons niet alleen geholpen te overleven, maar zou het óók geleid hebben tot het ontstaan van religie. Door deze overgevoeligheid zouden wij namelijk niet alleen geneigd zijn iets levenloos voor iets levends aan te zien, maar ook onze omgeving mensachtiger voorstellen dan zij daadwerkelijk is. Het is hierom dat wij volgens deze benadering diezelfde rots als een godheid hebben kunnen beschouwen. Ook het spreken tegen technologie zoals auto’s en computers wordt hiermee in verband gebracht.

Bedankt weer, vriend!

Dat wij geneigd zouden zijn om onze omgeving mensachtig te begrijpen, krijgt een heel andere wending in het zogenoemde nieuwe animisme. In deze benadering wordt animisme niet als een redeneerfout gezien. Verre van dat: animisten zouden het juist bij het rechte eind hebben en goed zien dat de wereld vol van personen is, waarvan slechts enkele menselijk zijn.

Anders-dan-menselijke personen zijn bijvoorbeeld de zon, de rotsen en de wind. Dit gaat gepaard met de opvatting dat al deze personen onderling met elkaar in interactie staan. Sterker nog, de personen worden gevormd dóór al deze relaties. Wanneer deze relaties worden weggenomen, verdwijnt ook de persoon. Het nieuwe animisme kenmerkt zich dus door een expliciete afwijzing van een westers humanistisch standpunt over wie een persoon kan en mag worden genoemd. Daarmee heeft het wel iets uit te leggen.

 

Metaforen serieus nemen

De pogingen tot nu toe om animisme te begrijpen zeggen meer over ons onbegrip dan over animisme zelf. Maken animisten echt zo’n duidelijke fout? Dit zou een onbarmhartige interpretatie van animistische rituelen en praktijken zijn. Tegelijkertijd, stellen dat animisten al die tijd gelijk hadden, brengt ook problemen met zich mee. Een zekere spanning blijft bestaan, zeker als het gaat om zaken die vanuit een westers begrip als niet-levend worden beschouwd, zoals rotsen en rivieren.

Bijzondere rotsen

Een manier om toch een stap verder te zetten, is door het metaforisch taalgebruik serieus te nemen. Bomen die in hun handen klappen, bevende bergen en een rouwende of jubelende aarde zijn niet ‘gewoon’ metaforen noch uitspraken die letterlijk moeten worden genomen, maar ze kunnen het beste worden begrepen als uitdrukking van een onderliggend wereldbeeld. Juist wanneer er geen uitputtende kennis is over de wereld om ons heen, zijn metaforen van belang. Zij openen een ruimte waarbinnen relaties kunnen worden verkend.

Animisme wordt vaak begrepen als het toekennen van leven of geest aan wat inert is. Toch lijkt metaforisch taalgebruik in de context van animisme dit niet tot doel te hebben. Eerder laat het een houding zien die levendig is en openstaat naar een wereld die continu in wording is. Het is een uitdrukking van de erkenning dat alle materie verbonden is en elkaar beïnvloedt. Hiermee kan het werk op zoek naar een definitie van animisme pas beginnen.

Download scriptie (921.44 KB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2023
Promotor(en)
Prof. dr. Henning Tegtmeyer