De programmerende beeldhouwer

Bram
Rinkel

 

Bij een bezoek aan een hedendaagse galerij of museum zullen er waarschijnlijk werken te zien zijn waarbij ergens in het maakproces computers en machines zijn gebruikt. Welke invloed heeft deze technologie op de beeldhouwkunst?

Er is een groot verschil tussen werken in een atelier en werken op een computer. Zo zorgt het zittend werken achter een computerscherm voor een andere kijk dan werken in een atelier; er is geen schaalgrootte, geen fysieke navigatie, geen tastbaar of gedefinieerd materiaal, geen achtergrond, constant licht, afwijkend perspectief enzoverder. Wat blijft er over als fysieke arbeid wegvalt? Heeft het gebruik van computers en robots daarbij ook invloed op de thematiek? En is een virtueel 3D-object eigenlijk nog een sculptuur?

 

De dood van de beeldhouwkunst

Nieuwe technologie is geen nieuw gegeven binnen de kunstgeschiedenis en innovatie heeft altijd invloed gehad op de kunst. Een uitvinding zoals de fotografie had bijvoorbeeld vergaande gevolgen voor de kunstgeschiedenis. Plots konden er automatische afbeeldingen gemaakt worden en leek de schilderkunst overbodig geworden. Hoewel dit natuurlijk niet waar is gebleken heeft fotografie de schilderkunst wel sterk beïnvloedt. Fotografie heeft de schilderkunst bevrijd van waarheidsgetrouwe portretten en landschappen, en de deur geopend voor expressie en experiment. Kunstenaars zijn altijd bij de eersten geweest om over de cultuur en technologie van hun tijd te reflecteren.

Het valt op dat veel mensen technologie nog steeds als iets negatiefs zien, koud en zonder leven. Onheilspellende artikels voeden het idee dat een machinaal gemaakt beeldhouwwerk geen kunst is en de beeldhouwer overbodig maakt. Een hardnekkige en naïeve mythe is dat werken met een computer om een beeld te maken simpelweg ‘op een knop drukken’ is. In het programma speelt het volledige ontwerpproces zich af: de dialoog tussen degene die maakt en datgene wat gemaakt wordt. De fysieke arbeid achter het maken van een beeldhouwwerk kan echter wel worden weggenomen. Een marmeren sculptuur vereist geen uren, dagen of maanden intensief handwerk meer om tot stand te kunnen komen. Maar beweren dat de beeldhouwkunst verloren dreigt te gaan, is zoals zeggen dat de portretschilderkunst is verdwenen door de uitvinding van de fotografie. Het is waar dat een deel van het handmatig proces vaker zal worden geautomatiseerd, zoals een portret veel vaker met een foto wordt gemaakt dan dat het wordt geschilderd. De beeldhouwer Tony Cragg zegt hierover: "Wat de fotografie is voor schilderkunst, is de computer voor beeldhouwkunst”.

 

Update

Voor de eerste keer in een lange tijd krijgt de beeldhouwkunst een wezenlijke update om mee te spelen. Iets om voor of tegen te zijn, te gebruiken of af te wijzen, met mogelijkheden die nog nooit eerder bestonden. Ontkennen en blindelings afwijzen van de computer maakt blind voor de talloze mogelijkheden die deze met zich meebrengt. Digitaal gecreëerde kunstwerken zijn onderling  zeer verschillend, met diverse achtergronden, ideeën en redenen voor het gebruik van computers. Dit bleek eveneens uit de antwoorden van de kunstenaars die werden geïnterviewd in het kader van deze scriptie. 

Computerprogramma’s bieden diverse 'effecten' aan, maar het nieuwe bestaat niet meer als louter stilistische innovatie. Noch de esthetische effecten binnen de programma’s, noch het machinale of het digitale uiterlijk dat erdoor werd verkregen. Zij veranderen de beeldhouwkunst niet fundamenteel. Wel een cruciale invloed van het gebruik van computers is dat het resulteert in sculpturen die zonder deze techniek nooit gemaakt zouden worden, en nooit eerder konden bestaan. Vormen die in een wereld zonder materiaaleigenschappen of limieten ontstaan, zijn anders dan werken die in het atelier worden gebeeldhouwd. Een andere belangrijke verandering voor de beeldhouwkunst bestaat in de snelheid waarmee sculpturen gemaakt kunnen worden. Het wegvallen van het fysieke maakproces door het gebruik van machines laat toe dat de kunstenaar letterlijk al zijn tijd in het creëren kan steken, in plaats van in het uitvoeren daarvan. Materiaal is hierdoor niet langer verbonden aan techniek. Er bestaan immers machines voor steen, hout, metaal en alle andere materialen. Op de computer is een beeldhouwwerk virtueel en bestaat alleen op het scherm. Zelfs tastbaarheid is daardoor geen definiërende eigenschap van de beeldhouwkunst meer. De beeldhouwer zal zich moeten positioneren in deze nieuwe wereld.

“Het is als boetseren met licht, met zuivere vorm, in een omgeving waar fysica, materie en energie, materialiteit en zwaartekracht geen rol spelen, vorm bevrijden van materiële beperkingen, en ons begrijpen van hoe materiële objecten zich in de wereld gedragen overstijgt.” (Keith Brown) 

 

Download scriptie (5.85 MB)
Universiteit of Hogeschool
AP Hogeschool Antwerpen
Thesis jaar
2019
Promotor(en)
Ria De Boodt