BUITENgewoon leren, De waarde van 'outdoor learning'

Laure
Lenaerts

BUITENgewoon leren

De waarde van ‘outdoor learning’

 

Laure Lenaerts: ‘ Outdoor learning maakt het onderwijs geloofwaardig. De beste handleiding om kinderen over de wereld te leren is de werkelijkheid.’

Als laatstejaarsstudent in de opleiding Bachelor Lager Onderwijs werkte ik dit jaar een bachelorproef uit met als thema: de waarde van ‘outdoor learning’.

 

Eerst en vooral vloeit dit onderwerp voort uit mijn uiteenlopende interessegebieden. Biologie, vind ik het interessantste vak, ik verdiep me graag in de gezondheid en voeding van de mens, maar hou ook gewoon van de natuur en kan me nog zo vaak als een kind verwonderen over haar schoonheid.

Daarbij komt dat je volgens mij nergens meer kan leren dan daar waar het allemaal begint: in de werkelijkheid.

Meer dan van een smartboard, leer je door je vingertoppen te prikkelen. Meer dan van een werkblaadje, leer je door je handen vuil te maken. Meer dan op een stoel, leer je door te bewegen. OK, misschien is MEER niet ALTIJD juist, maar zeker intenser, meer betrokken en vollediger. Hoe meer we betrokken zijn bij een ervaring, des te dieper kan die ervaring doordringen.  (Verheij, 2003)

 

Veel kinderen en families van vandaag hebben vaak weinig mogelijkheden om ervaringen op te doen in een natuurlijke omgeving. Richard Louv, noemde dit fenomeen in zijn boek: ‘The last child in the wood’ (2010), nature-deficit disorder. Hij opende de ogen van vele mensen door de positieve effecten te beschrijven die de natuur heeft op kinderen. Louv onderzocht hoe het leven van de moderne familie in de laatste twee decennia dramatisch veranderde: kinderen spenderen meer tijd aan televisie kijken en videospelletjes spelen op de computer dan fysiek en actief buiten te zijn. Vanwege hun drukke schema, eten steeds meer gezinnen verwerkte voedingsmiddelen met bijzonder veel calorieën. De volledige familie gezellig en gezond etend rond de tafel is dan ook een beeld dat langzaamaan verdwijnt. Deze en nog veel andere veranderingen hebben bij kinderen onder meer geleid tot een epidemie van obesitas met als gevolg ernstige gezondheidsbedreigingen zoals hartziektes, diabetes, slaapapneu, sociale en psychologische problemen.  (Nature Learning Initiative, 2012)

 

Vandaag de dag ondergaan kinderen een bombardement aan visuele en auditieve prikkels. Terwijl de dosis geluid en beeld van radio en computer steeds toeneemt, zijn er steeds minder prikkelingen uit de natuurlijke omgeving. Het zou dan ook een belangrijk aandachtspunt van scholen moeten zijn om kinderen te helpen al hun zintuigen te ontwikkelen. (Verheij, 2003)

 

Frances Ming Kuo stichtte in 1993 samen met William Sullivan de ‘Human-Environment Research Laboratory’ (HERL) om er de relatie tussen mensen en de fysieke omgeving te bestuderen.  (Landscape and Human Health Laboratory , n.d.)

Als professor in ‘Natural Resources and Environmental Sciences’, bestudeert ze er de gevolgen van een natuurlijke omgeving op het gezond menselijk functioneren. Onderwerpen die daarbij aanbod komen zijn criminaliteit en geweld, de sterkte van de gemeenschap, welzijn, de executieve functies, zelfbeheersing, leren, …  (NRES, n.d.)

 

Kuo maakte een mooie vergelijking. Ze vatte verschillende gevarieerde studies samen die de voordelen van de blootstelling aan de natuur aantoonden. Kuo gebruikt de term ‘Vitamin G’ (G staat voor ‘green’) om duidelijk te maken dat de rol van de natuur een noodzakelijk ingrediënt is voor een gezond leven. Zoals iedere vitamine, is contact met de natuur nodig in frequente en regelmatige dosissen. (Nature Learning Initiative, 2012)

 

Kortom, de natuur als deel van de werkelijkheid is de ideale plek om te ontdekken, te leren met al je zintuigen en je verbeelding en creativiteit aan te spreken.

Ik wil met mijn bachelorproef dan ook als leerkracht in wording antwoorden op de vraag: Welke meerwaarde biedt ‘outdoor learning’ aan het basisonderwijs?   

 

In het theoretisch kader van mijn eindwerk definieer ik het begrip ‘outdoor learning’, komen de verschillende grondleggers van deze leermethode aan bod, vindt u een uitwerking van de vele voordelen van ‘outdoor learning’ en worden er tenslotte een aantal praktijkvoorbeelden besproken.

Het tweede deel van het werk heeft betrekking op de praktijk en bestaat uit drie voorbeelden die in een stijgende gradatie de mogelijkheden van ‘outdoor learning’ in het basisonderwijs illustreren en daarbij activiteiten aanreiken die tonen hoe je met kinderen buiten kan leren in de verschillende vakgebieden.

 

Verder sluit ik dit artikel graag af met de volgende uitspraken waar ik me helemaal in kan vinden  (Darks & Schofield, 2007): 

Kinderen van jongs af aan hun omgeving laten verkennen, helpt hen uit te groeien tot nieuwsgierige volwassenen die meer willen weten van de wereld om hen heen.

 

De uitdaging is kinderen te leren omgaan met de werktuigen van de eenentwintigste eeuw zonder dat ze daarbij hun aangeboren liefde en respect voor de natuur kwijtraken.

 

Geef kinderen, in plaats van weetjes uit de tweede hand, de ruimte hun eigen ontdekkingen te doen.

 

Een beetje inlevingsvermogen en enthousiasme is alles wat een leerkracht nodig heeft om kinderen de vrije natuur te laten waarderen. Diepgaande natuurhistorische kennis is daarvoor absoluut niet vereist.

 

Het is de rol van de begeleider om aan te moedigen. Als je je laat meevoeren met het enthousiasme van de kinderen, helpen zij je misschien wel de magie van je eigen kinderjaren terug te vinden.

 

Bij ‘outdoor learning’ moet je ook kunnen loslaten: Houd niet koste wat het kost vast aan het oorspronkelijke plan, als de fantasie van kinderen of de onvoorspelbaarheid van de natuur iets beters aandient.

 

Onthoud dat er op plekken in de natuur altijd wel interessante dingen aan de gang zijn. De kunst is alleen ze te ontdekken.

 

 

 

 

 

Download scriptie (31.95 MB)
Universiteit of Hogeschool
Odisee
Thesis jaar
2016
Promotor(en)
Theo Belmans en Wim Wevers
Thema('s)