De kracht van binnenklasdifferentiatie? Lesgeven in een diverse context

Elena
Van den Broeck

 

De kracht van binnenklasdifferentiatie?

Lesgeven in een diverse context

 

Het Vlaamse onderwijs zet de maatschappelijke ongelijkheid om in onderwijsongelijkheid. Voor velen klinkt dit niet ongekend in de oren. Omwille van de achterstand waarmee sommige leerlingen in het lager onderwijs terechtkomen zijn zij sterk afhankelijk van de kwaliteit van het onderwijs. Kwaliteitsvol onderwijs kan namelijk dienen als hefboom tot de sociale mobiliteit van de leerlingen. Maar wat draagt nu juist bij tot kwalitatief onderwijs?

De casus Vlaanderen: een opfrisser. Onderwijsongelijkheid gaat gepaard met schoolsegregatie. Dit kenmerkt zich de dag van vandaag door de hoge concentratie van sociaal-etnische minderheden binnen bepaalde lagere scholen. Deze scholen kent u misschien wel als ‘de concentratiescholen’. En wat blijkt? Het Vlaamse onderwijs is in vergelijking met andere Westerse regio’s of landen een koploper wat betreft het aantal concentratiescholen. Ouders van leerlingen in deze scholen hebben minder kansen en minder sociaal, economisch en cultureel kapitaal in vergelijking met de ouders van de middeklasseleerlingen. Dit weerspiegelt zich op de leerlingen, waardoor het gevaar erin bestaat dat de talenten van deze leerlingen onbenut blijven.

We willen natuurlijk niet dat het welbevinden van leerlingen bepaald wordt door hun sociale, economische en culturele achtergrond.

De leraar doet ertoe. Dat de leraar een belangrijke actor is binnen het onderwijs moeten we u niet meer vertellen. Wat we u wel moeten vertellen is dat het belang van de leraren in een concentratieschool wordt versterkt aangezien deze scholen worden gezien als risicoscholen. Leerlingen binnen deze scholen verdienen extra aandacht aangezien net voor hen de school de cruciale plaats is om zich te ontwikkelen.

Ik voel me goed op school. Onderwijs is meer dan kennisoverdracht. Hoe een leerling zich voelt op school is minstens van even groot belang dan hoe een leerling scoort op reken- en taaltesten. Het is cruciaal om aandacht te hebben voor het welbevinden van de leerlingen in concentratiescholen aangezien voorgaand onderzoek aantoont dat deze leerlingen een lager welbevinden hebben dan de gemiddelde Vlaamse leerling. Het schoolleven neemt immers een belangrijke plaats in in hun leven en dit heeft een grote impact op hun persoonlijke en sociale ontwikkeling.

Iedereen is anders. Met de intrede van het M-decreet werd een andere manier van denken rond diversiteit geïntroduceerd. Het onderwijs is een weerspiegeling van de maatschappij en ook hier is diversiteit meer dan zichtbaar. Als we denken aan diversiteit denken we onmiddellijk aan verschillen in thuistaal, huidskleur, inkomen, opleidingsniveau… Toch kunnen er ook verschillen in leren worden opgemerkt. De ene leerling werkt nu eenmaal sneller dan de andere. Of de ene leerling heeft nog steeds een rekenkaart nodig terwijl de andere het al zonder dit hulpmiddel kan. Met andere woorden, onderwijs waarbij de leraar zich richt op de middenmoot is al lang achterhaald. Maar hoe kan de leraar tegemoetkomen aan diversiteit in de klas? Een kant-en-klare oplossing bestaat hier niet voor, wel draagt elk beetje bij tot een betere uitkomst. Dit onderzoek bevestigt dat een goede leraar erkent dat de klasgroep heterogeen is. En deze heterogeniteit erkent een goede leraar door onder andere te differentiëren in de klas.

Binnenklasdifferentiatie. De laatste jaren wordt er meer en meer ingezet op het promoten van binnenklasdifferentiatie. En terecht. Het is voor leraren een heuse uitdaging om lessen aan te passen aan diversiteit binnen de klas. Maar wat wil dit juist zeggen? Een leraar differentieert wanneer die de instructie en verwerking van leerinhouden aanpast naar de verschillen in de klasgroep. Leraren die niet voor alle leerlingen dezelfde opdrachten voorzien doen goed. Zo krijgt die leerling die net iets meer moeite heeft met meetkunde andere oefeningen dan die leerling die wat extra oefeningen rond hoofdrekenen kan gebruiken. Ook kan het zijn dat sommige leerlingen wat meer tijd nodig hebben voor dezelfde opdracht in vergelijking met andere leerlingen. Geef deze leerlingen de tijd die ze nodig hebben en voorzie voor snellere leerlingen andere oefeningen. Laat sommige leerlingen ook gebruik maken van hulpmaterialen. Moet een leerling in een vraagstuk een bewerking oplossen, maar is het doel van dat vraagstuk logisch redeneren en niet het correct oplossen van bewerkingen? Laat die leerling dan een rekenmachine gebruiken. 

Binnenklasdifferentiatie is een manier om de verschillen tussen leerlingen te erkennen zodat de leraar tegemoet kan komen aan de behoeften van élke leerling.

De leraar doet er écht toe. Leraren die de verwerking van de leerstof afstemmen op verschillen tussen leerlingen beïnvloeden het welbevinden positief van de leerlingen in concentratiescholen. Met andere woorden: binnenklasdifferentiatie heeft niet per se alleen een effect op de resultaten van leerlingen op testen, maar het kan ook een positief effect hebben op hoe een leerling zich voelt op school. Vorig onderzoek toonde bovendien veelvuldig aan dat klassen met een grote groep leerlingen met een niet-Westerse achtergrond gemiddeld gezien een lager welbevinden zouden hebben. Maar wat blijkt: een leraar die differentieert in zo’n klas kan deze negatieve invloed op het welbevinden compenseren.

Doet de leraar ertoe? Ja, de kracht van binnenklasdifferentiatie wordt in deze masterproef bevestigd. Biedt binnenklasdifferentiatie een volledige oplossing op de onderwijsongelijkheid binnen ons onderwijssysteem? Neen, maar zoals ze dan zeggen: alle kleine beetjes helpen.

Download scriptie (1.26 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2017
Promotor(en)
Prof. dr. Johan van Braak
Thema('s)