De violen gelijkstemmen in (kwaliteits)zorg in onderwijs

Judith
Van Dorpe
  • Inge
    Van de Putte

Het M-decreet is reeds twee jaar in voege en recent kwam zorg in onderwijs weer in de spotlights met het ondersteuningsmodel van minister Crevits. De laatste jaren wordt de druk om kwalitatief onderwijs te leveren verhoogd door een nadruk op verantwoording, denk maar aan de verplichte deelname aan gevalideerde toetsen die dit schooljaar werd ingevoerd. Kwalitatief onderwijs maken doet een school niet alleen, er komt ondersteuning van het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB) en van Pedagogische Begeleidingsdiensten. Om scholen optimaal te ondersteunen bij het bieden van kwalitatief onderwijs voor élke leerling, is er nood aan samenwerking tussen de verschillende ondersteunende diensten en de school. In het stedelijk onderwijs van Gent werd een antwoord gevonden op zowel de nood aan samenwerking als aan meer kwalitatief onderwijs: de afstemmingsgesprekken. Elke basisschool in het stedelijk onderwijs Gent zit eens per jaar samen met hun vaste contactpersoon van het interstedelijk CLB (iCLB) en de Pedagogische Begeleiding Stedelijk Onderwijs Gent (PBSOG). Ze overlopen samen de ondersteuningsnoden die de school op basis van een zelf gekozen analyse vond, de acties van afgelopen schooljaar en de doelen voor komend schooljaar. Binnen deze masterproef werden deze afstemmingsgesprekken geobserveerd en werden alle partners (directies, zorgcoördinatoren, Pedagogisch Begeleiders en iCLB-medewerkers) beluisterd in groepsgesprekken.

Anders dan in meer traditionele kwalitatieve analyse werd er niet gezocht naar thema's of veralgemeenbare principes in de data. De data werd in verbinding gebracht met drie concepten, zijnde 'Assemblage' (een concept van filosofen Deleuze en Guattari), 'Leiderschap' en 'Eigen-leiderschap'. Een assemblage is een geheel van verschillende elementen, onder andere de aanwezige personen, hun professionele rol, lichamelijkheid, (talige) uitingen, onderlinge relaties, maar ook de ruimte, positionering van personen en eventuele aanwezigheid van (structurerende) documenten. Belangrijker dan de elementen, zijn de relaties en interacties ertussen. Deze volgen bepaalde patronen die regelmatig worden opengebroken waardoor er nieuwe relaties en interacties ontstaan. Dit openbreken wordt soms verhinderd of ongedaan gemaakt door elementen van de assemblage of door (elementen uit) andere assemblages. Door mijn data in verbinding te brengen met het concept 'assemblage', bleek dat elk afstemmingsgesprek een nieuwe assemblage is. Elk afstemmingsgesprek is dus uniek, ook al werden er formele richtvragen en een structurerend document meegegeven. Elk afstemmingsgesprek is uniek doordat de personen, de betrokken school, de ruimte, e.d. steeds anders zijn. Door bewust rekening te houden met het unieke karakter, kan de samenwerking tussen het iCLB, de PBSOG en de school versterkt worden. Door dit unieke karakter zichtbaar te maken voor de partners, kunnen zij hier meer bewust mee omgaan en vermijden we dat de afstemmingsgesprekken een technische, procedurele formaliteit worden. Verder werd ook duidelijk dat scholen zich soms in een keurslijf geduwd voelen wanneer zij hun ondersteuningsbehoeften en doelen in een gestandaardiseerd document moeten verzamelen. Zij doorbreken de vaste richtvragen en het structurerende document en geven duidelijk aan dat ze individuele aanpassingen aan de school willen. Op die manier ontstaan nieuwe relaties en interacties tussen de partners in het afstemmingsgesprek.

Het inpluggen van het concept 'leiderschap' maakte duidelijk dat ook in samenwerkingsverbanden een duidelijke en vooral gedragen (onderwijs)visie belangrijk is. De visie van de afstemmingsgesprekken was niet voor alle partners duidelijk en het viel op dat dit demotiverend werkte. Dat de visie onduidelijk en weinig gedragen bleef, zelfs na herhalingen van wat deze inhoudt, laat zien dat een visie in overleg moet ontstaan. Alle partners moeten de kans hebben hun behoeften en visie op de afstemmingsgesprekken in te brengen.

'Eigen-leiderschap' is een concept dat nog vrij onbekend is, het houdt in dat een persoon in staan is het eigen handelen te sturen en zichzelf weet te motiveren. Ook groepen kunnen eigen-leiderschap ontwikkelen. We zagen dat de partners met een sterk eigen-leiderschap het afstemmingsgesprek meer naar hun hand zetten. Ze slagen er dus beter in om een afstemmingsgesprek aan te passen aan de unieke situatie van de school. Dit heeft ook een belangrijk motiverend effect. In samenwerkingen in het onderwijs hebben we dus nood aan partners met een sterk eigen-leiderschap.

Aandacht voor de uniciteit van een samenwerking tussen partners biedt een tegengewicht aan formalisering en proceduralisering. Om scholen maximaal te ondersteunen bij het bieden van kwalitatief onderwijs voor élke leerling, moeten we aandacht hebben voor de mensen, waarden, gewoonten, omgeving, gesprekken, e.d. die elke school uniek maken. Op die manier bieden we een tegengewicht aan de blinde verantwoordingsdrang en blijft onderwijs als menselijk en complex gegeven in ere. Er bestaat geen toverformule die voor elke school werkt, elke school heeft zijn eigen formule nodig en gelukkig kon ik tijdens mijn masterproef heel wat sterke tovenaars ontmoeten.

Download scriptie (2.11 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2017
Promotor(en)
Elisabeth De Schauwer
Thema('s)