Bouwblok als casco

Pieter-Jan
Vandenwijngaert

De droom van een propere en duurzame grootstad werd jaren geleden ingezet door het verbannen van de industrie naar het platteland. Maar toen de laatste fabriek zijn deuren sloot, vertrokken ook de overgebleven arbeidersgezinnen. De stad bleek met zijn kenniseconomie enkel betaalbaar voor de hogere middenklasse. De stad wordt meer en meer een plek van consumptie zonder productie.

De talloze bedrijventerreinen, die doorheen Vlaanderen opdoken, brengen tal van problemen met zich mee. Werk en wonen scheiden zorgt enkel voor meer verkeersproblematiek en de lintbebouwing die België typeert, wordt aangemoedigd. In de stad gebeurt in tussentijd het tegenovergestelde. Rijhuizen worden opgekocht om er een riant project neer te poten, haastig worden de appartementen verkocht en een nieuwe zoektocht gaat van start naar authentieke woningen die zich lenen om verdrongen te worden door een nieuw appartementsblok. Het gevaar van eenvormigheid schuilt achter de hoek.

In 2020 ligt echter veel van die vervuilende industrie achter ons. Uit de technologische vooruitgang kwamen tal van alternatieven, waardoor het beeld van de grote schoorstenen achterhaald is. Kleinschalige, duurzame industrie probeert zijn weg naar de stad terug te vinden. Dit ging niet onopgemerkt voorbij. Ook Leuven wil af van de monofunctionele slaapstad en oefent zijn industriële lokroep. De scheidingslijn tussen wonen en werken is verleden tijd. “Verweven waar mogelijk, scheiden indien nodig” valt te lezen in het Leuvens rapport. Dit zullen geen multinationals zijn, maar lokale en kleinschalige ondernemingen. Duurzame bedrijfjes die perfect inpassen in het ongebruikt stedelijk weefsel.

De trend van de afgelopen decennia, waar de werk- en woonplaats liefst ver uit elkaar liggen, loopt op zijn einde. Een nieuwe, duurzame oplossing dringt zich op. Een oplossing die zich kan voltrekken op verschillende schalen; van een woning tot een stad. Een ontwerpend experiment op één bouwblok, de Leuvense Lelie-site, breidt zich uit tot een stappenplan waarmee de volledige stad aangepakt wordt. Op een generische manier wikkelt de stad zich om de nieuwe industrie en neemt hem op in haar weefsel. De nieuwe industrie past zich aan de stad aan, maar ook in de omgekeerde richting zal de stad veranderen. In een ideale wereld zouden bewoners hun werkplaats om de hoek of in de achtertuin hebben. Met deze nieuwe stadsplanning wordt dat ook werkelijkheid.

Eén pilootontwerp dat zowel betaalbaar wonen als mono-functionaliteit aanpakt en als basis gebruikt kan worden om ook andere stadsdelen te herdenken. Met die redenering werd de Lelie-site, vernoemd naar de voormalige wasserij ‘de Lelie’, aangepakt. Vanuit het hart wordt het bouwblok aangepakt. Vanuit het midden worden verbindingen naar de rand gemaakt, waardoor de binnenkant van het bouwblok overgaat van een verloederde plaats naar een plek die leeft. Tijdens de week zijn er kleine nijverheidsprojecten gevestigd, bemand door buurtbewoners. Na de uren of tijdens het weekend dient er niet gewerkt te worden. De inwoners van het bouwblok kunnen zo hun fantasie de vrije loop laten om de open ruimte in te nemen. 

Werkhof: een chaotische oase in het bouwblokWoonerf: Wanneer de werkdrift in het weekend gaan liggen is, nemen de bewoners het woonerf over.

De woningtypes die op dit moment gevestigd zijn in het bouwblok blijken achterhaald. Het grote rijhuis voor alleenstaanden of de weinig kwalitatieve appartementen gaan het bouwblok niet redden. Wat wel de oplossing is? Dat varieert. De stad is een organisme en geen blanco blad meer. Elke locatie zal dus nog steeds, met respect voor de huidige situatie, ontworpen moeten worden. In dit geval leverde dat verschillende projecten op: halfhuizen, een werkhal, dozen en kamers. Elk specifiek ontworpen voor hun locatie en geschikt voor diverse groepen mensen. Alleenstaanden, gezinnen en ouderen zullen elk een geschikte woning vinden die aan hun noden voldoet, zonder een overmaat te bieden. De ontwerpen zijn zoektochten naar veerkrachtige structuren die kunnen transformeren en een variabel programma opnemen.

1 masterproefVandenwijngaertPieterJan 3

Werkhuis

Het slapend bouwblok wekken door bedrijvigheid te injecteren, zowel door de week als in het weekend, is een noodzaak om de leefbaarheid in de stad te garanderen. De nieuwe bewoners krijgen veel vrijheid in hun woning, maar ook in de collectieve delen die ze delen met de rest van het bouwblok. Kleine, levendige gemeenschappen ontstaan, in tegenstelling tot de individualiteit en verloedering die momenteel de site overheerst. De aanpak van de Lelie-site zet een grote stap richting het herdenken van de hedendaagse stad; haar inwoners en functie. Een transformatie naar een stad waar betaalbaar en anders gewoond en gewerkt kan worden. 

Een veerkrachtige transformatie vanuit het hart van het bouwblok

 

Download scriptie (37.71 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2020
Promotor(en)
Geert De Neuter en Yuri Gerrits