Welbevinden van cognitief sterke leerlingen in het basisonderwijs. Bevindingen in gespecialiseerd lager onderwijs tegenover traditioneel onderwijs

Vrije Universiteit Brussel
2021
Kathleen
Vander Cruyssen
Er werd een online cross-sectioneel onderzoek uitgevoerd naar het welbevinden bij 187 leerlingen in het Vlaamse basisonderwijs met een vermoeden of diagnose van hoogbegaafdheid en hun ouders.
Onderzoeksvraag: “Is het welbevinden van cognitief sterke leerlingen die naar een gespecialiseerde lagere school (GS) gaan hoger dan dat van vergelijkbare leerlingen in traditionele scholen?” Aanvullend werd het verschil onderzocht in een gewone school: zonder extra ondersteuning (GO), individueel aangepast moeilijker leeraanbod (IA), deeltijds les met ontwikkelingsgelijken (‘peer grouping’) (PG) en individueel leeraanbod met ook ‘peer grouping’ (IP). Ten slotte werden leerlingen die één of meer leerjaren overgeslagen hebben vergeleken met niet-versnelde leerlingen.
Deze studie toont d.m.v. ANOVA en contrasten grote en positieve effecten aan van ondersteuningsmaatregelen (GS+IA+PG+IP) aan cognitief sterke leerlingen (versus GO) op algemeen welbevinden (d=2.369), tevredenheid algemeen (d=2.819), dingen die je hebt (d=1.825), waar je goed in wil zijn (d=2.616), die je dagelijks doet (d=1.42), relaties (d=1.589)) en schools welbevinden (welbevinden (d=2.977), tevredenheid (d=2.72), betrokkenheid (d=2.472), sociale relaties (d=1.823), pedagogisch klimaat (d=2.906)) en prestaties op rekenen (d=2.638). Volgens de ouders gaat meer aandacht naar kennis verwerven (d=1.623), sociaal emotioneel welzijn (d=3.187), differentiatie en persoonlijke aanpak (d=5.369) en creativiteit (d=2.179) dan in andere scholen.
Wanneer cognitief sterke leerlingen in een gespecialiseerde school (GS) les volgen, zijn er bijkomende positieve en grote effecten tegenover ondersteuning in gewone school (IA+PG+IP) op totaal schools welbevinden (d=.983), schoolse tevredenheid (d=.98), betrokkenheid (d=.994), sociale relaties (d=2.177) en pedagogisch klimaat (d=.98). Op academisch zelfconcept, prestaties voor rekenen (d=-1.354) en begrijpend lezen (d=-1.048) is er een negatief effect (referentiegroep verschilt). Er gaat meer aandacht naar kennis verwerven (d=3.402), sociaal emotioneel welzijn (d=3.916), differentiatie en persoonlijke aanpak (d=3.464) en creativiteit (d=2.820).
Er werden geen significante verschillen aangetoond tussen leerlingen in een gewone school met beide maatregelen versus één maatregel (IP vs IA+PG) en tussen versnelde leerlingen versus niet-versnelde leerlingen.
Meer lezen

Welbevinden wel bevonden?

AP Hogeschool Antwerpen
2018
Lin
Tulfer
Onderzoek naar het welbevinden van leerlingen met een 'label'. Hoe ervaren zij dit label in de klas en voelen zij zich voldoende ondersteund.
Meer lezen

De invloed van het hoofddoekenverbod op adolescente moslima's

VIVES Hogeschool
2018
Kawtar
Bakir
In onze samenleving is het dragen van een hoofddoek op veel secundaire scholen niet toegestaan. Dit onderzoek geeft een beeld van de invloeden van dit hoofddoekenverbod op psychologische en professionele facetten in het leven van hoofddoek-dragende meisjes in het secundair onderwijs in Vlaanderen. Deze bachelorproef is een stem van de hoofddoekdragende scholieren en de psychologische analyse die erachter zit.
Meer lezen

De kracht van binnenklasdifferentiatie? Een kwantitatief onderzoek naar de relatie met het welbevinden van leerlingen in sociaal-etnisch gesegregeerde basisscholen

Universiteit Gent
2017
Elena
Van den Broeck
De centrale onderzoeksvraag van deze studie richt zich op het verband tussen de binnenklasdifferentiatie door de leerkracht en het welbevinden van de leerlingen in het vierde leerjaar in sociaal-etnisch gesegregeerde basisscholen.

Scholen met een hoge proportie sociaal-etnische minderheden verdienen extra aandacht aangezien zij als risicoscholen worden beschouwd. Daar waar in het verleden de meerderheid van onderzoek binnen deze context zich op de cognitieve uitkomsten bij leerlingen richtte, richt dit onderzoek zich op een non-cognitieve uitkomst, namelijk het welbevinden van deze leerlingen. Aangezien weinig geweten is over hoe het welbevinden van de leerlingen ondersteund en bevorderd kan worden is het belangrijk om in kaart te brengen welke factoren kunnen bijdragen aan het vergroten van het welbevinden van de leerlingen en welke rol de leerkracht via binnenklasdifferentiatie kan innemen.
Meer lezen