Associations between inhibition and arithmetic fact retrieval

Elien
Bellon
  • Bert
    De Smedt

Te impulsief om te rekenen?

 

Rekenvaardigheden zijn cruciaal in onze moderne westerse samenleving. Overal worden we omringd door cijfers en hoeveelheden en wanneer je hier goed mee overweg kan, heb je vaak een streepje voor. Maar waarom is rekenen voor sommige een spelletje en voor anderen een levenslange strijd?

Veel wetenschappelijk onderzoek zoekt het antwoord op die vraag in de vaardigheid om getallen en hoeveelheden te verwerken. Maar wat als veel algemenere cognitieve factoren ook een belangrijke rol spelen? Aandachtig zijn, tussenstappen kunnen onthouden, een rekenstrategie kiezen, … : het zijn allemaal algemeen bekende, belangrijke cognitieve vaardigheden die we nodig hebben wanneer we rekenen. Inhibitie is minder gekend bij het brede publiek, maar zou hier ook een belangrijke rol in kunnen spelen.

Inhibitie is de cognitieve vaardigheid om je aandacht, gedrag en/of gedachten te onderdrukken in functie van het geven van een meer gepaste reactie. We kennen het allemaal: je krijgt een cadeau, maar vinden het maar niets. Toch zeggen we – althans de meesten onder ons – overtuigend ‘dank u wel’. Op dat moment inhiberen we de minder gepaste reactie ‘wat een stom cadeau’ in functie van de meer gepaste reactie ‘bedankt voor het cadeau’. Maar ook op veel onbewuster niveau speelt inhibitie een rol. Wanneer je het kleurwoord rood geschreven ziet staan in gele inkt en je gevraagd wordt enkel de kleur van de inkt te benoemen, ondervinden velen onder ons dat dit niet zo eenvoudig is als het op het eerste zicht lijkt. We lezen automatisch het woord rood, waardoor het een heel stuk moeilijker wordt om dat antwoord te onderdrukken – te inhiberen – en het meer gepaste antwoord ‘geel’ te geven.

Mensen die moeite hebben met inhibitievaardigheden worden vaak impulsief genoemd. Impulsief gedrag is een kernsymptoom van kinderen en jongeren met ADHD en laat dat nu net een groep zijn die vaak moeite heeft met rekenen. Er lijkt dus een samenhang te zijn tussen een tekort aan inhibitievaardigheden en rekenmoeilijkheden.

We gingen met een wetenschappelijk onderzoek bij een honderdtal normaal ontwikkelende kinderen na of we deze samenhang terugvinden in de gewone populatie. Indien dat zo zou zijn, opent dit deuren voor nieuwe wetenschappelijk onderbouwde diagnostische tests en remediëringsprogramma’s voor rekenen. Zo zouden we kinderen met rekenmoeilijkheden bijvoorbeeld wetenschappelijk onderbouwde games kunnen laten spelen om hun inhibitievaardigheden te oefenen en op die manier hun rekenvaardigheden te trainen.

De kinderen deden in dit onderzoek verschillende taakjes waarin hun inhibitievaardigheden gemeten werden en enkele taakjes waarin zij moesten hoofdrekenen. We gingen na of kinderen die goed scoorden op de inhibitietaakjes ook goed scoorden op de taakjes die peilden naar rekenvaardigheden en vice versa. Uit het onderzoek kwam geen samenhang naar voor tussen de taakjes die peilden naar de twee vaardigheden. We kunnen dus niet stellen dat inhibitievaardigheden een belangrijke rol spelen bij het rekenen en er is dus ook geen reden om te zeggen dat een impulsief kind, bijvoorbeeld met een diagnose ADHD, daarom perse problemen zal hebben met rekenen. Het oefenen op inhibitievaardigheden met computergames kan kinderen dus wel een leuke tijd bezorgen, maar geen betere rekenvaardigheden. Het onderzoek bevestigde wel dat de vaardigheid om getallen en hoeveelheden te verwerken een zeer belangrijke rol speelt bij rekenvaardigheden.

Om na te gaan wie al dan niet streepje voor heeft bij rekenen kan je dus helaas niet op het volgende feestje afgaan op het criterium hoe goed hij is in beleefd ‘bedankt’ zeggen wanneer hij een ongewenst cadeautje krijgt. Tenzij hij natuurlijk uitzinnig blij wordt met een rekenmachine als cadeau…

Download scriptie (1.65 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2015
Thema('s)